Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Wie weinig krijgt, leert veel te nemen
Robert Pattinson schittert in bittere farce over twee marginale broers
Van: Ben Safdie, Josh Safdie Met: Robert Pattinson, Jennifer Jason Leigh, Ben Safdie 99 min. Robert Pattinson neemt zijn mentaal gehandicapte broer op sleeptouw om een bank te overvallen. gaat over losers die niets te verliezen hebben.
Banken overvallen was sexy, spannend en stijlvol. Het was
Bonnie and Clyde, Butch Cassidy and the Sundance kid Heat.
en Maar de fun is eraf. Het feestje is gedaan. De banken beroven de mensen en de mensen zijn wanhopig. Zo weinig plezier spat ervan af in waarin de personages allesbehalve een fijne tijd is gegund.
De kijker komt er beter vanaf, met dank aan hilarische plotwendingen, een groezelig sfeertje en Robert Pattinson in grote doen. De acteur is al lang de status van bloedeloos ontgroeid. Na gedurfde rollen in David Cronenbergs
en gaat hij met een flinke stap verder: dit is Pattinson op zijn minst charmant, met een
Good Time,
Twilight-tieneridool Cosmopolis
Good Time
Maps
to the Stars vale huid en de gefocuste ogen van een slapeloos randfiguur.
Pattinson speelt Connie Nikas, een jongeman die in Amerika weinig flatterend als ‘white trash’ zou worden omschreven en bij ons als ‘marginaal’. Deze loser heeft er alles voor over om een winnaar te worden. Was dat niet de belofte van de American dream? Zijn underdogpositie wekt sympathie op, zijn gedrag afkeer. Het is niet het enige waarin hij doet denken aan Travis Bickle in
Ook hier speelt ras een dubbelzinnige rol. De bankovervallers trekken maskers aan om voor zwarten door te gaan. Later maakt Connie misbruik van de gastvrijheid van twee migranten. Net zo misbruiken de filmmakers het vertrouwen van de kijker: niemand had je gezegd dat je Connie sympathiek moest vinden.
Taxi Driver.
Is hij dan geen goeie jongen? Hij redt zijn mentaal gehandicapte broer Nick van een therapiesessie die meer weg heeft van een marteling. Maar algauw blijkt dat hij de labiele Nick misbruikt voor een bankoverval die ze zo stuntelig volbrengen, dat je er compassie mee krijgt. Wat begint met één briefje aan de bankbediende, wordt een hele briefwisseling.
Het is een farce, alleen is de humor zo wanhopig dat het lachen je vergaat. Deze jongens zitten ook niet voor hun plezier in de criminaliteit, maar uit noodzaak. Het geeft een sociaal kantje aan de klungelige overval.
Wanneer Nick wordt gevat, wint Connie opnieuw je sympathie: in plaats van er alleen vandoor te gaan, gaat hij op zoek naar geld om zijn broer op borg vrij te krijgen. Ondertussen belandt de gevangen Nick zwaargewond in het ziekenhuis, uiteraard streng bewaakt. Connie ziet een kans om hem te bevrijden, en dat loopt – u raadt het – niet zoals gepland.
Al is de vraag of deze jongens überhaupt veel plannen. Connie is vooral een geweldig improvisatietalent, door zijn ongetwijfeld miserabele jeugd getraind om voortdurend de snelste exit uit de grootste ellende te vinden. Wie weinig krijgt, leert veel te nemen.
Net als de twee antihelden zijn ook de makers van deze film twee broers: de New Yorkers Joshua en Ben Safdie. Hun debuut
was gebaseerd op hun eigen onconventionele vader. In deze derde film speelt Ben Safdie zelf de rol van Nick. Verwar deze doe-het-zelfmentaliteit
Daddy
Longlegs niet met amateurisme: is topwerk van twee jonge regisseurs die perfect weten wat ze doen.
Au fond is dit een sociaal drama over jonge mannen die aan hun lot zijn overgelaten. Maar het is bepaald geen Ken Loach, want wat is hier dan de boodschap? Dat Amerika een harteloze samenleving is voor zorgbehoevenden? “Ik denk niet dat je zo verantwoordelijk voor dit alles bent als je denkt”, zegt de advocaat tegen Nick.
Uiteindelijk blijft het toch ook een misdaadfilm in neontinten, met een lekker luide en flashy soundtrack van Oneohtrix Point Never, die ook Iggy Pop inschakelt. “No Fun”, zong Iggy ooit, en dat is het hier ook. Niets aan deze broers suggereert dat zij plezier beleven aan hun banditisme.
Wanneer Connie op het spoor komt van een fles lsd, hoopt hij die te verkopen. De fles ligt verborgen in een verlaten pretpark. Wat een drieste daden, wat een droevig decor. Ooit was Amerika een rollercoaster, maar de lichten zijn al lang gedoofd en iedereen is naar huis. staart angstaanjagend diep in het lege ravijn achter het kapotte reclamebord van de American dream. Nihilisme was zelden zo hip.
Good Time
Good
Time