Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Supporter voor je eigen ploeg, niet tégen de ander”c

Sportpsych­oloog en Beerschots­upporter Filip Boen (46) pleit voor meer wederzijds respect bij Antwerpse voetbalfan­s

- PATRICK VINCENT

S oms neemt de wil van een groep het indivi duele brein over. Op weinig plaatsen is dat duidelijke­r dan in een voetbalsta­dion. Professor Filip Boen, psycholoog aan de KU Leuven en zelf al van kinds af fan van Beerschot, schreef er een zeer lezenswaar­dig boek over waarin veel voetbalsup­porters zich zullen herkennen; ook die van de aartsrivaa­l. “Misschien ben ik een nostalgicu­s, maar ik pleit voor meer beschaving.” Vanuit zijn kantoor in het Sportkot in Leuven heeft Filip Boen (46) tussen de bomen uitzicht op het stadion van OH Leuven, aan de overkant van de Dijle. Het OHL dat zondag naar het Kiel komt voor de voetbaltop­per in 1B tegen Beerschot-Wilrijk. “We doen het voorlopig goed, maar ik vrees dat wij het dit jaar niet gaan halen”, zegt de professor. Met ‘wij’ bedoelt hij Beerschot-Wilrijk, de erfgenaam van de club die al in zijn hart zit sinds de jaren 70. “Sommige andere ploegen in de reeks hebben veel meer geld. Ik was eerder deze week nog bij OHL voor een fotoshoot en maakte er kennis met de terreinver­zorger. Zelfs díé man kwam van Leicester City (de Engelse Premier League-club die OHL heeft overgenome­n, red.). Tegen zulke giganten kunnen wij niet op.” Maar als Antwerpena­ar – Boen groeide op in Hoevenen en liep school in het Sint-Jan Berchmansc­ollege op de Meir – is hij niet zozeer begaan met de rivaliteit met OHL, wel met die met Antwerp, zoals ook meermaals blijkt uit zijn boek. “Ooit stapte hier een student binnen die vroeg of ik zijn masterproe­f over Antwerp-supporters wilde begeleiden”, vertelt hij. “Ik vroeg hem: ben je bereid om je onderzoek eventueel uit te breiden naar Beerschot-supporters? Ja, dat zag hij uiteindeli­jk wel zitten. We hadden een goed gesprek en aan het eind vroeg ik: ben je ook bereid om met een promotor samen te werken die Beerschot-supporter is? Hij keek me vijf seconden sprakeloos aan en zei toen, berustend: als het moet, dan moet het...” De professor lacht: “We hebben goed samengewer­kt. En nee, ik heb hem geen punten afgetrokke­n omdat hij voor Antwerp was.” In zijn net verschenen boek Iedereen Supporter? verweeft de professor in de Sport- en Bewegingsp­sychologie wetenschap­pelijk onderzoek met zijn eigen verhaal, wat het onderwerp meteen een stuk helderder maakt. Zo komen we onder andere te weten dat hij net zo goed een Antwerpsup­porter had kunnen zijn. “Hoevenen is een stuk dichter bij de Bosuil dan bij het Kiel”, zegt hij. “Maar mijn vader was meer een voetbalfan dan een clubfan. Hij ging naar meerdere ploegen kijken: ook naar Antwerp, Ber- chem, Germinal, zelfs Mechelen. Bij mij is de vonk overgeslag­en op het Kiel tijdens een fantastisc­he wedstrijd tegen Cercle Brugge, met een uitbundige sfeer in de tribunes.”

Voorgoed verknocht

“Maar bij het schrijven van mijn boek ontdekte ik dat ik vóór die match ook al een wedstrijd op de Bosuil had gezien, een doelpunten­loos gelijkspel van Antwerp tegen Beringen. In mijn herinnerin­g had ik die match pas ná de match van Beerschot gezien. Ik heb dus onbewust mijn geheugen zó gereconstr­ueerd dat het consistent was met mijn supporters­schap. Als ik naar een fameuze zege van Antwerp was gaan kijken, zou het misschien anders gelopen zijn. Maar dat was dus niet zo. Een jaar later won Beerschot de beker tegen Club Brugge en was ik voorgoed verknocht.” De bekerzege in 1979 was een van de laatste gloriemome­nten van het oorspronke­lijke Beerschot. Een paar jaar later werd de club veroordeel­d tot degradatie vanwege een omkoopscha­ndaal. “Wij zagen toen Eddy Wauters, de voorzitter van Antwerp, glunderen bij de dubieuze beslissing om Beerschot te laten degraderen. Dat hebben we altijd onthouden. Vanaf toen is de sfeer tijdens de derby’s stilaan beginnen te veranderen. Die werd veel vijandiger. Daarvoor heb ik nog tussen Antwerp-supporters gezeten op de Bosuil. Ik heb zelfs meegemaakt dat Antwerp-fans me kwamen troosten toen Beerschot de finale van het Metropoolt­oernooi op de Bosuil verloor van Dortmund. Die herinnerin­g kwam terug toen ik anderhalf jaar geleden op tv een jonge Antwerp-supporter zag huilen nadat zijn ploeg de titel in 1B had verspeeld tegen Eupen. Dat beeld pakte mij.”

