Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“De televisie, de gazet… Ik voel dat we nog gaan doorbreken, jongens!”

- STEFAN LAENEN

B

ij de rijkswacht, daar zijde pas een echte vent. Bij de Strangers, daar zijde echt een

monument. John De Wilde (84), Alex Boeye (83), Bob Van Staeyen (81) en Nest Adriaensen (76) vieren hun briljanten jubileum. Geen enkele andere Vlaamse band zong het ooit 65 jaar uit.

Oekandana? Voor u verder leest: onderstaan­d interview is afgenomen in het Algemeen Antwaarps, maar voor uw gemak vertaald naar de minder sappige standaardt­aal.

Het Sportpalei­s broeit. De Strangers maken zich backstage klaar voor hun allerlaats­te optreden onder het groenblauw­e dak. Stranger Bob steunt op een flightcase. Nest – de jongste – en John – de minst jonge – tappen een mop. Alex ijsbeert zichzelf in concentrat­ie. De toneelmees­ter geeft een sein, en een wonder geschiedt. Bob zwiert zijn krukken fluks aan de kant en stapt gezwind het podium op. Zijn drie collega’s dartel in zijn zog. Als de heren toonvast hun hymne Antwaarpe inzetten, neemt een negenduize­ndkoppig koor het over. Wat volgt, is een meer dan welverdien­d applaus voor 324 jaar podiumerva­ring, ruim 450 nummers en meer dan een miljoen verkochte platen. Bij de Rijkswacht, Schele Vanderlind­en, Den Bompa, Strand van Sint-Anneke, Strangers On 45… De lijst is lang. De Strangers zijn levende iconen.

Nest: I-clonen zeker (lacht). Wij zijn simpele clowns, hoor. Niet meer dan dat. Bob: Cijfers kunt ge niet weerleggen, maar we zijn dan ook al 65 jaar bezig. Dan telt het vlug op. John: Het was wel eens hectisch. De Strangers traden jaarlijks soms honderd keer op, dat is om de drie dagen. Vergeet niet dat we overdag nog een ‘gewone’ job hadden. Na onze reguliere uren gingen we dan repeteren of optreden. En we waren gediscipli­neerd. Om leutig te zijn op een podium, moet je keihard werken. Alles was afgesproke­n en ingestudee­rd. Daarom kennen we nu nog bijna alles uit het hoofd, het is erin gedrild. Dat is een vorm van zelfrespec­t, we hadden geen baas. Alex: Het ware beter geweest voor De Strangers dat er een baas was geweest. Maar het is zo, we zijn vier vrienden en vier gelijken. Zijn De Strangers binnen? Bob: In het home of wat bedoel je? Nee, onze groep was een plezante bijverdien­ste, maar ook niet meer dan dat. We vroegen niet veel voor een optreden. Collegaart­iesten deden daar soms nukkig over, omdat volgens hen onze vraagprijs te laag lag. Maar ik vertikte het om onze prijs op te krikken op vraag van anderen. Dat is toch te zot? Ik nam de boekhoudin­g over van Alex, omdat ik bijna nooit op vakantie ging. Onlangs wilde ik via een actie van Gazet van Antwerpen de Flandria nemen, maar ik heb letterlijk de boot gemist. Net omdat ik zo weinig avontuurli­jk ben aangelegd, deed ik dus maar de administra­tie. De Strangers zijn eigenlijk kleine zelfstandi­gen.

Zien jullie elkaar nog vaak, nu het doek langzaam dichtgaat? Nest: Toch af en toe. Op verjaardag­en, rond nieuwjaar en met jubileekes links of rechts. Er valt geregeld wel wat te vieren. John: Om het nog eens in het schoon Antwerps te zeggen: we accorderen goed. Anders hou je het zolang niet vol met elkaar. We gingen – meestal toch – apart op vakantie en dan was je gerust. Als we dan terugkwame­n, lagen de gloednieuw­e teksten van Alex en Gust klaar, dus ik vermoed dat die gasten nooit konden uitrusten op hun congé. De fans verwachtte­n elk jaar opnieuw een langspeler. Een album per jaar, dat is een aardig tempo.

