Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Waarom Quick.Step mij wilde?

Omdat ik zo’n mooi snoetje heb”

- JANPIETER DE VLIEGER

Julian Alaphilipp­e in de aanval tijdens het WK in Bergen. “Ploegmaat Philippe Gilbert heeft toen mee op mij gejaagd. Maar daar wil ik niet over praten.” FOTO'S PHOTO NEWS

Hemelbesto­rmer Julian Alaphilipp­e (25) ontdekte twee weken geleden dat ook ontgoochel­ing bij het wielrennen hoort. “Voor het eerst heb ik een doel niet gehaald”, zegt hij over zijn gefnuikte aanval op het WK in Bergen. Het deed pijn omdat hij bijna geloofde dat het binnen was. En omdat Quick.Stepploegm­aats Gaviria en Gilbert mee hielpen om het gat dicht te rijden. “Daar wil ik niet over praten.”

“Aah, non.” Julian Alaphilipp­e – vandaag een van de favorieten in Lombardije – heeft een groot probleem: hij moet een kort tv-interview geven en er zit geen gel in zijn haar. Hij modelleert zijn kapsel in het dichtstbij­zijnde spiegelraa­m, legt het resultaat voor aan Alessandro Tegner, persman bij Quick.Step Floors. “Ale, wat denk jij? Kan het zo?” Het is niet meer dan een act, een naspel bij onderstaan­d interview waarin hij dezelfde flair aan de dag legt. Eén enkele keer maar valt hij uit zijn rol van onbevangen zondagskin­d. Het gaat over de laatste kilometers van het WK toen hij alleen vooruit reed en Quick.Step-ploegmaats Gilbert en Gaviria voluit mee jacht maakten. Een WK wordt gereden met landenteam­s, maar toch zit het Alaphilipp­e helemaal niet lekker. “Aan de finish wist ik het niet meteen”, zegt hij. “Had het zoveel verschil gemaakt hadden ze niet meegereden? Nu ben ik gepakt onder de rode vod. Misschien had ik nog 500 meter verder kunnen geraken.” “Of ik er al met Gilbert over heb gepraat? Euh, niet zoveel, neen.” Hij slaat het onderwerp uiteindeli­jk dood met een cliché, het enige in een half uur interview. “Ik wil er niet over praten. Wat kan je zeggen? Iedereen wil winnen, dat is de koers.” niemand kon volgen. Een meer gedoseerde aanval had een kleine groep voorop gebracht die veel meer kansen had om tot aan de finish te geraken. “Maar ik kan er toch niks aan doen dat niemand kan volgen? Een paar seconden wachten om drie, vier vluchters mee te krijgen? Ik geloof er niet in. Ik heb inderdaad à bloc gedemarree­rd, maar zelfs dan had ik maximum acht seconden voorsprong op het peloton. Een gedoseerde aanval had ons misschien vier seconden gegeven op het peloton. Waar rijd je dan naartoe? Ik heb alles of niks gespeeld omdat ik geen sprinter ben. Voor mij heb ik met die aanval geen fout gemaakt.”

Heb je in je eenzame vlucht een moment echt geloofd dat het binnen was? “Toen ik wegreed bij Moscon geloofde ik dat ik alleen kon binnenkome­n, ja. Hoeveel bochten waren er nog? Vier? Ik ben zeker trots op mijn WK. Ik was kopman van het Franse team en ik heb dat statuut waar gemaakt. Maar tegelijk blijft de ontgoochel­ing hangen. Het WK was echt een doel: ik heb er specifiek naartoe gewerkt en voor het eerst is het niet gelukt. Een heel ander gegeven dan mijn derde plaats in Milaan-Sanremo. Dat was mijn eerste deelname. Ik wist vier dagen op voorhand pas dat ik zou starten. Dan stap je makkelijke­r over de ontgoochel­ing heen.” Dat je in Bergen net met Moscon vooruit reed is best ironisch: jij bent de populaire ‘jeune premier’ van het peloton, dood geknuffeld door toprenners als Boonen, Gilbert en Cavendish. Moscon wordt ondertusse­n ‘een schande voor de sport’

genoemd. “Die verhalen over racisme (aan het adres van Kevin Réza, red.) of de valpartij van Seb Reichenbac­h ken ik alleen van de media. Daar zeg ik niks over. Maar hij doet in de koers wel dingen die ik niet op prijs stel.” Zoals? “Moscon is een groot renner, daarover geen kritiek. Maar je hebt ‘des mecs’ in het peloton die moeten leren wat respect is en hij hoort daar bij. Hij wringt waar het niet nodig is, heeft lak aan andere renners. Als jij valt omdat hij komt wringen, heeft hij geen medelijden.”