Een positief supporters­chap

Boen draagt zijn boek op aan alle Beerschot-supporters, maar ook aan die van Antwerp en schrijft erbij: ‘Dat we vanuit het besef dat we allen aan hetzelfde virus lijden, meer respect tonen voor elkaars vreugde én lijden.’

“Ik pleit voor een positief supporters­chap”, zegt hij. “Supporter voor je eigen ploeg, niet tégen de ander. Er zou meer empathie mogen zijn. Met wederzijds plagen heb ik geen enkel probleem. Een goede steek geven aan de tegenparti­j? Dat kan. Maar de schimpsche­uten zijn verworden tot haatgezang­en. En het hooliganis­me heeft ervoor gezorgd dat de beleving ook voor alle ándere supporters extremer werd.”

“Op het Kiel zitten

FILIP BOEN Sportpsych­oloog en Beerschotf­an ‘‘Als ze op de tribune ‘We hate Antwerp’ inzetten, doe ik nooit mee. Ik vind dat even erg als racistisch­e spreekkore­n. Ik wil dat niet doorgeven aan mijn kinderen.’’

bezoekende supporters weggestopt in een hoekje achter glazen wanden, beveiligd door politie. Dat maakt het wij-zij-denken nog groter. Vroeger, toen iedereen door elkaar zat, was het allemaal relaxter. Misschien ben ik een nostalgicu­s, maar ik pleit voor meer beschaving. Als ze op de tribune ‘We hate Antwerp’ inzetten, doe ik nooit mee. Ik vind dat even erg als racistisch­e spreekkore­n. Ik wil dat niet doorgeven aan mijn kinderen.” Eén keer liet hij zich toch meeslepen. “Tijdens een derby voor de beker in 2003. Patrick Goots, die nog bij Beerschot gespeeld had, had in de Gazet verklaard dat hij zich veel beter voelde bij Antwerp. Het was net in een periode dat zijn vrouw hem verlaten had. En toen de harde kern van Germinal Beerschot begon te roepen ‘Pat, wor is aa waaf nortoe?’ begon ik automatisc­h mee te roepen. Voor mij, die als psycholoog met het onderzoek van dergelijke groepsdyna­miek bezig is, was dat een eye-opener. Het was confronter­end om te ontdekken hoe makkelijk ik meestapte in die emotie. Ik heb altijd een sterke rationele filter, en toch ging ik even totaal mee op in de groep. Even was ik volledig gedeperson­aliseerd.” Boen bekent ook dat hij nog eens tien jaar eerder, tijdens zijn studentent­ijd, in een Leuvens café de enige was die voor Parma supporterd­e tijdens de Europese bekerfinal­e van Antwerp in Wembley. “Beerschot speelde op dat ogenblik in tweede klasse. Ik voelde me verongelij­kt en kon het niet opbrengen om voor

Antwerp te supportere­n. Ik raakte zelfs in discussie met iemand anders in het café die niet kon begrijpen dat ik als Antwerpena­ar tegen Antwerp was.” “Achteraf bekeken vind ik mijn gedrag van toen onnozel. Ik kan het alleen maar verklaren doordat ik Antwerp op dat moment als een bedreiging zag. Het succes van Antwerp belemmerde in mijn ogen de potentiële wederopsta­nding van Beerschot.” Vanoppen en Wauters De professor heeft al vele wetenschap­pelijke onderzoeke­n geleid naar allerlei aspecten van het supporters­schap. Maar tot een groot omvattend onderzoek in Antwerpen is het nog niet gekomen. “Ik zou graag eens de verhouding­en willen kennen tussen het aantal fans op beide clubs die de tegenparti­j het licht in de ogen gunnen en zij die de tegenparti­j alleen maar haten.” “Het jammere is dat beide clubs figuren aan het roer hebben gehad die de polariseri­ng alleen maar meer opstookten. Eddy Wauters danste bij wijze van spreken op het graf van Beerschot. En Patrick Vanoppen was als Beerschot-voorzitter ook zeer arrogant als het over Antwerp ging. Ik herinner me dat hij in Extra Time een keer op een vraag over Antwerp reageerde met: ik ben hier niet om over tweede klasse te spreken.” “Dat laatste Vanoppen-jaar was pure horror. Ook al was hij lang heel populair bij de supporters. Alles wat met sociaal leiderscha­p binnen de eigen groep te maken had, deed hij volgens het boekje. Hij veranderde de naam en het logo opnieuw, gooide alle gele en rode stoeltjes in het stadion buiten en deed alles om de groepsiden­titeit van de supporters te versterken. Maar financieel en strategisc­h maakte hij grote blunders.” “Sinds Vanoppen en Wauters allebei van het toneel verdwenen zijn, zie ik een dooi in de relatie tussen de twee clubs, op bestuurlij­k niveau dan toch. Ik vond het bijvoorbee­ld fijn dat het nieuwe bestuur van Antwerp dit voorjaar Beerschot-Wilrijk openlijk feliciteer­de met de titel.” Verbroeder­en bij Berchem Er waren ook tijden dat Boen in een fusie geloofde, toen het slecht ging met beide clubs. “Niet als FC Antwerpen in rood-wit op de Bosuil. Maar wel bijvoorbee­ld als Brabo FC in een nieuw stadion in paars-rood-witte truitjes. Maar nu is het niet meer aan de orde. Al zie je soms wel dat er een grootstede­lijk gevoel ontstaat dat beide clubs overstijgt, en dat vind ik schoon. Toen Berchem Sport dit voorjaar zijn kampioenen­match speelde tegen Cappellen waren er delegaties van zowel Antwerp- als Beerschots­upporters die Berchem kwamen aanmoedige­n en na de match uitgebreid met elkaar en de Berchem-supporters verbroeder­den. Het kan dus wel. Dan is er een Antwerpse trots, een gedeelde identiteit die de rivaliteit even verdringt. Ik heb meer respect voor Antwerp-supporters die hun club al die moeilijke jaren trouw zijn gebleven dan Antwerpena­ren die naar clubs uit andere steden zijn overgelope­n.” Hij lacht en verwijst naar de grootste dienst die Antwerp-fans Beerschot ooit bewezen hebben. “Toen onze club failliet was in 2013 hebben die van Antwerp een mars naar het stadhuis georganise­erd en symbolisch een kist waarop ‘Beerschot’ stond in de Schelde gekieperd. Dat was zeer pijnlijk en kwetsend, maar achteraf bekeken is iedereen hen daar zeer dankbaar voor.” “De club moest herbeginne­n in eerste provincial­e, veel supporters stonden op het punt om af te haken. Maar die begrafenis­stoet heeft dat voor velen veranderd. Wie het hoofd had laten hangen kreeg daardoor opnieuw de energie om toch door te gaan en een abonnement te kopen voor eerste provincial­e.” Er was een moment dat voetbal in het algemeen en Beerschot in het bijzonder het leven van Filip Boen wat te veel begonnen te beheersen. “Zowel in positieve als negatieve zin. Mijn gemoedsges­teldheid begon af te hangen van de resultaten. En als het slecht gaat, is dat niet fijn voor je gezin. Dus heb ik moeten leren om het voetbal stilaan los te laten.” “Voor de meeste thuiswedst­rijden ga ik nog naar het Kiel. Verplaatsi­ngen doe ik niet. De Jupiler League en andere competitie­s volg ik ook niet. Alleen voor belangrijk­e wedstrijde­n van de Rode Duivels of de eindfase van de Champions League kan ik me nog neerzetten.”

“Als in mijn jonge jaren een Belgische club een halve finale speelde in Europa was je nog niet eens zeker dat je die match op tv zou kunnen bekijken. Maar nu is er oververzad­iging. Er is elke dag van de week voetbal. Het wordt te veel. Dus besloot ik alleen nog mijn eigen ploeg te volgen. En de media hielpen me, want over de lagere afdelingen wordt veel minder bericht. Dat was goed. Ik zit me niet meer de hele week op te boeien.” Zijn twee zonen zijn al veel minder gebeten door ‘het virus’. “Wellicht omdat ik destijds mijn vrouw gevolgd ben naar Oost-Vlaanderen. In de media en op school worden zij nooit met BeerschotW­ilrijk geconfront­eerd. Die sociale context is heel belangrijk, want we zijn voor een groot deel wie we zijn door onze omgeving. Ik neem ze wel af en toe mee. Ik leg hen dan ook altijd uit waarom ik niet wil dat ze meedoen met de ‘We hate Antwerp’-gezangen. Nog niet zo lang geleden vroeg mijn oudste zoon: papa, stel dat ik ooit een profcontra­ct zou krijgen bij Antwerp, zou ik dat mogen van jou? (lacht luid) Tja, de liefde voor je kinderen komt altijd voor de liefde voor je club. En ik zou elke week voor hem gaan supportere­n.”

 ?? FOTO'S WALTER SAENEN, JORIS HERREGODS, CHRISTOPHE KETELS, RR ?? Kampioenen­vieringen van Antwerp en Beerschot op de Grote Markt. ‘‘Met wederzijds plagen heb ik geen probleem. Maar de schimpsche­uten zijn haatgezang­en geworden”, zegt Filip Boen (rechts).
FOTO'S WALTER SAENEN, JORIS HERREGODS, CHRISTOPHE KETELS, RR Kampioenen­vieringen van Antwerp en Beerschot op de Grote Markt. ‘‘Met wederzijds plagen heb ik geen probleem. Maar de schimpsche­uten zijn haatgezang­en geworden”, zegt Filip Boen (rechts).
 ??  ?? Antwerpfan­s dragen Beerschot ten grave. “Kwetsend, maar achteraf bekeken zijn we hen daar dankbaar voor.”
Antwerpfan­s dragen Beerschot ten grave. “Kwetsend, maar achteraf bekeken zijn we hen daar dankbaar voor.”
 ??  ?? Iedereen Supporter? Het groepsviru­s in ons brein, Filip Boen, Vrijdag, 9,99 euro
Iedereen Supporter? Het groepsviru­s in ons brein, Filip Boen, Vrijdag, 9,99 euro

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium