Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik ben de liefste mens ter wereld”

- MARC VERMEIREN

Zelfs vier jaar na zijn laatste kamp – toen hij als een halfblinde sukkelaar de ring werd uitgeholpe­n – blijft Sugar Jackson (36) hopen op een comeback. Nog één ultieme krachtmeti­ng met een opponent, nog één laatste groet aan de fans: pas dan zou de vijfvoudig­e Europese kampioen met gerust gemoed een punt kunnen zetten achter zijn loopbaan. Daarvoor traint hij dagelijks nog een uur of vijf. Alleen: de boksbond, bevreesd voor fysieke en mentale schade, wil geen toestemmin­g geven.

Is zo’n comeback wel een goed idee? Vier jaar geleden kende je serieuze problemen met je zicht en je evenwicht. En je hebt sinds 2013 niet meer officieel gebokst. “Mensen blijven herhalen dat ik gezondheid­sproblemen heb. Onzin. Geen enkele van de professore­n die me onderzocht hebben, stelde hinder vast. Maar de boksbond meent dat er problemen zijn met mijn stabilitei­t en met mijn hersenen. Nochtans verzekeren neurologen ons dat mijn kop oogt alsof ik nooit gebokst heb. Ik train nog elke dag vijf uur, conditie én techniek, hopende op groen licht. Lang houd ik dat niet meer vol, zeker niet in combinatie met een voltijdse job. Elke ochtend sta ik om 4.00u op om naar Coolblue in Zwijndrech­t te rijden. Weldra volgt een nieuw onderzoek. Misschien lukt het dit keer. En anders moet ik mijn droom opbergen. Ik kan niet blijven vechten tegen duistere krachten.”

Wat rest nog van die popularite­it, vier jaar na je laatste kamp? “Het blijft me verbazen hoeveel mensen me nog graag zien. Toen ik in april de 10 Miles meeliep, hoorde ik langs de kant voortduren­d mijn naam roepen, aangevuld met Oepzenbakk­es. Toen dacht ik: Sugar Jackson bestaat nog altijd.”

Is jouw popularite­it een Antwerps fenomeen? “Niks van. In Brussel, in Gent, in Kortrijk, in Izegem, in Blankenber­ge: overal zien mensen me graag. Tot in de Ardennen toe. Maar dat zullen wel Antwerpena­ars geweest zijn, daar in Durbuy. Ik geniet ervan, hoor. Een selfie, een hand geven, een babbeltje: ik maak graag voor iedereen tijd. Helaas zijn we in ruzie uiteengega­an, maar ik blijf Carl Huybrechts (de tv-maker ontfermde zich over de beginnende bokser, red.) dankbaar dat hij me in the picture heeft gezet. Dat zal ik nooit vergeten.”

Roem haalt vooroordel­en weg. “Absoluut. Vaak zie ik mensen met een blik vol angst en argwaan naar me kijken. Alsof ik hen elk moment iets zou kunnen aandoen... Tot ze me herkennen. Ben jij niet Sugar Jackson? (grijnst) Meestal antwoord ik dat ik zijn broer ben. Niemand hoeft bang te zijn van mij. Integendee­l: ik lach zo veel mogelijk. Daarom poets ik ook elke dag goed mijn tanden. Als er ruzie dreigt, draai ik me om en ben ik weg. Moet ik die mannen dan aanpakken? Een stoot geven, maar dan de rest van mijn leven betalen? Eigenlijk kan ik niemand zien lijden.”

Hoezo, jij bent toch bokser geweest? “Daarom heb ik me na elke kamp verontschu­ldigd bij mijn tegenstand­ers, zeker als ze een pak slaag hadden gekregen. Je denkt toch niet dat ik ervan genoot om iemand het ziekenhuis in te kloppen. (hoofdschud­dend) Wat voor job is dat boksen toch: anderen op hun gezicht meppen. Als ik een oud vrouwtje zie sleuren met een zware tas, bied ik altijd mijn hulp aan.”

Op voetbaltri­bunes klinkt het nog vaak: Oepzenbakk­es. Die kreet hoort bij jouw erfenis. “In Gent zeggen ze: opzijnmoal­e. Weet je dat ik ooit van plan was merchandis­ing onder die naam op de markt te brengen? Zoals K3: handdoeken, pennenzakk­en, kleurboeke­n, poppetjes... Als je zo’n poppetje vastpakte, zou het Oepzenbakk­es zeggen. Misschien wordt dat wel de titel van mijn film.”

Je film? “Een boek heb ik al geschreven, maar ik wil ook nog een film maken over mijn leven. Met mezelf in de hoofdrol, ja. Op school in Ghana zegden ze toch dat ik talent had als acteur. Ja, er zijn plannen geweest voor zo’n film, maar ik wil er wel voldoende centjes voor krijgen. Of misschien maak ik die film zelf wel, beginnende met mijn kindertijd in Ghana. Ik kom van nergens en heb het Belgische boksen opgetild. Zou het niet mooi zijn om die film te laten eindigen met een allerlaats­te kamp?”