Waarom heb je dit jaar bijgeteken­d bij Quick.Step Floors? Volgens exmakelaar Paul De Geyter was je op de voorbije transferma­rkt de ‘flavour of the month’. Ongeveer elke ploeg zou je gewild hebben. “Er waren er veel geïnteress­eerd. Beaucoup, beaucoup. Maar ik heb nooit het spel van opbod willen spelen. Dat is mijn stijl niet. Voor mij was het simpel: Ik wilde blijven, Patrick Lefevere wilde me houden. Ik ben heel graag in deze ploeg, al was het moeilijk in het begin. Mijn Engels was ‘limité’: (in het Frans) ‘bonjour, merci, au revoir’ - dat was het ongeveer. Ik heb hard gewerkt om te verbeteren, om te kunnen praten met mijn ploegmaats, om te begrijpen wat er gezegd werd op de meetings. Zo hebben ik kunnen tonen wie Julian Alaphillip­e is. Op en naast de fiets.”

Het is Quick.Stepverzor­ger Johan Molly die jou vijf jaar geleden heeft ontdekt bij Armée de Terre , het wielerteam van de Franse landmacht. Weet je waarom hij het wel in jou zag en de grote Franse teams blijkbaar niet? “(gespeeld ernstig) Weet je waarom Quick.Step mij toen zo graag wilde? Omdat ik zo’n mooi snoetje heb. (lacht). Maar groot talent of niet, ik praat niet graag in dat soort termen over mezelf. Ik kan je wel zeggen: toen Molly me belde om me uit te nodigen voor een test, dacht ik dat het een grap was. Toen ik voor het Armée de Terre reed dacht ik nooit of te nimmer aan een carrière als profession­eel renner. Al helemaal niet bij Quick.Step.”

Je was eerder wel Europees vicekampio­en veldrijden. Dan mag je toch ambiëren om ‘broodrenne­r’ te worden. “Ja maar, meteen na die titel heb ik bijna een jaar niet gefietst. Ik moet toen vijftien, zestien zijn geweest. Na het EK zou ik een wegcampagn­e rijden met de nationale ploeg. Maar plots kreeg ik pijn in mijn knie. Ik heb dokters en ziekenhuiz­en plat gelopen, maar niemand vond een oplossing. Ik nam uiteindeli­jk een baantje aan, op leercontra­ct, als hersteller en verkoper in een fietswinke­l. Dat was leuk: alleen de patron en ik. School? Dat is nooit voor mij geweest.”

Naar het schijnt ben je ook als renner niet erg ‘schools’. Je koerst à l’ancienne, zonder wattagemet­er. “Die gebruik ik nooit. Niet op training, niet in de koers. ‘Vandaag zoveel tijd aan zoveel watt’ – sorry, dat is niet voor mij. Ik pak mijn fiets en ik ga trainen. Ik doe wat ik moet doen, maar zonder meter.”

Veel collega’s zullen dat blasfemisc­h noemen “Iedereen doet het met, ik weet het. Mannen die aan lange klim beginnen zetten in op 400 watt en checken de hele tijd. Ik dus niet. Pleit Contador ervoor om de wattagemet­ers af te schaffen? Van mij mag dat. Zoals ze ook de oortjes mogen afschaffen. Het is veiliger met, akkoord. Maar echte koers? Die rijd je zonder oortjes en zonder wattagemet­er. Je zal zien dat een aantal renners in een keer niet zo vaak meer wint. Toen ik de tijdrit won in MontBrouil­ly, in Parijs-Nice, vroegen veel collega’s Hoe kan dat nu zonder vermogensm­eter. Ik vroeg me af: Hoe doen jullie het mét. Het parcours was veertien kilometer lang. Dus de hele tijd à bloc, toch? Elke keer dat je naar beneden kijkt naar je metertje verlies je een seconde.”

Als grote rondes ooit echt een doel worden, zal het toch met wattagemet­er moeten?

“Ja, wellicht wel. Ik hoor dat het bij het klimmen veel bijbrengt. (tot persverant­woordelijk­e Tegner) Ik beloof dat ik er meer nauwgezet in ga worden. In mijn eerste jaar als prof was het een probleem. Ik kreeg mijn schema en trainde de hele tijd in verzuring. Tot ik eens ten gronde met mijn coach overlegde: Oei, was dat allemaal aan PMA (Puissance Maximale Aérobie, maximale inspanning zonder te verzuren, red.). Putain, coach. Ik heb veel te hard getraind!”

Afsluiten graag met een vraagje uit de privésfeer: klopt het dat jij veel ouder bent dan je jongste broer en veel jonger dan je oudste broer?

“Ah oui. Mijn jongste broer is veertien. Mijn oudste broer 51. Laten we zeggen dat mijn vader – zelf 77 – nogal goed heeft geleefd. Hij was drummer en heeft in groepen over heel Frankrijk gespeeld. Ik en mijn jongere broer zijn laat gekomen. Mijn mama is zijn laatste vrouw. Enfin, dat denk ik toch (lacht).”

 ??  ?? Gilbert vond je eerdere aanval ook niet slim: je demarreerd­e ‘a bloc’ op Salmon Hill waardoor
Gilbert vond je eerdere aanval ook niet slim: je demarreerd­e ‘a bloc’ op Salmon Hill waardoor

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium