Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Kritisch, maar niet voor zichzelf
The only Living Boy in New York
Van: Marc Webb Met: Callum Turner, Kate Beckinsale, Jeff Bridges 88 min.
The only Living Boy in New York opent als een essay over de vraag of New York zijn ziel kwijt is en of de stad een broeihaard van welgestelde verveling geworden is. De film straalt nostalgie uit, bezorgdheid om een metropool die stilaan op een pretpark lijkt. Jammer genoeg gaat die zoektocht verloren en blijven we achter met een oppervlakkig drama: Thomas, wannabe schrijver en kritische New Yorker, is de hypocrisie van zijn stadsgenoten beu, maar raakt zelf verwikkeld in een relatie met Johanna, de minnares van zijn vader.
Een gevoel van déjà vu overheerst. De plot lijkt een tegenpool van het duistere
Damage van Louis Malle. Jeff Bridges, buurman en onverwachte mentor, doet te veel denken aan Robin Williams in Good
Will Hunting. Met een titel geleend uit een song van Simon & Garfunkel is de soundtrack maar een van de referenties naar The Graduate, want Johanna lijkt een jongere versie van Mrs. Robinson.
Maar hoewel het verhaal zinnig wordt afgerond, valt de bijtende satire van
The Graduate nergens te bespeuren. Noch de menselijke ambiguïteit van Damage of zelfs de frisse valsheid van Good Will
Hunting. En dat was niet erg geweest, als regisseur Marc Webb die pretenties niet aan de dag had gelegd.