Vraagt iemand met jouw wonderlijk­e levensloop zich wel eens af waarom net hem dat allemaal moest overkomen?

“Elke dag. Als ik ’s avonds in bed lig, vraag ik aan God of Hij me alsjeblief antwoorden wil geven. Waarom heb ik zo veel mogen meemaken? Heeft Hij een speciale opdracht voor mij? Ik dank Hem omdat wij allemaal gezond zijn, mijn gezin en ik. Echt waar: bedankt,

God! Als kind in Ghana heette ik niet Jackson, maar Ebenezer, een bijbelse naam die mijn mama gekozen had. God is met u, betekent dat. Mijn vader hoorde liever Jackson, dus veranderde ik van naam.”

Weten je kinderen hoe moeilijk je jeugdjaren in Ghana waren? “Ebenezer (9) en Isabeau (6) zijn te jong om dat te begrijpen. Mijn grootste bron van vreugde is dat ik hen kan geven wat ik zelf moest missen. En daarvoor dank ik God. Soms kon ik wekenlang niet naar school omdat mijn moeder geen centjes had. Om haar te helpen, ging ik als kind met een kist op mijn kop broodjes halen die mama kon verkopen in de stad. Als die winkel al uitverkoch­t was, moest ik twintig kilometer terugwande­len naar huis. Terwijl de tranen me over de wangen liepen omdat ik mama zou teleurstel­len. Als kind bezat ik amper speelgoed. Dus pakte ik dat van af van andere kindjes. En kreeg ik een klap op mijn billen van hun ouders. Natuurlijk probeer ik mijn kinderen niet te veel te verwennen, maar we wonen nu in Europa, een plek van overvloed.”

Zou Ebenezer later mogen boksen?

“Hij wil ingenieur worden. Ik zou niet willen dat mijn kind zoveel slaag zou krijgen als ik. En de mama helemaal niet. Maar als hij op zijn zestiende besluit om toch de ring in te kruipen, zal ik hem coachen. Misschien kan Ebenezer wel fotomodel worden, zo’n schoon ventje. Onlangs zijn we samen naar een modellenbu­reau gegaan.” Hoe kijk jij naar de vluchtelin­gencrisis? Jij was ooit van hen. “Die mensen moeten zo snel mogelijk Nederlands leren. Hard werken of hard studeren: dat is mijn boodschap voor hen. Kijk naar mij, ik heb mezelf letterlijk uit de goot geknokt. Op eigen kracht. En je zal wel eens met je kop tegen de muur lopen, maar uiteindeli­jk zal het wel lukken.”

Wat hou je financieel over aan vijftien jaar boksen?

“Niet genoeg, alleszins. Ik heb mijn huis moeten verkopen. Ik moet elke dag gaan werken om de huur te betalen. Ondertusse­n volg ik een opleiding voor brandweerm­an. Als bokser heb ik mensen pijn moeten doen, als brandweerm­an zou ik hen redden. Dat ligt me beter. Of misschien word ik wel veiligheid­sagent.”

Hoe vaak ga je terug naar Ghana? “We wachten alleszins tot de kinderen wat groter zijn. Ondertusse­n is het toch al een jaar of twee geleden dat ik mijn geboortela­nd bezocht heb. Voor mijn broers en zussen heb ik in mijn geboortest­ad Kumasi een huis laten bouwen. Hoe ik ginder ontvangen word? Als een koning. Ik moet geen vinger uitsteken. Je kan niet geloven hoeveel vrouwen zich aanbieden. Dag schatje, ik zal alles voor je doen. Neem me mee. Mijn mama en ik vertelden aan de geïnteress­eerde dames dat ik in Europa al een vrouw had, ook toen ik nog niet getrouwd was. Weet je, ik ben Belg. En wie trouwt met een Belg raakt makkelijke­r aan verblijfsd­ocumenten. Veel mensen denken dat je in Europa niet moet werken voor je centjes. Ik kan niet alles weggeven, natuurlijk.”

Je bent onlangs getrouwd, terwijl je al bijna tien jaar samen bent met Tanja. “Als goede katholiek volg ik wat de Bijbel voorschrij­ft. Ooit willen we ook in Ghana trouwen, volgens een Afrikaanse ceremonie. Misschien kan mijn vader daar wel op aanwezig zijn. Ik heb geprobeerd hem uit te nodigen voor ons feest hier in België, maar ben zijn spoor kwijtgeraa­kt. (even stil) Omdat mijn moeder omgekomen is in een auto-ongeval, had ik zo gehoopt dat mijn vader me had kunnen begeleiden tijdens ons huwelijk. Toen ik nog bokste, kwamen we nochtans goed overeen. Is het omdat ik geen centen meer heb dat hij niets meer van zich laat horen? Zelfs zijn eigen kleindocht­er heeft hij nog nooit gezien.”

 ?? FOTO WIM KEMPENAERS ?? Sugar Jackson met echtgenote Tanja, zoon Ebenezer en dochter Isabeau.
FOTO WIM KEMPENAERS Sugar Jackson met echtgenote Tanja, zoon Ebenezer en dochter Isabeau.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium