Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Jens Naessens vindt weer voetbalvreugde in het Kuipje
Jens Naessens heeft in Westerlo opnieuw voetbalvreugde gevonden. Vijf doelpunten in zeven wedstrijden en een ‘position switch’ naar het centrum hebben de OostVlaming duidelijk deugd gedaan. “De voorbije jaren werd ik te makkelijk afgeschreven.”
Had hij afgelopen zondag tegen Roeselare zijn strafschop omgezet, hij zou in zijn eentje het topschuttersklassement in 1B hebben aangevoerd. Nu moet Jens Naessens het gezelschap dulden van Hernan Losada (Beerschot Wilrijk) en Yannick Aguemon (OH Leuven). Geen ramp. Een obsessie is de titel van beste schutter niet, het is wel een kleine revanche op de mensen die hem de voorbije jaren hebben afgerekend op zijn doelpunten.
“Bij de jeugd werd ik altijd als spits uitgespeeld, maar als prof hebben de mensen me leren kennen als flankspeler”, vertelt Naessens. “Je bent jong en je wil spelen, dan maakt die positie niet veel uit. In mijn beste seizoen bij Zulte Waregem maakte ik zelfs zeven doelpunten. Toch niet slecht, maar ik werd wel beoordeeld als een echte spits. Dat was soms wel lastig.” Beoordeeld als een spits, maar getypecast als een flankspeler. Het is een verhaal dat Naessens nog een tijdje zou achtervolgen. Zowel bij KV Mechelen als Antwerp werd hij naar de zijkant geduwd. “In Mechelen kwam ik in een systeem terecht waarin Verdier en Hanni centraal voorin stonden. De andere spelers moesten er bijna uitsluitend puur verdedigend werk uitvoeren. Soms had ik het gevoel dat ik als linksachter op het veld stond. Dat was mijn ding niet.” “Of het pijn doet dat ze me daar in een lijstje met mislukte aanvallers zetten? Nee, ik weet hoe het gelopen is. Ik heb er nooit kunnen tonen wat ik in mijn mars
had. Bij Antwerp ben ik maar drie maanden geweest. Ik sukkelde er de hele tijd met een blessure. Toch word je daar achteraf op afgerekend. ‘Je hebt gefaald’, hoor je dan. Die verschillende passages hebben me toch een tijdje achtervolgd.” Het doet dan ook deugd dat Naessens in ‘t Kuipje dat etiket eindelijk van zich af kan schudden. “Dit seizoen is voor mij een bevrijding. Voor ik hier tekende, heb ik de club duidelijk gemaakt: ‘Als ik kom, dan kom ik als spits’. In die centrale rol heb ik mij altijd het beste gevoeld. Dan ben ik veel vrijer in mijn spel, kan ik duels aangaan… Ik ben niet de man die de hele flank zal aflopen. Daarom is het goed dat ik nu kan laten zien dat ik als spits het beste tot mijn recht kom, zodat ik in de toekomst niet meer op de flank moet spelen.” Toch kreeg het succesverhaal van Naessens in Westerlo deze week een flinke knauw door de schouderblessure van Benji De Ceulaer. De Limburger vormde volgens Wouter Corstjens met Naessens zelfs “het beste aanvalsduo van 1B”, maar staat nu minstens twee maanden aan de kant.
“Zijn blessure is slecht nieuws”, beseft Naessens. “We vonden mekaar blindelings in de spits en zonder Benji zat ik momenteel niet aan vijf goals. Ik kon perfect profiteren van de ruimtes die hij creëerde. We hebben niet echt een gelijkaardig type in onze kern, dus de kans bestaat dat we noodgedwongen ons spelsysteem wat moeten aanpassen. Dat is een beslissing die de coach moet nemen. Hopelijk beland ik niet op een eiland, al bestaat de mogelijkheid dat we met één spits spelen.” Eén spits of meer, Westerlo kan vanavond best voor de aanval kiezen op het veld van Tubeke. Bij winst zet het de rode lantaarn op vijf punten en mag het zelf terug naar boven kijken. “Het wordt een cruciale wedstrijd. Tegen een rechtstreekse concurrent moeten we absoluut winnen. Vorige keer hebben ze hier onverdiend een punt gepakt, nu moeten we ervoor zorgen dat we het direct afmaken. Na de ruime winst tegen Roeselare is de motivatie in de groep er alleen maar groter op geworden. De eerste ronde wordt een moeilijk verhaal, maar in de tweede periode moeten we de ambitie hebben om zo hoog mogelijk te eindigen.”