Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik ben een wegrenner die nu even aan cross doet”
Zowel in Boom als in Koksijde starten de beloften dit weekend al voor het middaguur. Dat is vroeg, maar met ene Tom Pidcock aan de start loont het de moeite om zo vroeg af te zakken. Want de 18jarige Brit is het grootste wielertalent in jaren. Tijdritten, klassiekers, de piste, de cross: overal waar hij komt, is Pidcock het haantje de voorste.
Zone Reme, een industriewijk in Westerlo. Hier is het kantoor van veldritploeg Telenet - Fidea Lions gevestigd. Een van de burelen is omgebouwd tot leefruimte en wordt momenteel bewoond. In het ‘appartement’ met zicht op de voorgevels van firma’s als BVBA Asbest Partners en LRB Bedrijfswagensinrichting verbleef de voorbije week het meest veelzijdige wielertalent sinds Mathieu van der Poel. Het palmares van de 18-jarige Tom Pidcock bij de juniores in 2017 doet de ogen uitpuilen. Hij won Parijs - Roubaix, werd op de piste nationaal kampioen op de scratch, veroverde vorige maand de wereldtitel in het tijdrijden en zegevierde eind januari ook op het WK veldrijden. Resultaat: een transfer naar het continentale Telenet - Fidea Lions, ook al werd hij het hof gemaakt door verschillende WorldTourploegen.
Waarom kiest een jonge Brit voor Telenet Fidea Lions als ook Team Sky interesse heeft? “Omdat ik me graag wil verbeteren in het crossen. Volgende zomer zal ik voor een specifieke wegploeg uitkomen, maar die naam is nog niet bekend. Maar in de winter wil ik crossen. Er waren ook andere crossploegen kandidaat. Maar hier heb ik de beste ondersteuning, beschik ik over het beste materiaal en word ik goed betaald om te doen wat ik graag doe: cyclocross.”
Speelde het mee dat Sven Nys hier de sportieve baas is? (grijnst) “Zeker.”
Wanneer hoorde je zijn naam voor het eerst? “De eerste keer dat ik hem live zag was op het WK in Zolder. Hij werd vierde, ik vijfde bij de juniores. Ik had een paar jaar eerder wel al eens van hem gehoord.”
Hij was geen idool?
“Neen. Ik vind het mooi dat mijn eerste WK zijn laatste was. He’s a legend. Voor alle crossers, ook in Engeland. Maar ik ben nog niet zo lang thuis in de crosswereld. Drie jaar geleden reed ik mijn eerste veldrit en ik won meteen. Op een mountainbike, terwijl mijn tegenstanders wel een crossfiets hadden. Niet veel later werd ik derde op het Brits kampioenschap en was de trein vertrokken.”
Hoe groot is het veldrijden in Engeland? “Yorkshire, waar ik vandaan kom, is het veldritcentrum van Engeland. De crossgemeenschap is daar één grote familie. Iedereen kent elkaar. Maar je
Tom Pidcock “Tijdens de speeltijd haalde ik vroeger truken uit op mijn fiets. De hele school stond te applaudisseren.”
kan het niet vergelijken met hier in Vlaanderen.”
Je verbleef deze week in Westerlo. Wat zijn de Westelse hotspots?
“Oei, oei. Ik heb nog niet veel tijd gehad om de toerist uit te hangen. Ik had het druk met die trainingen. Ik ben wel naar de Carrefour geweest. Dat was grappig. Mijn Nederlands is nog niet zo goed. Dank u, rechts, links: dat lukt al. Ik ga mij niet bezighouden met actief Nederlands te leren. Ik probeer het geleidelijk aan op te pikken. Gelukkig ziet een kip er in België hetzelfde uit als in Engeland. Ik kook ook zelf: granola, eitjes, kip met rijst. Ik kan goed voor mezelf zorgen.”
Mis je je familie niet? “Een beetje. Als renner ben je het gewend om niet veel thuis te zijn. Het is ook niet zo dat ik hier een hele winter zal verblijven. Het was maar één week. Er zullen nog wel periodes zijn dat ik hier logeer, maar meestal zal ik vooral overvliegen voor het weekend. Ik train ook liever in Yorkshire. Alles is hier zo plat en grijs. Yorkshire is heuvelachtig en groen.”
Hoe komt het dat een jonge Brit plots wil gaan crossen? “Mijn vader was een wielrenner, mijn moeder was loopster. Fietsen en veldlopen: tja, dan is veldrijden logisch. Fietsen is mijn leven. Dat is het altijd al geweest. Ik heb nooit andere sporten gedaan. Toen ik drie was, ging ik met mijn vader mee naar zijn wedstrijden. Ik reed dan voortdurend met mijn fietsje op de stoep langs het parcours. Ook op school stond bijna alles in het teken van de fiets. In de klas was ik geen kei. Daarom ben ik vorig jaar na het afmaken van mijn middelbare school ook niet aan hogere studies begonnen. In de lagere school zat ik tijdens de speeltijd constant rond te crossen op mijn fiets. Ik haalde dan truken uit. Al snel stond de volledige school in een cirkel rond mij om te applaudisseren. Ik was een beetje de circusartiest van de school.”
Techniek heb je in overvloed. Op het WK in Luxemburg was je de enige die reed met slickbanden met weinig profiel. De anderen waren beter gewapend, maar ze vielen als vliegen. “Ik was de enige die niet viel. Weet je dat ik in de week voor het WK thuis zelfs niet eens een crossfiets had? Ik trainde op de piste of op de weg. Maar toch heb ik nog veel te leren. Ik ben nog onervaren in de cross. Bijvoorbeeld dat je kleiner moet schakelen voor je aan een afdaling begint, zodat je nadien meteen kan optrekken. Of in het zand rijden. In Engeland heb je geen zand zoals in Koksijde.”
Je bent een toptalent, maar klopt het dat je in je eerste wedstrijd verloor van een meisje? “Ik was tien jaar of zo, en het was niet zomaar een meisje. Pfeiffer Georgi. Ze werd vorige maand zevende op het WK tijdrijden. Ze was die dag beter dan ik. Al denk ik wel dat ik toen kettingproblemen had. Eerlijk. Ik had dat voorval ook al verdrongen uit mijn geheugen. Bedankt voor de opfrissing.”
Je werkt samen met Trinity Sports Management, zoals ook Richie Porte en de broers Yates. Allen wegrenners. Hoe lang blijf je nog crossen?
“Drie jaar, minstens.”
Je bent enorm veelzijdig. Geeft je dat op termijn geen keuzeproblemen zoals bij Mathieu van der Poel? “Op dit moment ben ik een crosser, maar ik ben eigenlijk een wegrenner die nu even aan cross doet. Ik wil nu nog niet alles op de weg zetten. Het is niet dat ik niet kan kiezen, ik moet eerst nog groeien voor ik kan beslissen. Hoe ouder je wordt, hoe moeilijker het wordt om verschillende disciplines te combineren. Ik kan nog twee jaar wat verkennen en dan kan ik kiezen wat ik wel doen.”
Na je wereldtitel tijdrijden in Bergen zei je dat je droomkoers Parijs Roubaix is. Waarom? “Het is puur, hard. Man versus machine. Een prachtige koers. Iconisch.”
Nys was je idool niet. Wie dan wel? “Dat veranderde constant. Om mijn vader te plezieren zal ik zeggen dat hij mijn eerste idool was. Dan kwam Mark Cavendish. Mijn vader was ook sprinter, maar toen ik besefte dat ik dat niet was, veranderde ik naar Bradley Wiggins, en nadien naar Peter Sagan. Ik hou van zijn stijl. Hij vat het allemaal spelend op. Koersen voor de fun, ik doe dat ook. Tegenwoordig ben ik fan van Wout Poels.”
Mag ik Poels een niet voor de hand liggende keuze noemen? “Hij is grappig. Je moet zijn Instagram eens checken. Maar Wiggo is mijn nummer één aller tijden. Dé legende van het Britse wielrennen.”
Kent hij jou? “Ik heb hem nog niet gesproken, maar hij zal wel weten van mijn bestaan.”
Wil je zelf een legende worden? “Het is geen doel. Alhoewel, doe maar ja. Als je veel wint, word je automatisch een legende.”
Koksijde is een legendarische cross. Wat zegt dat jou? “Ik reed er nog nooit. Ik weet dat het een klassieker is. Een beetje zoals Parijs - Roubaix, toch?”