Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Van der Poel zou hier over alles springen. Maar dat is een pipo”

-

Zaterdag vindt in Vollezele, op de flanken van de Congoberg, de eerste editie plaats van de Memorial Walter Wauters, onze gewaardeer­de collega die ons vorig jaar veel te vroeg verliet. Collega Guy Van Den Langenberg­h trok naar het Pajottenla­nd om de knepen van het vak te leren, onder strenge leiding van veldritico­on Roland Liboton. “Vroeger scheet ik ook in mijn broek voor balkjes.”

Wat voorafging:

Of ik zin had in een initiatie veldrijden, was de vraag die mij vorige zondag werd gesteld. Onder leiding van Roland Liboton dan nog. Wat antwoord je dan? Natuurlijk! Liboton? Da’s een jeugdidool. En als geboren Kempenaar is cross een tweede natuur. Toon Aerts? Een dorpsgenoo­t. Wout van Aert? Een streekgeno­ot. Bart Wellens? Een verwante geest. Paul Herygers? Wij klappen dezelfde taal. Natuurlijk wilde ik crossen. “Maar initiaties zijn doorgaans voor kinderen van vier tot tien”, gniffelt ‘leermeeste­r’ Liboton. Niet voor kinderen van 49 dus. En al zeker niet voor 49-jarige kinderen met een BMI dat hoger ligt dan de magische grens van 25. Locatie? De Congoberg, in het hart van het Pajottenla­nd. Geen meter vlak. Liboton: “Je moet in Zwitserlan­d al goed zoeken om een even zwaar parcours te vinden. Dit is lastiger dan Ronse.” Zucht... Lastiger dan Ronse. Sta ons bij, Roland!

Tip 1: Zorg voor goed materiaal

Gelukkig hebben we op de valreep nog goed materiaal kunnen versieren. “Schone Ridley”, grijnst Liboton. “Moet ge hem terugbreng­en? Wacht daar nog maar even mee. Misschien vergeet hij het wel.” We duiken meteen de wei in met – letterlijk en figuurlijk – dichtgekne­pen billen. Als gewaardeer­d hobbyskiër schrikt de hellingsgr­aad ons niet af. Maar in tegenstell­ing tot bij het skiën staat hier geen lift om ons opnieuw naar boven te brengen. “Klein schakelen”, roept Liboton nog, maar het onheil is geschied. We lopen al naast onze fiets. “Fiets rechts schouderen, met rechterarm het stuur vasthouden!”, klinkt het bevel. “Zo vermijd je problemen tijdens het lopen.” Liboton heeft makkelijk roepen, hij staat bovenaan de helling waar wij even later puffend arriveren. “Goed materiaal is belangrijk, net als de juiste bandendruk. Mag ik eens voelen? Amai, nu snap ik waarom jij van de fiets moet. Dit is bijna vijf kilogram druk. Hoeveel weeg je?” “Ergens tussen 62 en 102 kilo- gram”, houd ik de boot af. “Een normaal renner rijdt op dit parcours rond met 1,2 kilogram in de banden. Voor jou opteer ik voor 1,5 kilogram”, klinkt het. “Hup, opnieuw de berg omhoog. Deze namiddag wordt het gras afgereden, dan fietst het makkelijke­r. Maar daar kunnen we niet op wachten.” Merci, Roland.

Tip 2: Nooit springen zonder klikkers

Het parcours in Vollezele biedt alles: loodzware stroken in de wei, technische passages in het Congobos en zelfs enkele boomstronk­jes. “Springen!”, beveelt mijn mentor. Euh, hoe doe ik dat? “Stuur optrekken als je aan de hindernis arriveert, meteen je balans naar achter leggen en dan met je pedalen je achterwiel optrekken.” “Roland, ik heb geen klikpedale­n”, beken ik. Liboton, fronsend: “Dan kan het niet. Nu, miskijk je niet: ik sprong vroeger ook niet. Balkjes van veertig centimeter, ik zou in mijn broek hebben gescheten.”

Iets verder in het bos ligt een trap. Springen of eraf rijden? “Ben je gek?”, vraagt Liboton. “Je stapt van de fiets en leidt je fiets manueel over de trappen. Raakt je kamwiel niets, dan mag je rijden. Raakt je kamwiel de rand en je fietst er toch over, hou er dan rekening mee dat je over de kop gaat. Jongens als Mathieu van der Poel en Tommeke Meeusen zouden hier over alles springen. Maar dat zijn dan ook pipo’s.” Waarvan akte.

Tip 3: Laat je fiets het werk doen

Een lastige passage door de weide en een technische race doorheen het bos. Alsof dat niet volstaat, passeert het parcours ook nog eens de ring van een manège. Los zand! “Tandje groter schakelen, handen los op het stuur en zo ver mogelijk achteraan zitten”, beveelt Liboton. Na twintig meter kapseizen we. Alweer klinkt het streng: “Ontspan die handen. Laat je fiets de weg zoeken. In het zand moet je vooral power zetten, voor de rest zal de fiets het werk wel doen.” Als geboren Kempenaar mag het zand mij geen parten spelen, probeer ik mezelf wijs te maken. Helaas, ook poging twee en drie stranden in het mulle zand.

Conclusie: Liever journalist

Tja, dit is behoorlijk pittig. Bos, een zware weide, opnieuw een bos en een zandstrook, om dan te finishen op de top van de Congoberg.

De streep ligt bergop, aan de voordeur van het huis van onze collega Walter Wauters. De fotograaf wil nog graag een geposeerde foto, met een winnend gebaar. We gehoorzame­n, maar voelen onszelf o zo belachelij­k. Ik voel me allesbehal­ve een winnaar. Het BK in Koksijde? Toch maar vanuit de perszaal.

GUY VAN DEN LANGENBERG­H

 ??  ?? DAVID STOCKMAN FOTO'S
DAVID STOCKMAN FOTO'S
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium