Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Dezelfde ogen, neus en glimlach”
Twee Belgen vinden onbekende verwanten via internationale DNA-databank
Twee Belgen die met donorsperma zijn verwekt, hebben elk afzonderlijk een halfbroer of halfzus gevonden na registratie bij een internationale DNAdatabank. “De in België opgelegde onwetendheid over halfbroers en zussen is dus een farce”, klinkt het tevreden bij de stichting Donor Detectives.
De meeste mensen die verwekt zijn met behulp van donorsperma, hebben geen informatie over de donor. Spermadonoren blijven in ons land anoniem. Maar de internationale DNA-databanken, opgericht met het oog op stamboomonderzoek, slaan die belofte nu aan diggelen. Twee Belgen die zich los van elkaar registreerden op de grote Family Tree DNAdatabank, hebben daar elk afzonderlijk een match gevonden.
De Mechelse Sophie Raeymaekers is de zus van Steph Raeymaekers uit Wilrijk, initiatiefneemster van de vzw Donorkinderen. Samen met nog een broer vormen ze een drieling. Uit DNA-onderzoek bleek al dat ze van twee donoren afstammen. Ze werden dus verwekt aan de hand van een ‘cocktail’ van spermastalen van meerdere mannen.
“Ik heb me nooit kunnen spiegelen in mijn familie”, zegt Sophie. “Ik lijk helemaal niet op mijn broer en zus. Maar nu heb ik dus opeens een biologische halfzus gevonden, die drie jaar jonger is dan ik. Haar Nederlandse moeder is indertijd voor een vruchtbaarheidsbehandeling naar het UZ Jette gekomen. Ik ben erg geschrokken toen ik zag dat ik met haar een erg hoge DNAmatch heb. Ik deel met haar méér DNA dan met mijn drielingzus en -broer.”
De twee hebben elkaar nog niet ontmoet, maar wel al gemaild en aan de telefoon gesproken. Ze hebben ook al foto’s uitgewisseld. “Onze gelijkenissen zijn zeer treffend. Ik vind in haar zowel innerlijke als uiterlijke eigenschappen van mezelf terug: dezelfde ogen, blik, neus, kin tot zelfs dezelfde glimlach toe. Ook zij is zacht van karakter. We nemen nu de tijd om elkaar op een rustige manier te leren te kennen.”
De andere match is er een tussen een halfbroer en -zus. Bijzonder is dat deze twee donorkinderen elkaar al hadden ontmoet op een bijeenkomst van de vzw Donorkinderen. Ze werden met tien jaar verschil verwekt in een ander ziekenhuis: de vrouw in het UZ Gent, de jongeman in het vroegere SintNiklaasziekenhuis in Kortrijk. De kans op verwantschap werd klein geacht, tot de match binnenkwam.
De stichting Donor Detectives is tevreden dat nu ook Belgische donorkinderen erin slagen hun onbekende verwanten te vinden. “Hiermee laten we, na Nederland, ook in België zien dat donorkinderen het heft in eigen hand nemen en dat de beloofde anonimiteit en opgelegde onwetendheid over halfbroers en -zussen een farce is”, zegt voorzitter Emi Stikkelman. “Alle donorkinderen kunnen hun verwanten vinden. De antwoorden zitten in ons eigen DNA.”
“Deze matches geven andere Belgische donorkinderen hoop”, zegt ook An Peeters van Donor Detectives. “We roepen daarom op dat zo veel mogelijk mensen zich registeren bij internationale DNA-databanken. Maar we verzoeken beleidsmakers ook het huidige beleid zeer kritisch te bekijken en hun verantwoordelijkheid op te nemen aangaande ondersteuning, begeleiding en creëren van mogelijkheden om tegemoet te komen aan de fundamentele behoeften van donorkinderen.”