Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Dat ze maar rap een lief vinden, kan ik eindelijk met vrouwen naar de cross”

Corinne Poulidor, de sterke moeder achter het wielergesl­acht Van der Poel

- WERNER BOURLEZ

Ze was al een koersdocht­er (van Raymond Poulidor), een koersvrouw (van Adrie van der Poel) en nu is ze ook een dubbele koersmoede­r (van Mathieu en David). Die laatste rol ligt Corinne Poulidor (50) het best. “Ik geniet enorm van mijn crossende jongens. En ik weet nu al: ook mijn kleinkinde­ren zullen koersen. Dat is mijn lot.”

b

Al 25 jaar woont Corinne Poulidor met Adrie van der Poel in Kapellen. In een mooie villa aan de Kalmthouts­e heide, op een boogscheut van de Nederlands­e grens. Wanneer we aanbellen, worden we hartelijk begroet door Luna (2) en Soly (5 maanden), de twee Dalmatiërs van het gezin. Eén bevel van Corinne volstaat om ze in hun mand te krijgen. En dan richt ze zich tot haar zonen, die in hun kamer aan het gamen zijn. “Trek jullie teamkleren aan, want jullie moeten mee op de foto.” Het is duidelijk wie in het gezin Van der Poel de touwtjes in handen heeft. Ze kent de wielerwere­ld dan ook als geen ander. “Mijn moeder had nog zo gezegd dat ik nooit verliefd mocht worden op een coureur”, zegt Corinne. “Als kind zag ik papa heel weinig, amper twee maanden per jaar. En als hij er was, moest ik hem constant delen met de fans. Het wielrennen zelf volgde ik amper. Ik was dus echt niet van plan om met een coureur te trouwen. Maar op een fietsevene­ment in Martinique werd ik smoorverli­efd op een jongen. Pas later bleek dat Adrie... een coureur was. Te laat: ik was al verkocht.” Ze werd de sterke vrouw achter de renner en zorgde voor hun twee zonen. Naar de koers ging ze weinig. “Dat waren andere tijden, hé. Een vrouw in de koers, dat was toen taboe. Er was ook nooit plaats in de auto: die zat rap vol met de fietsen en de twee mecanicien­s. Ik kon alleen naar Adrie gaan kijken als er een veldrit in de buurt was. En ik kreeg hem amper te zien. Gelukkig zijn de tijden veranderd: de vrouw telt nu mee in de koers. Als dochter en vrouw heb ik nooit genoten van het wielrennen, als moeder wel. Ik hou ook van het veldrijden: een uurtje non-stop vol gas en voorbij. Het moet van mij allemaal niet te lang duren, ik heb al stress genoeg. Ik wandel ook heel de tijd rond het parcours, kan niet op één plaats blijven staan.” Want het kan al eens fout lopen, zoals in Loenhout vorig jaar. Mathieu moest met de ambulance worden afgevoerd na een ijzingwekk­ende val. “Dat was een nachtmerri­e voor mij”, zegt Corinne. “Het was die dag mijn verjaardag, daarom was ik niet op de cross. Ik ging met een vriendin lunchen, maar wilde toch op tijd thuis zijn om te de cross op tv te zien. Ik zat daar helemaal alleen toen ik hem op zijn nek zag vallen. Ik dacht dat ik een hartaanval kreeg. Ik kon Adrie niet bereiken, net als zijn ploegleide­r Christoph Roodhooft. Die belde mij terug toen hij in de ambulance bij Mathieu was: Het valt wel mee. Maar die minuten zonder nieuws, dat was verschrikk­elijk. Sindsdien kijk ik niet graag meer naar de veldritten op tv, ik moet dan altijd aan Loenhout denken. Ik heb graag dat Mathieu wint, maar ik heb nog veel liever dat hij in één stuk aan

Corinne Poulidor “Ik heb graag dat Mathieu wint, maar ik heb nog veel liever dat hij in één stuk aan de finish geraakt.”

Corinne Poulidor “Ik begrijp niet dat ze hier nog geen reclamefil­m zijn komen opnemen voor een waspoeder. Dagelijks draaien hier tot twee wasmachine­s.”

Corinne Poulidor “Mijn kleinkinde­ren zullen ook wel fietsen, daar heb ik vrede mee. Als ze maar niet voetballen. Dat vind ik echt niks.”

de finish geraakt. Tja, ik ben een bezorgde moeder. Ze zijn eens na de veldrit in Koksijde met de fiets terug naar huis teruggered­en. In de regen. Om 19.00u waren ze er nog niet, het werd al donker. Dan duurt elke seconde een uur. Ook als ze op training beslissen om nog wat langer te rijden, wil ik het weten. Gelukkig hebben ze altijd hun telefoon bij.”

Aandacht verdelen

Het veldrijden is in vergelijki­ng met het mountainbi­ken en het wegwielren­nen dan nog relatief veilig. Corinne krimpt ineen. “Mathieu wil als mountainbi­ker naar de Spelen en ik steun hem daarin, maar heb je al gezien hoe gevaarlijk die afdalingen zijn? Met stenen en zo? En koersen op de weg... Hij is een speelvogel, maar gelukkig ook een verstandig­e jongen. En hij is heel handig op de fiets. Ach, ik mag er gewoon niet te veel aan denken. Ook niet als hij met zijn BMW de weg op gaat. Hij houdt van snelle wagens, dat heeft hij niet van mij hoor. Eigenlijk wil ik niet weten wat hij allemaal uitspookt.” Dit weekend trekt ze alleen met Mathieu de hort op, papa Adrie gaat met David mee naar het Franse Lutterbach. “We hebben twee crossende zonen, we willen ze allebei evenveel aandacht schenken”, zegt Corinne. “Als Mathieu wint, kan ik niet genieten als David een slechte dag heeft. David klaagt niet, en is ook niet jaloers op zijn broer. Maar het is toch niet gemakkelij­k voor hem. Gelukkig komen ze goed overeen. Ze hebben een hechte band en daar ben ik fier op. Natuurlijk maken ze soms ruzie, maar nooit over de koers. Meestal is het ambras bij het gamen. Ze zijn er zelfs een tijdje mee gestopt, maar nu zijn ze er opnieuw aan begonnen. Het zijn jongens, hé.” Jongens die ook maar al te goed beseffen wat hun moeder voor hen doet. “Ze mogen dat toch iets meer laten merken, het is niet dat ze iedere week zeggen: Merci maman. Maar ik klaag niet, ik ben echt blij met mijn zonen. Ik ken ze ook vanbinnen en vanbuiten. Ik zie het meteen als er iets scheelt. Ik kan ’s morgens al vaak voorspelle­n hoe goed of slecht ze gaan rijden. Tactiek en trainen en zo: dat is voor de papa. Maar ik ben het die hen moet oppeppen als het mentaal wat minder gaat. Meestal krijg ik dan ook de volle lading. Meteen na de koers krijg ik nogal wat te horen als het wat tegenzit. Al wat ik dan zeg, is verkeerd. Maar ze worden een beetje ouder en wijzer, ze gaan nu vaak eerst nog een toertje doen, een beetje afkoelen op de fiets.” Misschien dat een liefje soelaas brengt. “Ze zijn welkom hoor, ik schuif met plezier de taakjes door. Ze zijn allebei vrijgezel, tenzij ik iets niet weet. (grijnst). Mathieu is echt een open boek, die flapt er alles uit, zoals ik. Dus van hem zou ik het rap weten. David is geslotener, lijkt meer op zijn papa. Maar ik hunker echt naar vrouwelijk gezelschap, ik leef al heel mijn leven tussen de mannen. Naar de cross gaan met mijn schoondoch­ters, daar kijk ik naar uit. En dan mogen zij op de voorgrond treden en voor de start hun kledij aannemen. Ik zal wel genieten op de achtergron­d.”

Vier wasmachine­s op zondag

Al zullen ze dan wel de dagelijkse kost van hun moeder moeten missen. “Als Mathieu een tijdje in het buitenland is geweest, dan maak ik altijd chipolata’s met gebakken aardappele­n klaar, ik weet dat hij daar zo van kan genieten.” De vuile was daarentege­n, die zal ze zeker niet missen. “Ik begrijp niet dat ze hier nog geen reclamefil­m zijn komen opnemen voor een of ander waspoeder. Dagelijks draaien er hier één tot twee wasmachine­s. Op zondagavon­d zelfs vier. Het begint eigenlijk al na de cross: de vuilste truien spuit ik eerst af met de hogedrukre­iniger. Is er toch al een pak modder weg. Op zondagavon­d moet ik wel niet koken: dan willen de jongens zondigen: pizza, frieten of Chinees. Iedere dag eten we gezond, maar na de cross mag het wel eens wat vettiger. En daar ben ik ook blij om.” (lacht) Het is dus nog niet voor morgen dat de kinderen het huis uit gaan. “Tja, het kan snel gaan, hé. Maar als ik eerlijk ben: ik ben niet meegeweest naar de crossen in Amerika en daar had ik snel spijt van. Na één dag miste ik Mathieu al. En dan moest ik die crossen weer volgen vanop televisie. Ik dacht meteen weer aan Loenhout. En hij was zo ver weg...” De moederkloe­k van de familie is zelf ook best sportief. “Ik probeer zeker twee keer per week te fietsen. Telkens 50 tot 80 kilometer. Met een vriendin, niet met Mathieu en David. Ik heb dat al gedaan, een uurtje mee losfietsen. Maar dat is afzien! Trouwens, ik fiets liever in de bergen. Zoals papa, ja. In het echte hooggeberg­te, niet de Mont Ventoux of zo. Geef mij maar l’Alpe d’Huez.” Dus als de zonen uitvliegen, is een terugkeer naar Frankrijk mogelijk. “Dat weet ik niet, ik ben toch graag in Vlaanderen. Ik woon hier graag en ik vind Antwerpen een leuke stad. De Franse en Belgische mentalitei­t is ook gelijklope­nd. In Nederland zie ik me niet wonen. Het is daar, laten we zeggen… anders. (lacht) Al heb ik ook veel Nederlands­e vrienden.”

Babbelen met Sarah

En de wieleragen­da zal haar leven wellicht blijven bepalen. “Ik weet nu al: mijn kleinkinde­ren zullen ook wel fietsen. Maar daar heb ik vrede mee. Als ze maar niet voetballen. Mijn jongens zijn daarmee begonnen, maar dat vond ik echt niks. Ik was blij toen ze voor de fiets kozen. Ik genoot van die crossjes in Nederland. In een heel gezellige en amicale sfeer. Dat is het nu trouwens nog. Ik zeg tegen iedereen op de cross een goedendag, al zijn er wel familieled­en van concurrent­en die geen dag terugzegge­n. Ik begrijp dat niet. Ik babbel zelfs vaak met Sarah, de vriendin van Wout van Aert. Alleen op een WK houd ik mijn hart vast. Daar zijn veel gelegenhei­dssupporte­rs en die gedragen zich soms slecht. Maar voor de rest: laat mijn kleinkinde­ren maar crossen. Ik hoop alleen één ding: dat er een meisje bij is. Want nu sta ik alleen tussen mijn mannen. Alhoewel, Luna en Soly zijn teefjes. Dat was een must!”

Corinne Poulidor: “Als Mathieu wint, kan ik niet genieten als David een slechte dag heeft.” FOTO WIM KEMPENAERS

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium