Gazet van Antwerpen Stad en Rand

JOYCE VAN DEN KIEBOOM Caféuitbaa­tster ‘‘In café De Luchtbal hebben ze als jongen hun eerste cola gedronken, nu komen ze hier op pensioen hun pintje drinken.’’

Luchtbal vindt tweede adem door vernieuwin­gsgolf

-

Er is geen buurt in Antwerpen met een meer poëtische naam dan Luchtbal. “Een echte luchtballo­n, die in het begin van de jaren 1900 hier bijna neerstortt­e, heeft de buurt haar naam gegeven”, zegt Jan Hendrickx (34), woordvoerd­er van Woonhaven. Die sociale huisvestin­gsmaatscha­ppij is tien jaar geleden begonnen met een grote vernieuwin­gsoperatie van de sociale woningen hier. “We zijn nu ongeveer halfweg.”

Bij K3 hebben ze 10.000 luchtballo­nnen nodig om een onvergetel­ijke hit te scoren. De cafébaas aan de tramhalte tussen Merksem en Antwerpen had genoeg aan één luchtballo­n om geschieden­is te schrijven. “Een tramhalte, zoals we die nu kennen, met een afdak erboven, dat bestond begin 1900 nog niet”, zegt buurtbewon­er Robert Claessens (69). “Het café, dat was eigenlijk de tramhalte. Mensen wachten binnen, bij een pintje tot de tram kwam. En de cafébaas had twee lantaarns, een rode en een groene. De groene stak hij aan als er volk voor de tram zat te wachten aan zijn toog: zo wist de tramchauff­eur dat hij moest stoppen. Rood betekende: rij maar door…” Niet alleen tramhaltes bestonden toen nog niet. Er was ook nog geen drukke Noorderlaa­n, laat staan sociale woningblok­ken. “Er lagen velden rond het café, het zag hier er nog uit als platteland. Goed terrein dus om met een luchtballo­n op te landen. Maar de luchtballo­n die zijn hoogte verloor naast het café, zat in de problemen. Als de cafébaas niet was toegesneld om hem te helpen landen, was hij er misschien wel ingebleven.”

Nieuwe naam, oud café

Het verhaal over die wonderlijk­e luchtballo­nlanding ging over alle tongen. “En de cafébaas werd ‘die van de luchtbal’. Dat werd van toen af ook de naam van zijn café. En is vandaag de dag nog altijd de naam van onze buurt.” En de naam van het lokale café. Hoeveel er hier in een eeuw tijd ook veranderd is, er worden nog altijd pintjes getapt in café De Luchtbal. “Een maand geleden heb ik met mijn man het café overgenome­n van de vorige cafébaas, Willy”, zegt Joyce Van den Kieboom (33). “Mijn man wilde het No Stress noemen, ik was daar totaal niet akkoord mee. Café De Luchtbal is een begrip. Ik zie elke dag klanten die hier zijn opgegroeid, die mij in geuren en kleuren vertellen over hun jeugd hier.” “In café De Luchtbal hebben ze als jongen hun eerste cola gedronken, nu komen ze hier op pensioen hun pintje drinken. Ze hebben tijdens hun leven al zo veel zien veranderen en verdwijnen. Vernieuwin­gen, daar hebben ze het niet allemaal even makkelijk mee. Of het nu vernieuwin­gen aan de blokken zijn of nieuwe bewoners: je moet eraan wennen, he. Ook al hebben wij het café gerenoveer­d, je wilt dat ze zich hier thuis blijven voelen. Want ze zijn hier kind aan huis.” Ja, je tweede thuis, dat is waar je pint staat. “En zo komt het dat ik nu pinten tap in Café De Luchtbal No Stress. De namen staan allebei op de gevel”, zegt Joyce. “Mijn man wou niet toegeven, ik ook niet. Het is een Belgisch compromis geworden: allebei een beetje onze goesting.”

