Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Feestje in mineur
Vlaams Belang heeft op veertigste verjaardag meer verleden dan toekomst
Het Vlaams Belang viert zondag zijn veertigste verjaardag, maar de kaarsjes op de rechtsnationalistische taart zullen niet met alleen maar vreugde worden uitgeblazen. Sinds de steile opgang van de NVA worstelt de partij om relevant te blijven. Jonge kiezers weten misschien niet eens meer dat het Vlaams Belang, en voorganger Vlaams Blok, gedurende enkele jaren de grootste partij was in Antwerpen en in 2004 zelfs van Vlaanderen.
Het is ook een beetje een spookachtig feest, omdat de partij in die veertig jaar nooit een dag mee bestuurd heeft op lokaal, regionaal of federaal niveau. Dat is niet haar fout natuurlijk. Het is het gevolg van het zogenaamde cordon sanitaire dat in 1989 onder impuls van Agalev-boegbeeld Jos Geysels werd onderschreven door alle Vlaamse partijen. Het kwam neer op de belofte dat geen enkele partij ooit een coalitie zou vormen met het Vlaams Blok .
Over het cordon is al veel inkt gevloeid. In Nederland doen ze er niet aan mee. Tussen 2010 en 2012 rekende premier Rutte tijdens zijn allereerste ambtstermijn op de gedoogsteun van de PVV van Geert Wilders om aan een meerderheid te komen in het parlement. Een cordon sanitaire kan verlammend werken en is behoorlijk frustrerend, maar het biedt wel de kans om zuiver in de leer te blijven. Zonder compromissen, altijd vol in de aanval, zonder afgerekend te kunnen worden op resultaten. Bij ons heeft het Vlaams Belang dus nooit een schepen, een burgemeester of een minister kunnen leveren en werd noodgedwongen gekozen voor een status van ultieme zweeppartij. De toestand voor de traditionele partijen werd gaandeweg nijpender – het zit niet lekker als je na de verkiezingen de grootste partij moet uitsluiten van de normale gang van zaken. Tot de N-VA in het zog van boegbeeld Bart De Wever naar voren trad met een eigen verhaal over identiteit, veiligheid en de Vlaamse zaak, een verhaal dat wél aanvaardbaar was.
En plots was er ‘zwarte zondag’
Zo valt de geschiedenis van het Vlaams Belang in drie hoofdstukken op te delen. Het begint op zondag 1 oktober 1977 met de oprichting van de Vlaams Nationale Partij door Karel Dillen, een star ogende en sprekende figuur die je, vrij naar Aristoteles, de onbewogen beweger van de partij zou kunnen noemen. De verkiezingen in 1978 leveren het kartel dat Karel Dillen vormt met Lode Claes en zijn Vlaamse Volkspartij, één zetel op in de Kamer.
Uit dat kartel ontstaat wat later het Vlaams Blok. In de jaren 80 blijft de partij een bescheiden stoorzender in de politieke scène. Het duurt een volle tien jaar voor een zekere Filip Dewinter een tweede parlementszetel kan binnenhalen. Wel vindt de partij zijn finale identiteit. Bovenop de communautaire thema’s neemt ze steeds meer de vreemdelingen en migranten in het vizier. Een eerste voorteken is het succes bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1988. Het Vlaams Blok wordt met 17,7% van de stemmen de derde grootste partij van de stad. Een kantelpunt in de naoorlogse politieke geschiedenis van dit land vindt plaats op 24 no- vember 1991, een verkiezingsdag die tot ‘zwarte zondag’ wordt gedoopt. Niemand had het ver- wacht, maar bij de parlementsverkiezingen verdriedubbelt het Vlaams Blok zijn stemmenaantal tegenover 1987. De monsterzege levert 12 zetels op in de Kamer. De traditionele partijen weten niet waar ze het hebben en de for- mulering ‘het signaal van de kie- zer’ wordt tot in den treure herhaald zonder dat iemand concreet weet te vertellen wat hij met dat signaal zal aanvangen. Een volgende historische zege behaalt het Vlaams Blok in 1994, wanneer het bij de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen de grootste partij van de stad worst. Ook in de federale verkiezingen van 1995 en 1999 blijft ze verder groeien. Eind jaren 90 stemmen meer dan 600.000 Vla- mingen op het Vlaams Blok.
Eigen Volk Eerst
Het beruchte zeventigpuntenplan, met de akelig klinkende titel 70 voorstellen ter oplossing van het vreemdelingenprobleem, wordt op 6 juni 1992 gelanceerd door Filip Dewinter met kreten als ‘werk voor eigen volk eerst’, ‘sociale huisves- ting voor eigen volk eerst’, ‘ver- plichte terugkeer na vijf maanden werkloosheid’ of ‘terugkeer van vreemdelingen van de tweede en derde generatie’. Dewinter pleit ook voor een aparte sociale zekerheid voor niet-Europese vreemdelingen. Het plan blijft gedurende lange tijd een kernargument van tegenstanders om de partij racistisch te noemen. Dewinter zei destijds: “Wat mij betreft is het Verdrag voor de Rechten van de Mens ondergeschikt aan het principe van Eigen Volk Eerst. Al de rest is larie en apekool.” In 1996 komt er een wat afgezwakte versie van het plan. De partij heeft het daarna nooit expliciet afgezworen, maar noemde het gaandeweg “niet meer relevant”. 2004 is een bewogen jaar. De partij beleeft zijn electorale hoogtepunt wanneer het de grootste politieke fractie wordt in het Vlaams Parlement, vóór de afzonderlijke fracties van CD&V en de nog piepkleine N-VA, die toen als kartel nog nipt meer zetels haalden. Net geen kwart van alle Vlaamse kiezers heeft op het Vlaams Blok gestemd. Nochtans is de partij eerder dat jaar veroordeeld wegens racisme na een klacht van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding en de Liga voor Mensenrechten. De veroordeling leidt tot de herrijzenis in het Vlaams Belang.
Na de top volgt de afdaling
In 2007 begint het tij te keren. Eerst nog nauwelijks merkbaar, maar in 2009 verliest de partij al 11 zetels en in 2010, bij de federale verkiezingen, zakt het Vlaams Belang weg tot 12,6%. Vandaag timmert de 31-jarige Tom Van Grieken aan een hard discours waarin vreemdelingen en vluchtelingen het nog steeds moeten ontgelden – “zonder hen zouden we zoveel beter af zijn” – met bijzondere aandacht voor de dreiging van de islam, maar zonder de extremistische uitschieters van Dewinter. De partij valt de N-VA aan als een asociale, uitgesproken liberale partij die de kleine man voortdurend besparingen en bezuinigingen oplegt. Maar de peilingen tonen vooralsnog geen beterschap, wel een verdere lichte achteruitgang.
In 1991 verdriedubbelt het Vlaams Blok zijn stemmenaantal. De traditionele partijen weten niet waar ze het hebben of wat ze met het ‘signaal van de kiezer’ moeten aanvangen. Vandaag timmert de 31jarige Tom Van Grieken aan een hard discours waarin vreemdelingen en vluchtelingen het nog altijd moeten ontgelden.