Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Hulpverlening in hoerenbuurt
“De armoede onder oudere sekswerkers is zorgwekkend”
Al vijftien jaar komen prostituees gratis en anoniem op medische controle bij Ghapro (gezondheidszorg en hulpverlening aan prostituees) in het Antwerpse Schipperskwartier. Maar de organisatie helpt de mannen, vrouwen en transseksuelen ook met andere problemen, want werken in een grijze zone is niet zo vanzelfsprekend.
Vrouwen met te kleine bh’s aan staan heupwiegend achter de ramen van de Verversrui. Twee mannen polsen bij een prostituee naar de prijs. Aan de overkant is een nieuwbouwpand met wit licht in plaats van rode neon. Hier zit het kantoor van Ghapro.
‘Alleen sekswerkers’, staat er op de deur van de wachtzaal. “We willen voorkomen dat vriendjes of pooiers met de meisjes meekomen”, vertelt coördinator Katleen Peleman. “Dat is niet prettig voor de andere vrouwen in de wachtzaal en misschien kunnen ze niet vrijuit spreken op het consult.” Voor gewone klachten moeten de prostituees naar hun huisarts, maar als het over seksuele gezondheid gaat, is dat voor hen ongemakkelijk. “We oordelen niet, we proberen hen te helpen waar nodig”, vertelt Katleen Peleman. “Onze dokters bekijken de klachten ook op een andere manier. Duizeligheid en hoofdpijn zijn voor een huisarts misschien een griepje, onze dokters zullen zich afvragen of iemand misschien poppers met cannabis combineert.” De hulpvragen zijn behoorlijk uiteenlopend, blijkt uit de verhalen. “Laatst belde een prostituee ons in paniek op omdat ze haar geld met vrienden had meegege- ven naar Roemenië. Aan de grens was haar 5.000 euro in beslag ge- nomen door de douane. Het meis- je heeft geen contract en kon daardoor geen domicilie aanvragen en geen bankrekening openen. Maar haar geld is wel eerlijk verdiend. Nu moeten we dat pro- beren aan te tonen, in de hoop dat ze haar geld terugkrijgt.”
Prostituees die als zelfstandige werken, kunnen sociale bijdragen betalen. “Er zijn er die dat doen. Een prostituee had onlangs een ongelukje gehad en haar pols gebroken. Omdat ze sociale bijdragen betaalde, hebben we na lang onderhandelen kunnen regelen dat ze een arbeidsongeschiktheidsuitkering kreeg, ook al werkt ze in een beroep dat offi- cieel niet bestaat”, zegt Peleman. “Het leven van een sekswerker is georganiseerd rond een beroep dat niet erkend is. Daardoor moeten we voortdurend creatief zijn.” Ook voor andere zaken kunnen de sekswerkers hulp inroepen. Soms gaat er iemand van Ghapro mee naar een intakegesprek van de psychiater of wordt uitgevist wat je moet doen om een hondje mee te nemen in het vliegtuig. “We krijgen veel vragen over huisdieren. Veel prostituees zijn ver van huis en voelen zich eenzaam. Een hond of een poes geeft dan toch wat gezelschap.”
Lunchformules
Toen Ghapro werd opgestart, was de prostitutiebuurt net ingeperkt tot een gedoogzone van drie straten. Maar sociaal hulpverlener Anne Vercauteren heeft de vroegere situatie nog wel gekend. “Er waren toen peeskamers zonder daglicht waar de gebruikte condooms in de lavabo dreven. Met het nieuwe beleid en strenge controles is de hygiëne er geluk- kig erg op vooruitgegaan.” In 2004 waren de Albanese prostituees nog in de meerderheid in het Schipperskwartier. Ondertussen zijn die verdrongen door Roemeense en Bulgaarse meisjes. Afrikaanse vrouwen werken vanuit de cafés. De meeste Vlaamse vrouwen werken vooral in de privéclubs. “Daar komen we ook”, vertelt Anne Vercauteren. “Mensen denken altijd dat prostitutie ’s avonds en ’s nachts floreert, maar veel prostituees werken overdag, in allerlei soorten lunchformules.” Een eigenaar van een club moet wel toestemming geven voor een bezoek van Ghapro. Situaties van minderjarigen en mensenhandel komen ze dus niet zo snel tegen. Katleen Peleman: “Al gebeurt het soms ook dat prostituees zelf initiatief nemen. Zo was er een club waarover we verontrustende recensies op internet hadden gelezen en waar we niet binnen mochten. Daar vonden gangbangs plaats, zonder condoom. Uiteindelijk is er een meisje naar ons gestapt en heeft ze al haar collega’s overtuigd om hetzelfde te doen. De zaak is ondertussen overigens gesloten.” Ghapro werkt in heel de provincie, maar de mannelijke prostituees en de transgenders zijn echte stadsfenomenen. “Wat ons bij de transseksuelen zorgen baart, is het ongecontroleerde gebruik van hormonen”, zegt Vercauteren. “Veel transseksuelen hebben vroeger amateuristische behandelingen ondergaan of namen gewoon heel veel anticonceptie voor extra hormonen. Hun lichaam kampt vaak met chronische ontstekingen of zelfs vervormingen.”
Bij de vrouwelijke prostituees blijven anticonceptie en voorbehoedsmiddelen de belangrijkste onderwerpen. Ghapro sensibiliseert sinds drie jaar ook de klanten. Katleen Peleman: “Ik heb eens telefoon gekregen van een klant die belde om te zeggen hoe schandalig het was dat hij een ziekte had opgelopen. Terwijl hij waarschijnlijk zelf heeft aangedrongen om het zonder condoom te doen.”
Voedselbank
Een zorgelijke ontwikkeling is dat de medewerkers van Ghapro steeds meer armoede zien bij prostituees. “We wijzen hen geregeld de weg naar de voedselbank of naar plekken waar ze tweedehandskleding kunnen vinden”, vertelt Anne Vercauteren. De laatste drie jaar steeg het aandeel van de oudere sekswerkers, van 45 jaar en ouder, van minder dan 5% tot 7%. “De meesten van hen gaan door omdat stoppen geen optie is. Ander werk vinden is heel moeilijk. Ze hebben onvoldoende gespaard of bouwden nooit een pensioen op”, zegt Katleen Peleman. “Dat is zorgwekkend.” Ze pleit voor betere sociale bescherming. “Prostitutie wordt gedoogd, maar iedereen die een prostituee helpt, valt onder de strafwet. Zoek dan maar eens een boekhouder of een brandverzekering. Er zou een aparte regeling moeten komen voor sekswerkers die hen in staat stelt om een menswaardig bestaan op te bouwen. Voor de poetsvrouwen zijn zo veel inspanningen gedaan om hen uit het zwartwerk te houden. Dat verdienen de sekswerkers ook.”
KATLEEN PELEMAN Coördinator Ghapro “We krijgen veel vragen over huisdieren. Veel prostituees zijn ver van huis en voelen zich eenzaam. Een hond of een poes geeft dan toch wat gezelschap.”