Alex schreef samen met Gust Torfs zaliger het leeuwendee­l van de teksten. Vaak gebaseerd op een Songfestiv­almelodie. Kriebelt het nog als je naar Eurosong kijkt? Alex: Kriebelen? Buikkrampe­n krijg ik ervan (lacht). Nee, ik heb totaal geen goesting meer om nog nummers voor De Strangers te

“Eén keer zette ik mijn handtekeni­ng op een borst. Mijn vrouw wist dat al voor ik thuis was. En de gsm bestond toen nog niet!”

schrijven. We duiken ook nooit meer de studio in, dus waarom zou ik? Ik vind dat recente Songfestiv­alnummers minder blijven hangen. Of ligt dat nu aan mijn ouderdom? b Ik ken tieners die Bij de b Rijkswacht en Oh Mijne Blauwe Geschelpte uit het hoofd kennen. Daarnet zag ik senioren tranen deppen tijdens Antwaarpe. Wie zijn jullie fans? Nest: Bedienden en burgemeest­ers, arbeiders en ministers. Van West-Vlaanderen tot Limburg, waar we dan wat trager zongen (lacht). Bob: Als we buitenkome­n, spreken ze ons aan over De Strangers. Zo simpel is het. Op straat, op de bus en in de supermarch­é. Behalve bij mijn Marokkaans­e coiffeur. Zouden de lezers geloven dat ik nog naar de coiffeur ga? Nest: Ik herinner mij een meisje dat haar borst aanbood aan Pol (Bollansee, de Stranger die in ’84 overleed aan een hartaanval, red.). Om te signeren, weliswaar. Pol weigerde niet. Hij was een welopgevoe­de vent. Ik zette mijn handtekeni­ng één keer op een borst. Mijn vrouw wist dat al voor ik thuis was. En de gsm bestond toen nog niet! Elke keer als we ambras hadden, kreeg ik dat dan op mijn brood: “Ga gij nog maar b een boezem signeren!” (lacht) Alex: Onzen artikel leende zich niet tot idolatrie. We waren geen sexy boysband en er zijn dus nooit hysterisch­e opstootjes geweest.

Geen seks, drugs en rock’nroll met fans? Bob: Wij reden altijd recht naar huis! (op fluisterto­on) Wat vraag jij nu, onze vrouwen zitten erbij, slimme! Annie, madame Bob: Inderdaad, wij reden heel vaak mee naar optredens. Toen we er eens niet bij waren, bleven de heren maar weg. Toen stond ik op het punt om de gendarmes te bellen. ’s Morgens kwam mijnheer erdoor, met zijn vieren blijven hangen op café om op sjotterkes te spelen. Mella, madame John: 58 jaar zijn we getrouwd. Net zolang als Bob en Annie. Het zal nu wel blijven duren zeker? (lacht) Maar het klopt, ze zijn langer getrouwd met De Strangers dan met ons. Els, madame Alex: In de week zat er nog een journalist van Humo bij ons. Zes uur is die mens blijven zitten. Hij at zelfs mee! Bob: Humo, op televisie, in de gazet… Ik voel dat we nog gaan doorbreken, jongens! Vorig jaar is er voor De Strangers zelfs nog een fanclub opgericht: De Strangers v’r Altaaid. Een vereniging die zich als doel stelt ons oeuvre te bewaren voor het nageslacht. Wie zien jullie zelf als jullie opvolgers? Nest: Voice Male? Die jongens zingen zeer goed, a capella. De Grungblave­rs uit Antwerpen zijn ook niet slecht, maar zij blijven in hun vertalinge­n vrij dicht bij het origineel. John: Er zijn hier in Antwerpen wel een paar pogingen geweest om een nieuwe formatie van De Strangers te lanceren, met jongere zangers. Maar dat is nooit gelukt. We stonden zeker ook niet honderd procent achter dat initiatief. Die toerist daar… Tourist LeMC, dat is zeker niet slecht. Maar verstaan jullie alles wat hij zingt? Soms slikt hij al eens een woord in. Nest: Ja, Tourist is een rapper en gebruikt zijn stem als instrument. Dat doen al die rappers, ze zingen dan in Amerikaans ‘slang’. Wij in de Antwerpse taal van het volk. Bob: Het Antwaarps van vroeger verdwijnt. Dialect klinkt niet meer zoals weleer. Maar in alle bescheiden­heid, nee, er staan geen opvolgers klaar. De Fixkes draaien ze soms op de radio, en Axl Peleman ook. Alex: Ik betreur het dat je De Strangers zelden – zeg maar nooit – hoort op Radio 1. Deels allicht omdat we in het dialect zingen, maar anderzijds, dat doet Wannes Cappelle ook. In de Duizend Klassieker­s op Radio 2 staan we ook niet. Het is te zeggen, er staan wel 45 liedjes van ons in, maar dan gezongen in het Engels of het Frans (lacht). Ons bewuste optreden in ’93 voor het Vlaams Blok speelt ons ook nog parten. Mensenlief, dat is een kwarteeuw geleden. Het stak ons altijd hoog dat sommige criticaste­rs ons daar op afrekenden. De Strangers onthielden zich altijd van politiek. We speelden niet voor partijen, we speelden voor mensen. Het zou verkeerd zijn als wij moeten overwegen welke overtuigin­g toeschouwe­rs in een zaal hebben. Mijn nummer Ziekenkas, over migranten die van onze sociale zekerheid houden, schoot bij een minderheid in het verkeerde keelgat. John: (onderbreek­t) Amai, dat weet ik nog. Durf het niet te zingen, ventjes, of we kloppen op jullie gezicht. En dat soort van stoere taal. Alex: Terwijl we in een lied als Gastarbeid­er net de schrijnend­e kant van de vluchtelin­gencrisis belichten. Lang overigens voor er sprake was van termen zoals vluchtelin­g en politieke correcthei­d. John: Tegenwoord­ig moogt ge nog met zo weinig lachen, is dat niet triestig? Links is rechts geworden, en rechts links. In ’85 zongen wij Terroriste­nrock, ondenkbaar vandaag.

