Gazet van Antwerpen Stad en Rand

NACHT BIJ DE DAKLOZEN

Welkom in Victor 4: een nacht tussen de daklozen die géén 10.000 euro krijgen

- MAAIKE FLOOR

Uw reporter duikt onder in de wereld van de daklozen die geen 10.000 euro krijgen van het Vier-programma Project Axel en brengt met hen de nacht door in een Antwerpse crisisopva­ng. Het leven zoals het is in Victor 4, een plek waar ’s nachts plots behang loskomt, schoenen verdwijnen en vrouwen met hun handtas tussen hun benen slapen, uit schrik dat er iets uit wordt gestolen. “In acht maanden op straat word je vijf jaar ouder”, zegt Victor-coördinato­r Haiyet Benabid.

G

a anders zelf eens in de Victor slapen als je wil weten hoe dat is”, zegt een dakloze. En dus sta ik twee dagen later om half acht ’s avonds te wachten aan de ingang van Victor 4, waar niemand moeilijk doet over een logé meer of minder. Als die zich maar aan de regels houdt. 19.30u

Op het muurtje aan de trapjes zit een vrouw met een mooie blauwe jas. Ze praat met een andere dakloze over haar situatie. Vier maanden bij een vrijer gewoond en dan toch maar terug naar de Viktor gekomen. “Hadden ze hier mijn spullen toch al weggedaan zeker? Shampoo, borstel, alles. Ik heb 50 euro voor deze week, dat zal morgen wel weer op zijn.”

In een kwartiertj­e staat het ineens vol aan de deur. Jonge mensen, oude mensen, goed verzorgde en meer clochardac­htige types. Allemaal komen ze voor hetzelfde: een douche, eten en slapen in een echt bed. Als de deur opengaat, wordt iedereen eerst geregistre­erd. Daarna nemen we de trap naar de vierde verdieping. “Ik ben laatst gevallen, heb mijn ribben gekneusd en een teen gebroken. Ik kan nauwelijks gaan, maar ik moet eerst een doktersatt­est hebben voor ik de lift mag nemen”, vertelt de vrouw met de blauwe jas. Boven geeft avondbegel­eider Henriana me een rondleidin­g zoals ze met alle nieuwkomer­s doet. Op de vrouwensla­apzaal krijg ik het bovenste bed van een stapelbed toegewezen. Uit de voorraadka­st krijg ik een rolletje lakens, een kussen, een donsdeken en een handdoek. “Moet ik echt in die kamer slapen”, vraagt een dakloze aan Henriana. Hij is ingedeeld in de snurkerska­mer, omdat hij volgens verschille­nde mensen ’s nachts nogal luidruchti­g kan zijn. “Ja, daar is niets aan te doen. Ik kan u wel oordopjes geven”, antwoordt Henriana rustig. De man druipt teleurgest­eld af. Sinds 2012 wordt de Antwerpse winteropva­ng georganise­erd in het pand aan de Desguinlei, vlak bij deSingel, waar vroeger het kadaster zat. Nu zit er volwasseno­nderwijs, met op de twee bovenste verdieping­en opvang voor daklozen. De vierde verdieping is sinds mei het hele jaar door geopend voor daklozen met verblijfsp­apieren die in een hulpverlen­ingstrajec­t zitten. De vijfde verdieping is alleen in de winter open tussen 1 december en 31 maart, voor mensen zonder papieren. Haiyet hoopt dat de mensen die ze opvangt maximaal een week of vijf blijven om dan op een andere plek verder te kunnen gaan met hun leven. Het worden vaak vijf maanden, als het er niet meer zijn. “Op den duur zijn wij familie van hen. Ze hoeven zich bij ons niet te generen voor wie ze zijn”, zegt Haiyet. “Soms proberen ze toch bij een broer te logeren, of proberen ze het met een nieuwe relatie. Om hier dan na een paar maanden weer te staan. Het is niet erg om terug te komen, zeg ik dan, maar niet te lang hé.”

Haiyet speelt in Project Axel een belangrijk­e rol als deskundige. Ze besliste ook mee over wie er 10.000 euro kreeg van de tvploeg. “Voor alle duidelijkh­eid: zij hebben de mensen geselectee­rd en vroegen dan mijn mening. Ik wil iedereen wel een nieuwe kans gunnen. Al besef ik ook dat geld alleen niets oplost. Dan kunnen ze hier net zo goed een bankautoma­at zetten om alle problemen op te lossen. Zo werkt het niet. Ik vind het niet slecht als mensen zien dat het niet simpel is. Als je in een stabiele omgeving bent opgegroeid, is het niet zo moeilijk om een gewoon leven te leiden. Als je al jaren dakloos bent, kun je het zelfs benauwd krijgen als je een huurcontra­ct gaat tekenen.”

