Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Baas NMBS kraakt NMBS
Het wordt bijna een realityshow, het beheren van de spoorwegen in ons land. De opdracht: 227 miljoen reizigers via 552 stations op een stipte, comfortabele en veilige manier naar hun bestemming brengen zonder dat het de belastingbetaler fortuinen kost. Die voorwaarde is belangrijk. De NMBS torst een schuldenberg van 2,98 miljard euro en draaide vorig jaar nog met 250 miljoen euro netto verlies op een omzet van 2,2 miljard euro.
Al een hele reeks managers hebben hun tanden stuk gebeten op deze uitdaging. Telkens opnieuw wordt hoop gecreëerd, worden plannen ontvouwd, worden dure eden gezworen en telkens opnieuw mislukt het. De enige zekerheden zijn dat de schuldenberg hoog blijft, dat politieke benoemingen erbij horen als slagbomen bij een overweg en dat er op tijd en stond gestaakt wordt.
Sinds zeven maanden is het de beurt aan Sophie Dutordoir, voormalig topvrouw bij Electrabel. Gisteren stelde ze haar visie voor in het parlement. En ja hoor, de vaste pijnpunten passeerden weer de revue, al had ze toch nog enkele verrassende accenten: er heerst een bijna militaire eenrichtingshiërarchie, interne communicatie is onbestaande, van de 19.000 personeelsleden hebben er slechts 8.000 een e-mailadres, personeelsleden hebben sinds decennia geen baas meer van dichtbij gezien, machinisten spreken amper met treinbegeleiders, stationschefs of loketbedienden, er zijn erg veel afwezigheden door arbeidsongevallen (“ik ben van mijn stoel gevallen toen ik de cijfers zag”), er gebeurt nog veel met potlood en papier, er wordt gewerkt met honderd verschillende externe partijen (“geen enkel bedrijf dat zichzelf respecteert werkt zo”) en het directiecomité heeft voorwaar nog eens de koppen bij mekaar gestoken (“… de eerste keer in jaren dat we samen steak met friet gegeten hebben. Daarvoor was er een cultuur waarbij iedereen elkaar gerust liet”).
Je zou er nog maar eens hoopvol van worden, van een nieuwe baas die de toestand in het eigen bedrijf zo op de korrel durft te nemen en die het werk van illustere voorgangers zo ongenadig evalueert.
Alleen was Jo Cornu, de laatste die het heeft mogen proberen, destijds óók begonnen met een messcherpe analyse. Na drie jaar heeft hij het opgegeven.
‘Si on me laisse faire’ (als men mij laat doen), riep procureur Michel Bourlet ooit uit. Zullen de regerende partijen de nieuwe CEO van de NMBS voluit steunen? Zullen de politiek benoemde krokodillen in de raad van bestuur – denk aan Jean-Claude Fontinoy, vertrouweling van vicepremier Didier Reynders (MR), en Marc Descheemaecker, door de N-VA afgevaardigd (en ook voorzitter van De Lijn) – bereid zijn om het roer mee om te gooien? Zullen de vakbonden zich soepeler opstellen? Hoe naïef klinkt dat eigenlijk?