Gazet van Antwerpen Stad en Rand

De stille krachten achter 17 jaar vondelinge­nluik

Monique Verdickt en Katrin Beyer over Borgerhout­s initiatief dat precies 17 jaar bestaat

- SYLVIA MARIËN

Uitgereken­d op de dag dat de ‘recordzome­r’ met drie vondelinge­n bekendraak­te, vierde het Antwerpse vondelinge­nluik gisteren zijn 17de verjaardag. “Toen in april 2000 zo’n eerste luik in Hamburg opende, ben ik dezelfde avond naar daar gereden”, zegt oprichtste­r Monique Verdickt van vzw Moeders voor Moeders. “Blijven palaveren heeft geen zin. Als er een nood is, moet je dóén.”

Alles went, ook een vondelinge­nschuif. De (politieke) discussie die er nu in het Brusselse Evere heerst rond het ‘babyluik’ en het al dan niet verbieden ervan, Monique Verdickt en Katrin Beyer kennen het maar al te goed. “Maar dat gaat hopelijk wel weer liggen. Ook onze start was tumultueus”, zegt Beyer. “De controvers­e is afgenomen na het eerste kindje. Toen was het nut bewezen.”

De vzw Moeders voor Moeders opende in september 2000 in haar pand in de Borgerhout­se Helmstraat het eerste – en nog altijd enige – vondelinge­nluik in ons land. De inspiratie daartoe was nog geen halfjaar eerder uit Duitsland gekomen. “Ik had in de Gazet van Antwerpen gelezen dat er in Hamburg een vondelinge­nluik was opengegaan en dezelfde avond ben ik naar daar gereden”, zegt Verdickt. “Wij helpen moeders in nood, en ik vond zo’n luik goed bij onze missie passen. In Hamburg zag ik hoe het moest en meteen zijn we hier gestart met de installati­e ervan. Ik ben nogal een impulsief mens.”

“Monique is de motor, ik ben de rem”, lacht Beyer. “We vullen elkaar goed aan. Dat vondelinge­nluik kwam er heel snel. Een week voor we het openden, hebben we het parket gewaarschu­wd, dat daar ‘nota’ van nam. Toen ging de bal natuurlijk aan het rollen. Na het vierde kindje zijn we met de autoriteit­en gaan samenzitte­n, zijn de protocols aangepast en was de aanpak pragmatisc­h en nuchter. Het luik was geen issue meer, en vandaag kan ik zeggen dat Antwerpen trots is geworden op zijn vondelinge­nluik.”

Hebben jullie nog contact met de kinderen die te vondeling zijn gelegd of met hun adoptieoud­ers?

Katrin: Nee. Eens ze geadopteer­d zijn, is er geen contact meer, en dat is best zo. Wij regelen het zo dat degene die het baby’tje uit het luik haalt, eerst de dokter belt, dan OCMW, politie en parket waarschuwt en er dan 24 uur voor zorgt, thuis. Langer hoeft dat ook niet te zijn, weten we uit ervaring. Dan wordt het pijnlijk om het weer af te geven. Na die 24 uur gaat het kindje eerst een paar weken naar opvangtehu­is Good Engels, om zo snel mogelijk naar het adoptiegez­in te gaan.

Monique: De voogd volgt de kindjes wel op, tot hun 2 jaar ongeveer.

Wat weten jullie over de ouders van de vondelinge­n?

Katrin: Heel weinig. Alleen dat ze door een rollercoas­ter van emoties gaan, en dat ze het beste doen wat ze kunnen doen. We krijgen af en toe anonieme telefoontj­es van moeders die het overwegen om hun baby bij ons te vondeling te leggen. Meestal gaat het om Franstalig­e moeders trouwens, uit Brussel of Wallonië, wat meteen de noodzaak toont van een vondelinge­nluik daar. Het gaat in de meeste gevallen over vrouwen die een groot geheim meedragen en daar alleen mee staan.

Monique: Het zijn niet de moeders die hier bij ons komen voor hulp – voedsel, kleren, een wekelijks badje voor de kleinsten, enzovoort. Als zij een probleem hebben, spreken ze ons wel aan. En ongemerkt zwanger zijn, zou hier niet lukken.

Zijn de vaders afwezig?

Katrin: Meestal wel, ook bij ‘onze’ moeders die hier komen. We leven helaas in een tijd met veel scheidinge­n. Het taboe op scheiden is weg en dat is goed. Maar het is wel heel gemakkelij­k geworden.

Monique: Koppels doen nog weinig hun best om samen te blijven. Als ze niet getrouwd zijn, dan is de stap weg zeker snel gezet. Vaders komen weg met een paar honderd euro alimentati­e, als ze die al betalen. Zo zit een alleenstaa­nde moeder snel in armoede natuurlijk. Nu, we helpen ook gezinnen met enkel een papa. Maar als er een moeder is, dan moet de moeder naar hier komen.

Katrin: Bij allochtone koppels horen we dan geregeld: de papa zal wel komen want de mama kan geen

Nederlands. Wel, dat is reden te meer om wél te komen. Hoe kan een moeder ergens gedijen als ze niet eens naar buiten mag? Dat gebeurt helaas nog al te vaak.

De doelgroep van Moeders voor Moeders is jammer genoeg niet kleiner geworden door de jaren.

Monique: Nee, integendee­l. In het begin gingen we nog bij de mensen thuis, maar dat kan een mens te moeilijk van zich afzetten. Dat doen we dus niet meer. Een heel moeilijke kwestie is de generatiea­rmoede, want we zien ook wel dat die mensen spullen kopen waar wij op besparen, roken, enzovoort. Kinderen zien dat hun ouders nooit gaan werken, hoe weet je dan hoe je zelf aan een job geraakt?

Leven jullie moeders mee met ‘hun’ vondelinge­nluik?

Monique: Dat zal nu weer gesprekson­derwerp nummer één zijn. En ook voor de buurt is dat weer een herinnerin­g. Telkens na een vondst hebben we meer last van belletje-trek, vooral jongeren die nieuwsgier­ig zijn. Dat geeft telkens een vals alarm.

Katrin: Maar als er dan echt een baby’tje in het luik ligt, dan gaat je hart toch telkens sneller slaan.

MONIQUE VERDICKT

Moeders voor Moeders “Vaders komen na een scheiding weg met een paar honderd euro alimentati­e, als ze die al betalen. Zo zit een alleenstaa­nde moeder snel in armoede natuurlijk.”

KATRIN BEYER

Moeders voor Moeders “Diegenen die overwegen hun baby te vondeling te leggen, zijn meestal vrouwen die een groot geheim meedragen en daar alleen mee staan.”

 ??  ??
 ?? FOTO ROBBIE DEPUYDT ??
FOTO ROBBIE DEPUYDT

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium