Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Dag zeggen aan mijn zoon”
Gerrit Vervoort, vader van Jamie (11), overreden in Schelle
Hij komt er bijna elke dag voorbij, als hij naar de bakker gaat in Schelle. “Dan ga ik met mijn hand even langs het bord”, zegt Gerrit, die zijn 11jarige zoon Jamie 25 jaar geleden verloor. “Dat is mijn manier om hem te groeten.”
Jamie kwam van school en stak met zijn fiets het zebrapad over in het dorp, toen hij werd gegrepen door een wagen die 130 km per uur reed. “Aan het stuur zat de vader van een jongen die op dezelfde school zat, in dezelfde klas als een van Jamies oudere broers. Ikzelf was aan het werk bij Opel, General Motors toen ze kwamen zeggen dat ik naar huis moest omdat er iets gebeurd was. Wat, dat wist ik toen nog niet.” Toen Gerrit thuiskwam, wist hij het wel. “Jamie was dood. Mijn vrouw was erbij gehaald nadat het gebeurd was, maar zij mocht toen niet mee met de ambulance die Jamie meenam. Hij droeg die dag van die schoenen met rode lichtjes in de zool, dat was toen mode. Het is 25 jaar geleden, maar als ik hier sta, dan voelt het voor mij als gisteren. Zone 30 rond scholen, dat bestond toen nog niet. En de ouders van slachtoffers, die hadden weinig recht van spreken en werden nauwelijks begeleid.” Samen met enkele lotgenoten stond Gerrit aan de wieg van de vzw Ouders van Verongelukte Kinderen (OVK). “Er lagen bloemen op de plek waar het gebeurd was, voor mij was en is dat een plek waar ik me dicht bij Jamie voel. De burgemeester sprak me erop aan: ‘ik begrijp dat, van de bloemen op deze plek, maar het is hier geen kerkhof’. In Spanje zetten ze witgeschilderde fietsen langs de weg op plekken waar een fietser gestorven is. Wij hebben de SAVE-borden als gedenkteken bedacht. Want een bord hoort wel thuis langs de weg. Het is een gedenkteken, maar tegelijkertijd ook een waarschuwing naar andere chauffeurs: oppassen, hier is al een dode gevallen.”
Blinkend bord
Het SAVE-bord voor Jamie was een van de eerste in de provincie Antwerpen. “Ondertussen zijn er alleen maar bijgekomen. Jammer, want onze vereniging wil het liefst zo weinig mogelijk leden. Elk nieuw lid betekent een nieuwe verkeersdode.” Met Allerzielen komt de hele familie bijeen bij Gerrit thuis. “Ik en mijn vrouw gaan dan naar het kerkhof met bloemen. Mijn vrouw komt niet graag op de plek van het ongeval. Zelfs als we er met de auto langsrijden, zie ik hoe haar gezicht een beetje vertrekt. Te veel verdriet hangt er daar voor haar. Ik vind er troost. Ik poets regelmatig het bord met Jamies naam en ik simoniseer het zelfs van tijd tot tijd. Zodat het blinkt en goed oplicht in het donker.” Het bord is al twee keer omvergereden. “Chauffeurs rijden ertegen, vaak zonder te weten waar het voor staat. De politie heeft me er een keer bij geroepen, toen ze de chauffeur gevonden hadden. Ik heb mijn verhaal gedaan, de man werd daar stil van. Ik denk nog zo vaak aan Jamie. Aan wat hij nu zou doen, wat hij geworden zou zijn.” Voor hij naar huis gaat, raakt Gerrit het bord nog een keer aan. “Dag Jamie. Tot morgen. Tot in de hemel.”