Strangers Pol en Gust Torfs zijn heengegaan, Al Van Dam werkt ook al als producer in de hemel. Zijn jullie bezig met jullie finale afscheidsa­pplaus? Bob: Ge moogt niet denken aan ziekte en dood, want daar word ge ziek van en ge gaat eraan kapot. Nest: Ik ben 76 en ik hoop dat me 86 jaar zijn gegund. Dat zijn nog 3.650 dagen, dat is niet zoveel meer. Daarom amuseer ik me. Ik rij bijna dagelijks met mijn motor. Alex: De drie nummers voor op mijn crematie liggen klaar. Je ne suis pas mort je dors van Michel Sardou zaliger. En Arm Varken en Twee Ouw’ Mensen van De Strangers, bijlange nog niet zaliger.

Wat zijn jullie lievelings­nummers? John: Ik hou van Spaanse flamenco, ik volgde gitaarles bij Wannes Van de Velde. Bij De Strangers sprongen voor mij de nummers eruit waarin ik me mocht verkleden en spelen met accenten. John, astemblief, wa kregde ga na?, kon Pol dan lijzig zeggen. Doe mij dus maar Amaiamai, Broek van Grootmoemo­e, Zorba en Jantje Zag Eens Pruimen Hangen. Pas op, ik ben niet altijd de clown. In ’68 zongen we al: bove de stad, stinkend en plat / drijft vettige smoor van de fabrikke / asemt is goe, mor a g’et doe / is er veul kans da ge zult stikke. Vijftig jaar oud en steeds actueler, helaas.

Nest: (zingt) Melk. . .das ’t manneke / in ‘n fles of in e kanneke / alleman per dag z’n kruikske/ eerst in ’t mondeke / en dan in ’t buikske / veel melk. . in ’t lefke / van het manneke en van het wefke.

Ik had altijd veel respect voor het metier van Gust en Alex. Hun teksten zijn soms kolder, maar vaak ook pure kleinkunst. Neem nu Het Sleutelkin­d, over emotioneel verwaarloo­sde kinderen. Mijn haren komen overeind van zo’n tekst. Verder passen Route 66 en Walk On The Wilde Side van Lou Reed goed bij mij. Bob: Dag Zomer, een schoon liedje van ons uit ’75 dat bijna niemand zich nog herinnert. We hebben ook serieuze liedjes, mijnheer.

Bob, tijdens je bindtekste­n begon je ontelbare keren vol goede moed aan de cowboymop. Nooit lieten je collega’s je uitspreken. Dus, op algemeen verzoek, steek van wal! Bob: Amai! Geire! Awel, er waren dus een keer twee cowboys. Zei die ene tegen die andere… John: Jongens, kom we zijn weg! Dat is hier gedaan! Nest: Iets drinken in de bar mannen? Alex: Dankuwel, mensenlief!

“Tegenwoord­ig moogt ge nog met zo weinig lachen, is dat niet triestig? Links is rechts geworden en rechts links.”

“Ons bewuste optreden voor het Vlaams Blok in 1993 speelt ons nog altijd parten. Mensenlief, dat is een kwarteeuw geleden!”

“Het Antwaarps van vroeger verdwijnt. Dialect klinkt niet meer zoals weleer. Nee, er staan geen opvolgers voor ons klaar.”

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium