Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Deradicalisering is complete chaos”
Hans Bonte bezoekt ‘zijn’ Syriëstrijders in de gevangenis
Er zitten 112 Syriëstrijders in Belgische gevangenissen. Maar wat gebeurt er met die mensen eens ze vrijkomen? In principe moeten de burgemeesters hen opvolgen. Maar volgens Hans Bonte, burgemeester van Vilvoorde, is daarover complete onduidelijkheid. Dus ging hij het zelf uitzoeken. Hij bezocht vier Vilvoordse Syriëstrijders in de gevangenis.
“Onze gevangenissen zijn een echte schande. Het gezegde luidt: de kwaliteit van een samenleving kan je afmeten aan de manier waarop ze met haar gedetineerden omgaat. Als dat klopt, dan leven we hier vandaag in een derdewereldland.”
Hans Bonte, sp.a-Kamerlid en burgemeester van Vilvoorde, heeft de voorbije weken vier van de zeven Vilvoordse Syriëstrijders bezocht die in een Belgische gevangenis zitten. En hij is met een afkeer voor het hele gevangeniswezen teruggekeerd. “Sommige gebouwen zijn echt in erbarmelijke staat, er is overbevolking en alles is er zo vreselijk bureaucratisch georganiseerd”, zegt hij.
Beïnvloedbaar
Vanuit Vilvoorde zijn de voorbije jaren 28 jongeren naar Syrië vertrokken. “Zeven van hen zitten vandaag in een Belgische gevangenis”, aldus Bonte. “De rest is spoorloos of gesneuveld.” Met vier van hen is hij in hun cel gaan spreken, in de gevangenissen van Hasselt, Beveren en Sint-Gillis. “Ik had daarvoor een mandaat gekregen van de minister van Justitie, om hen onaangekondigd in hun cel te bezoeken. Ik wilde hen zelf ontmoeten. Want als burgemeester heb ik de opdracht om hen nauwgezet op te volgen, maar ik heb geen enkele richtlijn over de manier waarop ik dat moet doen, laat staan dat ik informatie heb over hun mogelijke vrijlating.”
Na die vier gesprekken, waarvan één zelfs enkele uren duurde, trekt Bonte een conclusie die een gevangenisdirecteur hem eerder als grap had gezegd: “Je komt hier slechter uit dan je bent binnengekomen.”
“Ik vrees dat dit voor veel Syriëstrijders de harde realiteit is”, zegt Hans Bonte. “Ik heb vier jonge gasten gezien, twintigers en een prille dertiger, die heel beïnvloedbaar zijn. Meelopers die hier problemen hadden met justitie, drugsrunners die uit naïviteit zijn meegestapt in een geflipt verhaal, vaak om aan hun problemen hier te ontsnappen. Ik vrees dat zij niet sterker uit de gevangenis gaan komen. Niet dat ze nog eens naar Syrië zullen trekken. Maar wel dat ze opnieuw in het criminele milieu gaan belanden.”
Volgens Bonte spelen drugs een belangrijke rol in het hele verhaal. “Veel Syriëstrijders hadden voordien al drugsproblemen, en in de gevangenis worden die alleen maar versterkt. Drugs en drugshandel zijn alomtegenwoordig binnen de gevangenismuren. Dat lijkt me niet echt een goede stap in de richting van een beter leven. Tel daarbij dat een job in de gevangenis nauwelijks geld opbrengt, en je zit met jonge gasten die snel in de verleiding komen om weer in de criminaliteit te belanden. Dan is de stap snel gezet om als simpel drugsrunnertje opnieuw 4.000 euro per maand te gaan verdienen.”
Geen duidelijke criteria
Maar het gaat voor Bonte ook om de aanpak van deradicalisering op zich. “Dat is complete chaos”, vindt hij. “In de gevangenissen van Hasselt en Ittre zijn aparte deradicaliseringsvleugels, voor gedetineerden die anderen zouden kunnen ‘besmetten’. Maar er zijn geen duidelijke criteria wie daar precies onder valt. Ik begrijp dat het niet gemakkelijk is, er bestaat geen thermometer om te meten hoe besmettelijk iemand is. Maar er zou toch ergens een leidraad moeten zijn. In het begin zat er nauwelijks iemand in die twee vleugels, en sinds daarover een parlementaire vraag is gesteld, zitten ze vol. Dat lijkt me ook niet echt juist.”
“Daar komt nog bij dat de verschillende diensten elkaar voor de voeten lopen. De psychosociale dienst, die tot de federale overheid behoort, heeft eigenlijk geen tijd om gedetineerden te begeleiden. Daarnaast zijn er diensten van de Vlaamse en Franse gemeenschap. Zij zijn bezig met de deradicaliseringsprogramma’s, maar de twee gemeenschappen hebben elk een eigen aanpak, vanuit een compleet tegengestelde visie. En dan zijn er nog de aalmoezeniers en de imams, die ook ondersteuning geven. Op den duur weten gedetineerden niet meer bij wie ze waarvoor terechtkunnen.”
Oplossing
Een pasklare oplossing voor alle problemen vraagt Bonte vandaag niet. Maar alvast wel duidelijkheid over de rol die hij als burgemeester in dat verhaal heeft. “Hoe moet ik die mensen opvolgen wanneer ze na hun gevangenisstraf weer vrijkomen? Mogen zij bijvoorbeeld alle jobs doen of zijn ze uitgesloten van bepaalde beroepen? En hoe zit het met de veiligheid? Niet alleen als ze weer in de criminaliteit belanden, maar ook de beveiliging van die Syriëstrijders zelf. Een van hen is in de gevangenis al eens stevig in elkaar getimmerd. Ik kan me voorstellen dat dit ook kan gebeuren wanneer hij opnieuw in vrijheid is. Het zijn allemaal vragen waarop een taboe lijkt te rusten. Het is nochtans belangrijk voor de beveiliging van onze samenleving.”
HANS BONTE
Burgemeester Vilvoorde (sp.a)
“Hoe moet ik die mensen opvolgen wanneer ze na hun gevangenisstraf weer vrijkomen?”