Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Die periodetitel moet de onje zijn "
Beerschot Wilrijk versus OHL. Zondag is het Olympisch Stadion het decor voor de strijd om de eerste periodetitel. Sterkhouder Mo Messoudi hoopt de ‘arrogante’ Leuvenaars een lesje te leren. “Wij moeten opletten voor hun stilstaande fases.”
Na het gelijkspel op Westerlo moet Beerschot Wilrijk voor het eerst sinds lang de leidersplaats delen. OH Leuven, de tegenstander zondag, telt evenveel punten maar heeft een beter doelsaldo (+13 vs. +11). Met nog drie wedstrijden in de eerste periode is de confrontatie cruciaal voor het eerste finaleticket. Net nu sukkelt Mo Messoudi met een blessure aan de hamstrings. Achter zijn naam staat nog een vraagteken. “Ik doe er alles aan om wedstrijdfit te geraken,” benadrukt Messoudi. “Zaterdag probeer ik voluit te trainen. Dan zal de beslissing vallen of ik kan spelen. Het is bijzonder zuur net nu met zo’n blessure geconfronteerd te worden. Zo’n belangrijke wedstrijd tegen mijn ex-club wil ik niet missen. Lukt het me toch niet om honderd procent fit te geraken, dan richt ik mijn vizier op onze thuiswedstrijd van vrijdag tegen Roeselare.” Wat betekent de komst van OHL? “Al een heel seizoen spreken we in de aanloop naar de eerstvolgende match van een belangrijke wedstrijd. Dat is eigen aan de competitieformule met acht ploegen. Het is moeilijk om in dit format een grote voorsprong uit te bouwen, maar zondag wordt het een wedstrijd die echt wel een grote impact zal hebben op de eerste periodetitel.” Hoe sterk schat je OH Leuven in? “Dit is een mooie affiche. We zijn aan elkaar gewaagd. Als je een compilatie zou maken per ploeg van alle doelpunten die ze scoorde dit seizoen, komen wij daar als primus uit. De opbouw naar onze doelpunten, de afwerking, de grote variatie bij het scoren, ... Niemand doet beter dan wij. Zo scoorden we net zo goed via voorzetten als via infiltraties door het centrum, combi-
Mo Messoudi ‘‘Het bestuur van OHL vond in dat incident de stok om te slaan en om door mijn ontslag budget te kunnen vrijmaken.’’ ‘‘Ik mag er niet aan denken deze topmatch te moeten missen omdat ik niet tijdig fit raak.’’
naties of uit vrijschoppen. Dat is de verdienste van onze technische staf en van de spelers die het kunnen en willen uitvoeren. Wij moeten het vooral hebben van een snelle balcirculatie over de grond.”
“OHL daarentegen is dikwijls beslissend via stilstaande fases. Het beschikt over specialisten en twee snelle vleugelspelers. Aan ons om zondag zo veel mogelijk een vrije trap in de buurt van ons strafschopgebied te vermijden. Het scoorde ook vaak tijdens de slotminuten, dan zullen we dus attent moeten blijven. In Leuven zeggen ze dat ze zelf hun grootste tegenstander zijn. Overtuigd zijn van je eigen kwaliteiten is een mooie eigenschap, maar dergelijke uitspraken vind ik vrij arrogant.”
Je speelde nog een jaar in Leuven. Hoe blik je daarop terug?
“Over mijn eigen prestaties mocht ik niet klagen, maar als ploeg kenden we een moeilijk seizoen. We degradeerden via de nacompetitie, waarin we in onze wedstrijden tegen Moeskroen tweemaal een strafschop misten. In de voorbereiding op het nieuwe seizoen werd ik ontslagen na een relletje waarbij ik eerst werd geprovoceerd en daarna een klap uitdeelde. Ik lag er goed in de groep, want een aantal ploegmakkers getuigden in mijn voordeel, maar voor het bestuur bleek heel dat voorval de geschikte stok om te slaan en om door mijn ontslag budget te kunnen vrijmaken.” “Tijdens de heenmatch van enkele weken geleden werd ik er nog goed ontvangen door de clubdokter, de materiaalman en enkele mensen van rond de ploeg. Het bestuur heeft het graag over respect, ambitie en progressie als sleutelwoorden. Ik heb echter het gevoel dat die code alleen wordt toegepast als het hen goed uitkomt.”
In welke mate leeft de match van zondag in jullie kleedkamer? “Heel sterk, daar mag je van overtuigd zijn. Spelen voor een nagenoeg uitverkocht stadion, voor een vol bezoekersvak... Voor de wedstrijd is er het jaarlijkse jeugddefilé, dat altijd voor extra sfeer zorgt. Dan hebben we het nog niet over de inzet van de wedstrijd. Iedereen zal het beste van zichzelf willen geven. Daarbij rekenen we uiteraard opnieuw op onze supporters, die altijd voor een extra stimulans zorgen. Ik wil er niet aan denken dat alles te moeten missen door zelf niet tijdig fit te geraken.”
Voor het seizoen spraken jullie over ‘leren verliezen’ en ‘top vier’. Zondag kunnen jullie een grote stap naar de periodetitel zetten? “Sommige mensen vonden mij misschien overmoedig toen ik stelde speciaal naar Beerschot Wilrijk te zijn teruggekeerd om met mijn ploeg zo snel mogelijk onze plaats in eerste afdeling opnieuw op te eisen. Ik was ervan overtuigd dat er met deze technische staf en spelerskern voldoende kwaliteit was om die doelstelling waar te maken. Het gaat sneller dan ik verwachtte. Voor dit seizoen waren Cercle en OHL en in mindere mate Roeselare onze zwaarste concurrenten. In de tweede periode kan er zich met een ploeg als Union bijvoorbeeld nog een extra kandidaat aanbieden. Het zou een grote opluchting zijn mochten we die eerste periodetitel pakken, maar ook een grote teleurstelling mocht het niet lukken. Ook met een gelijkspel zondag zijn we niet uitgeteld, maar we gaan weer vol voor winst.”
In eerste speelt Antwerp een topper tegen Club. Zorgen die knappe resultaten voor extra motivatie?
“Er wordt bij ons wel over gepraat. Het is knap wat Antwerp neerzet, maar we spiegelen ons hoegenaamd niet aan hen. De budgetten zijn niet vergelijkbaar. Ik durf wel stellen dat wij geen 13 jaar in tweede klasse zullen nodig hebben om terug te keren naar 1A. Je kunt over een periode van 13 jaar wel een mooie documentaire maken, maar miraculeus zou ik die terugkeer niet durven te noemen. Antwerp en Beerschot Wilrijk zijn nog steeds twee clubs met een totaal verschillend DNA. Antwerp moet het meer hebben van strijd leveren naar Engels model. Beerschot brengt het mooiere, technische voetbal. Dat was destijds toen ik bij de jeugd speelde al zo, en dat is vandaag niet anders.”