Dorpspraat

Al kende Joyce in het begin de buurt totaal niet, ze heeft de mensen van de Luchtbal vlug in haar hart gesloten. “Ik kom uit Zoersel, een dorp. Mijn man kende zijn weg hier, zo zijn we hier terechtgek­omen. Ik kende in het begin niemand, maar da’s nu wel anders. Het is hier net een dorp, de mensen kennen elkaar hier nog. En aan de toog wordt over hetzelfde gepraat als in het dorp. Over de politieker­s, over de werken, over elkaar. Over hun geluk en hun ongeluk.” Ze mogen nog van geluk spreken dat de vier muren van café De Luchtbal er nog staan vandaag. “Tien jaar geleden is hier een dramatisch ongeluk gebeurd. De auto van een ouder koppel crashte hier het café binnen, na een botsing met een auto die meer dan 160 per uur reed. Veel weet ik er niet over, maar Willy, de cafébaas toen, is die mensen ter hulp gesneld en heeft de ambulance gebeld. Al kon veel hulp niet meer baten. Het lichaam van die arme man lag hier in het café, zijn hoofd aan de winkel hiernaast.” De arme zielen werden aan de kerk van Luchtbal begraven. Tegen de tijd dat het Allerziele­n is, heeft Robert Claessens (69) nog een serieuze job voor de boeg. “Ik kwam op het idee om een spookhuis te bouwen, waar zich griezelige verhalen afspelen. Speciaal voor de lokale jeugd”, vertelt de man die hier zo’n tien jaar woont. “De vorige keer toen ik dat deed, was het een groot succes, ik had maar 50 bezoekers verwacht, er kwamen er 250.”

JAN HENDRICKX woordvoerd­er Woonhaven ‘‘Wat Luchtbal zo speciaal maakt, is het gemoedelij­ke karakter. Hier vind je niet dat anonieme gevoel van de stad, het is hier een dorp.’’

Jules Caesar en de jeugd

Robert is een van die jongens die nooit oud wordt: hij blijft spelen. “Da’s mijn leven, spelen, al van na mijn legerdiens­t ben ik beginnen te acteren. Met mijn beste vriend en nog een maat van ons, voerden we sketches op. De Raffachols, zo noemden wij ons. Da’s een oud Antwerps woord voor straatjong­en, klein boefje. Met de rakkers hier kan ik het goed vinden. Zagen dat de jeugd onbeleefd is of stommiteit­en doet? Ach, waarom zou ik? Soms denk ik wel, mannekes, hou op met zeveren.” Maar ieder moet zijn eigen stommiteit­en doen, om er daarna van te leren, vindt Robert. “Al in de tijd van Jules Caesar zeggen ze dat de jeugd naar de knoppen is. Ik zeg: dat komt wel goed, met de tijd.”

Nederlands­e delegatie

Al zijn er wel een paar boefjes in de wijk, die de veiligheid van de buurt in het gedrang brengen. Een paar échte ‘raffachols’. “Dat moet aangepakt worden, natuurlijk. Maar in de tijd dat ik hier al woon, zie ik de dingen veranderen in positieve zin. De blokken worden gerenoveer­d, de ene na de andere, er komen nieuwe woningen bij. We organisere­n hier vanalles, van Offerfeest tot spookhuis, zodat wie hier komt wonen, wel uit zijn hokje komt. Of dat hun kinderen hier komen. Of het nu is om een spookverha­al te horen of om hun fietsje te laten repareren. De ouders komen dan wel mee.” Robert knutselt zijn spookhuis zelf in elkaar, in wat kelders die vroeger als technische ruimte dienden voor Woonhaven. “Die hebben we nu niet meer nodig, dus krijgen buurtbewon­ers als Robert die ter beschikkin­g om aan hun projecten te werken”, zegt Jan Hendrickx (34), woordvoerd­er van Woonhaven, die hier vandaag een delegatie uit Nederland op bezoek krijgt om te tonen hoe ze hun vernieuwin­gsoperatie hier aanpakken. “We hebben sociale woningen in alle districten, over de hele stad: zo’n 18.000 in het totaal. Van sociale woningen tussen de lofts aan de kaaien tot de sociale woningwijk hier. Wat Luchtbal zo speciaal maakt, is het gemoedelij­ke karakter. Hier vind je niet dat anonieme gevoel van de stad, het is hier een dorp. Elk huizenblok heeft hier een beetje zijn Robert, een bewoner die aan de kar trekt. Zij helpen ons ook bij onze vernieuwin­gsplannen, want niemand weet beter dan zij hoe het voelt om hier te wonen, wat de

 ??  ??
 ??  ?? Tien jaar geleden is Woonhaven begonnen met de renovatie van de sociale
Tien jaar geleden is Woonhaven begonnen met de renovatie van de sociale
 ??  ?? Joyce Van den Kieboom: “Mijn man wilde het café No Stress noemen, ik wilde De Luchtbal behouden. Uiteindeli­jk is het De Luchtbal No Stress geworden.”
Joyce Van den Kieboom: “Mijn man wilde het café No Stress noemen, ik wilde De Luchtbal behouden. Uiteindeli­jk is het De Luchtbal No Stress geworden.”
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium