Gazet van Antwerpen Stad en Rand
KOEN KENNIS
Schepen voor Mobiliteit (NVA) “De komende jaren worden verschillende bestaande kruispunten onder de loep genomen.”
Philip Heylen (CD&V) is een geboren verkoper. Niet een die producten verkoopt, maar wel ideeën. Als schepen deed hij dit voor het Museum aan de Stroom en het Red Star Line Museum. Hij doet dat nu weer met de verbrandingsoven Isvag in Wilrijk. Heylen werd in 2001 voorzitter van deze intercommunale. De oven werd aangewezen als een belangrijke bron van luchtverontreiniging en de oorzaak van de gezondheidsproblemen bij kinderen in de buurt. Zestien jaar na zijn aanstelling kan hij uitpakken met de plannen voor de bouw van een nieuwe oven in een architecturaal jasje. Het afval is op hem blijven plakken, want nu voert hij volop strijd voor de invoering van statiegeld op drankverpakking en blikjes. Het is onbegrijpelijk dat die strijd nog steeds moet worden gevoerd. In Duitsland is het principe al lang ingeburgerd. In Noorwegen komt 87% van alle drankverpakking terug dankzij statiegeld. Het enige wat we van de verpakkingsindustrie en de Vlaamse regering horen is: het ligt moeilijk. Waarom zou dat bij ons moeilijker liggen dan in Duitsland of Noorwegen? Of leggen de verpakkingsindustrie en de overheid daar gewoon meer verantwoordelijkheidszin aan de dag? Het uitblijven van politieke moed en de stugge houding van de verpakkingsindustrie zorgen er mee voor dat in Antwerpen jaarlijks 9 tot 10 miljoen drankverpakkingen op straat terechtkomen. Dat is 60% van al het zwerfvuil. Het kost de Antwerpse belastingbetaler 20 miljoen euro per jaar om het op te ruimen. Dit is afval dat wordt verbrand in de Isvagoven en dat in het ergste geval in de voedselketen terechtkomt. Het is moeilijker om dat te negeren dan om statiegeld in te voeren. Dat zou het toch moeten zijn.