Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“We hebben alles nog altijd in eigen handen”
Opnieuw geen zege en weg koppositie. Nee, het werd niet het beste weekend voor Beerschot Wilrijk. Het meeste balbezit, constant overwicht en veel werkkracht bleken in Westerlo onvoldoende voor de overwinning. Zondag komt nieuwe leider OH Leuven op bezoek op het Kiel. Een wedstrijd die wellicht bepalend zal zijn voor de eerste periodetitel.
Met nog drie wedstrijden te gaan in de eerste periode is OH Leuven naast Beerschot Wilrijk naar de leiding geklommen. Maar vermits de Leuvenaars een beter doelpuntensaldo (twee doelpunten meer) dan de Mannekens kunnen voorleggen, mogen zij zich voorlopig leider noemen.
“We weten dus waar we voor staan”, zegt Tom Van Hyfte. “Het is nu dubbel jammer dat we op Leuven diep in blessuretijd de overwinning nog uit handen gaven. Zelf keek ik toen tien minuten voor tijd tegen een onterechte tweede gele kaart aan, en dat heeft zeker zijn invloed gehad. Doodjammer. Maar dat betekent ook dat we OH Leuven absoluut niet moeten vrezen en dat de tijd rijp is om zondag die twee punten terug te pakken. Met de steun van onze supporters moeten we in staat zijn om de zege kunnen grijpen. De strijd om die eerste periodetitel kan nog alle kanten uit. Van de drie resterende wedstrijden spelen we er nog twee op eigen veld. Als we winnen tegen Leuven, volstaat een zeven op negen om de eerste periode te pakken. We hebben dus alles nog in eigen handen.”
Westelse muur niet gesloopt
Al zal het dan wel beter moeten dan zondag op het veld van Westerlo. Na de thuisnederlaag tegen Cercle slaagde paars-wit er in ’t Kuipje niet in om opnieuw met de zege aan te knopen. Al was het spel ook niet zo slecht. Van Hyfte: “Voor rust hadden we momenten waarin we Westerlo pijn hadden kunnen doen, alleen vergaten we te scoren. Na de rust zakte Westerlo massaal terug en was er centraal geen ruimte meer. Misschien hadden we het meer via de flanken moeten proberen. We liepen te veel met de bal en waren vaak te slordig en onvoldoende scherp in de afronding van onze acties. Je merkt dat veel tegenstanders ons beginnen te kennen en veel meer gesloten gaan spelen. Dat kunnen we beschouwen als een compliment, maar het is nu aan ons om openingen en oplossingen te vinden tegen die meer verdedigend ingestelde ploegen.”