Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Nooit verwacht dat dit ons zou overkomen”
Ann, Stefan en Katja verloren een jaar geleden dochter Sofie (12) in Zemst
Verdriet en boosheid. Dat is wat de ouders van Sofie De Ridder uit Eppegem een jaar en drie maanden na het dodelijke ongeval van hun dochter voelen. “Je mag kruispunten nog zo veilig maken, zolang bestuurders niet uit hun doppen kijken, blijven er doden vallen.”
Sofie De Ridder (12) is nog overal aanwezig in het huis van het gezin De Ridder-Segers. Haar naam prijkt op een versierd houten bord boven de garagepoort, in de living staan en hangen tientallen foto’s en steunkaartjes, en in de tuin hebben haar ouders Stefan en Ann een bloemenperkje aangelegd ter herdenking van hun dochter. Die verongelukte een jaar en drie maanden geleden onderweg naar school. Ook Sofies oudere zus Katja (nu 16) was erbij toen het ongeval gebeurde. Ze waren van hun thuisdorp Eppegem, een deelgemeente van Zemst, onderweg naar de Ursulinen in Mechelen, waar ze naar school gingen. Op een kruispunt in Zemst merkte een vrachtwagenchauffeur de twee meisjes niet op toen hij rechtsaf wilde slaan. Sofie kwam onder de wielen terecht, zus Katja kwam er met de schrik vanaf. Alleen haar fiets belandde onder het voertuig. “Katja durft nog niet terug met de fiets naar school”, vertelt mama Ann. “Ze heeft het geprobeerd, maar de stress op de baan is te veel voor haar. Ze gaat nu met de trein. We vonden het al bewonderenswaardig dat ze haar jaar nog heeft verdergezet. Maar ze heeft concentratiestoornissen. Ze kreeg een B-attest en moest van richting veranderen. Nu volgt ze een richting waar ze eigenlijk niet voor gekozen heeft. Ze heeft het niet makkelijk. Niemand van ons. We leven niet, we overleven.”
Doods
“Sofie was de levendige van het gezin. Ze kon niet stilzitten”, vertelt Stefan. “Nu is het hier doods. Vroeger zaten Sofie en Katja bo- ven kabaal te maken, nu is het oorverdovend stil en dat breekt ons hart.” “De mensen uit het dorp zijn ook afstandelijker”, zucht Ann met de ogen naar beneden. “Ze bedoelen het niet zo, maar ze weten niet wat ze ons moeten vragen of vertellen.” Of ze het nu willen of niet, de ouders van Sofie voelen nog veel boosheid. Ook op de chauffeur die het ongeluk veroorzaakte. “We proberen nu contact met hem te leggen via een bemiddelingsdienst”, vertelt Ann. “Maar ik heb het er moeilijk mee. Het is bijna sterker dan mezelf. Ik wil best geloven dat hij spijt heeft, maar dat heeft hij ons zelf nooit laten weten. Hij heeft ook nooit gevraagd hoe het met Katja gaat, terwijl hij haar toch ook heeft aangereden. Ik kan er niet aan doen dat ik boos ben op hem. Maar ooit wil ik hem wel spreken. We hopen ook dat de zaak voor de politierechtbank komt. Niet dat we die man naar de gevangenis gestuurd willen zien. Maar er is te veel gebeurd om zomaar te zeggen: ‘Vergeten en vergeven’. Op een of andere manier moet hij er toch op gewezen worden dat hij een zware fout heeft gemaakt.”
SofAlert
Sofie’s verhaal beroerde heel Eppegem. Temeer omdat Merel De Prins, ook uit Eppegem én een van de beste vriendinnen van Sofie, een jaar eerder was doodgereden door een man die vluchtmisdrijf pleegde. De ouders van Sofie en Merel zamelden samen met heel wat vrienden geld in voor
STEFAN Papa van de overleden Sofie “De mensen uit het dorp zijn afstandelijker. Ze bedoelen het niet zo, maar ze weten niet wat ze ons moeten vragen of vertellen.”
Rondpunt, een organisatie die werkt rond opvang voor verkeersslachtoffers. Ze startten een petitie om het aantal verkeersdoden te doen dalen en overhandigden die aan ministers Ben Weyts (N-VA) en Koen Geens (CD&V). Schoolvriendinnen van Sofie ontwikkelden SofAlert, een apparaat dat fietsers op hun bagagedragers kunnen bevestigen en dat vrachtwagenchauffeurs waarschuwt wanneer er een dodehoekongeval dreigt. “Dat vond ik echt een prachtig gebaar”, zegt Ann. “Ik heb toen geweend. Niet uit verdriet, maar uit een soort warmte. Het gaf me het gevoel dat Sofie nog iets betekent. En wie weet wordt het ooit een echt product dat levens kan redden.”
Fietshelm
Levens redden, dat hopen Ann en Stefan ook te doen door hun verhaal te vertellen. “Ik had Sofie ’s avonds nog een zoen gegeven en slaapwel gewenst. ’s Ochtends heb ik haar niet meer gesproken omdat ik al naar het werk vertrokken was toen zij naar school vertrok. En daarna werd ze uit mijn leven gerukt. Op één seconde tijd. Ze reed op het fietspad, had groen licht en droeg zelfs een fietshelm. Ze had een hekel aan fietshelmen. Maar ik had haar gezegd: ‘Misschien gaat dit ding ooit nog je leven redden.’ Hoe naïef eigenlijk. Ik had nooit verwacht dat dit ons zou overkomen. Maar zolang chauffeurs niet uit hun doppen kijken als ze op de baan zijn, kan het iedereen overkomen. En dan mag je de infrastructuur nog zo veilig maken. Als automobilisten niet beseffen dat ze aan het stuur van een moordwapen zitten, dan verandert er niets. Dan blijven er families uit elkaar getrokken worden.”