Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Dringend gezocht: Europese batterijen
De opmars van de elektrische auto stelt Europa voor een probleem. Het speelt totaal geen rol in de productie van batterijen die de kern van het elektrische verhaal vormen.
Zowat alle Europese autoproducenten zeggen volop in de race van de elektrische wagen te stappen. Maar in die ambitie ontbreekt één sleutelelement: de productie van de batterijcellen. Want wat het kloppende hart van de elektrische auto betreft, staat Europa nog nergens.
“We mogen geen Kodak-moment hebben in zo’n belangrijke sector”, stelt Maros Sefcovic, eurocommissaris voor Energie, aan de Financial Times. Daarmee verwijst hij naar de fabrikant van fototoestellen die te laat inzag dat zijn sector aan het veranderen was en ten onder ging. “We hebben een Airbus voor batterijen nodig. In de jaren 60 waren er heel wat bedrijfjes met toptechnologie, maar de nodige schaalgrootte ontbrak. Toen hebben Duitsers, Fransen en andere Europeanen de krachten gebundeld, en ze hebben een wonderlijk vliegtuig ontwikkeld.”
Daarom wordt volgende week woensdag een ‘high level’-bijeenkomst georganiseerd met bedrijven als BASF, Total, Siemens, Renault en Daimler. Ook het Belgische Solvay zou vertegenwoordigd zijn. Doel is de pijnpunten te identificeren “en te bekijken welke acties nodig zijn voor de EU om concurrentieel te blijven, of om de leiding te nemen”, verduidelijkt Commissiewoordvoerster Anna-Kaisa Itkonen.
Te laat?
Maar ‘concurrentieel blijven’ of ‘leiden’ klinkt als een stevige onderschatting van de realiteit. “Vandaag wordt slechts 3% van de batterijen in Europa gefabriceerd”, zegt ING-econoom Max Erich, die er afgelopen zomer nog een paper over publiceerde. Zowat alle productie zit in Azië. Denk aan China, Japan en Zuid-Korea. Amerika speelt ook een almaar grotere rol, dankzij Tesla. “Het is de vraag of het niet te laat is voor Europa”, zegt Erich. “We lopen zo ontzettend achter dat er veel zal moeten gebeuren om de rest überhaupt te kunnen inhalen.”
Niets doen is echter geen optie. “We moeten de afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers van materialen en batterijcellen omdraaien”, zegt Itkonen. “Net zoals we vandaag afhankelijk zijn van de olieproducerende landen”, voegt Erich eraan toe, “zullen we anders afhankelijk zijn van de producten van die batterijen.”
Volgens Erich maakt Europa wel nog een kans, mocht het inzetten op nieuwe batterijtechnologieën.
De mogelijkheden van lithium-ion-batterijen lopen stilaan op hun einde. Met nieuwe technieken zoals solid state-batterijen die daarna volgen, zou Europa nog een kans kunnen maken. “Als Europa daar als eerste voor gaat, ligt het veld weer open.”
Versnippering
Op de bijeenkomst volgende week moet worden gezocht naar een gezamenlijke aanpak. Europese bedrijven komen nu in verspreide slagorde op het veld, met veel versnippering tot gevolg.
Zo wil het Zweedse NorthVolt, opgericht door een voormalige Tesla-directeur, een batterijfabriek bouwen van 4 miljard euro. Die zou zich qua schaal kunnen meten met Tesla’s befaamde ‘Gigafactory’. Het bedrijf is nu geld aan het ophalen voor de eerste fase van de bouw. Het hoopt ermee te beginnen in 2018, de eerste batterijen zouden in 2020 van de band moeten rollen.
In Duitsland heeft TerraE, een consortium van zeventien bedrijven, plannen om twee lithium-ion-fabrieken te bouwen. En in het Verenigd Koninkrijk wil Dyson, bekend van de stofzuigers en handenblazers, een elektrische auto ontwikkelen en daarbij inzetten op nieuwe solid-state batterijen.
Voor het produceren van die batterijen trekt het 1 miljard pond uit. Het bundelen
van de Europese krachten moet die versnippering tegengaan en, net zoals destijds met Airbus gebeurde, het tij keren.
Het is nog te vroeg om te zeggen hoe zo’n initiatief er concreet zal uitzien, maar bij de Commissie valt te horen dat de vergadering meer wordt dan alleen maar een praatbarak.
Europa zou zelfs klaarstaan met een behoorlijke som geld om samenwerking te ondersteunen. De Financial Times had het over 2,2 miljard euro, maar dat cijfer wil niemand binnen de Commissie herhalen. “Maar dat het een redelijk bedrag zal zijn, is zeker”, klinkt het daar.