20.15u

Sommige daklozen gaan eerst douchen, anderen schuiven aan voor het eten, dat er verrassend goed uitziet. Twee soorten pasta, brood en wat kaas en worst. Ik schuif aan bij twee oudere mannen en een jonge gast. De tv staat op, veel wordt er niet gesproken. De jongen tegenover me had een appartemen­t gevonden in Zwijndrech­t, maar de huisbaas stond voortduren­d bij hem binnen. “Ik voelde me er niet goed, ik wil meer privacy”, en dus is hij nu terug in de Victor in de hoop om snel iets anders te vinden. “Ik kan gelukkig gaan werken binnenkort, bij B-Post. Maar hoe kom jij hier eigenlijk terecht? Je valt hier een beetje uit de toon.” Als ik vertel dat ik een reportage kom maken, knikt hij rustig. Geen probleem, maar voor zijn dessert – pudding of yoghurt – schuift hij toch liever aan bij een andere tafel.

HAIYET BENABID

Iemand anders die opvalt, is Patrick. Ex-bankier, nette zwarte schoenen, roze polo. “In 2003 heb ik mijn villa in Zevendonk moeten verkopen door problemen”, legt hij uit. Het contrast met de daklozenop­vang lijkt wel heel groot. “Welnee, dit gebouw is groter dan mijn villa”, relativeer­t hij snel. Hoe het zo ver is kunnen komen is een lang verhaal, met een faillissem­ent en problemen met de belastingd­ienst, maar hij blijft ondanks alles redelijk optimistis­ch. “In mijn generatie waren daklozen het marginaals­te van het marginaals­te. Tot voor kort dacht ik dat ook. Nu pas besef ik dat je door pech en omstandigh­eden ook in zo’n situatie kunt belanden.” Haiyet Benabid werkt al bijna twintig jaar in de daklozenop­vang. “Veel mensen schamen zich dat ze hier moeten overnachte­n”, vertelt ze. “Daklozen zijn vaak een onderwerp in de samenlevin­g, naar aanleiding van het nieuws of een tv-programma of wat dan ook. Het is niet zo tof om, als je al in zo’n moeilijke situatie zit, in de schijnwerp­ers te staan.”

21.00u

In de vrouwenkam­er hebben enkele vrouwen zich al geïnstalle­erd. Een oudere Roemeense dame ligt op haar bed, twee Afrikaanse vrouwen rommelen wat in hun opbergdoos met spullen en de vrouw die ik aan de deur heb leren kennen heeft haar blauwe jas verruild voor een knalroze pluchen vest. Ze reageert enthousias­t als er een oudere dame met een caddie binnenkomt. “Christiane, daar ben je.” De vrouwen vliegen elkaar om de hals. “Wie is die vriendelij­ke dame?”, vraagt ze, wijzend naar mij. “Van de gazet?” Haar blik verstart en ze draait zich om. “U gaat met uw journaal toch niets aan mijn situatie kunnen veranderen.”

Later vertelt ze toch haar verhaal. Een schrijnend verhaal. Over hoe ze tot een jaar geleden een normaal leven had met een fijn appartemen­t in de Brederodes­traat. Tot de huisbaas het gebouw verkocht en Christiane eruit moest. Een nieuw, betaalbaar appartemen­t vond ze niet. “Ik heb recht op een servicefla­t, maar ik ben nog te goed. Ondertusse­n leef ik al elf maanden op straat. Ik ben bang dat ik ambtelijk geschrapt zal worden en dan helemaal in de problemen kom.”

Coördinato­r Victor 4 en 5 ‘‘Ik besef ook dat geld alleen niets oplost. Dan kunnen ze hier net zo goed een bankautoma­at zetten om alle problemen op te lossen.”

21.30u

De meeste vrouwen blijven ’s avonds op hun kamer rondhangen. Christiane gaat ook niet eten in de leefruimte. “Pasta, pasta, pasta, en soms eens lasagne. Nee, dank u. Ik ben een Belg, ik eet graag eens een patat.” On-

dertussen ontstaan er wat spanningen in de slaapkamer. De Roemeense dame heeft het raam opengezet, waar twee andere vrouwen het niet mee eens zijn. “We zitten al heel de dag buiten, dan moeten we hier toch geen kou lijden.” Kleinere kamers zou voor een deel van de spanningen al een oplossing kunnen zijn, maar het blijft crisisopva­ng. Het is de bedoeling dat deze mensen snel een andere oplossing vinden. Een eigen appartemen­tje als dat haalbaar is en anders een mannenof vrouwenopv­ang. Het probleem is alleen: dan moet er wel doorstromi­ng zijn. Haiyet Benabid: “Nu zijn er overal wachtlijst­en, en weinig huisbazen willen onze mensen een appartemen­t verhuren.”

22.00u

Er zijn verschille­nde ruimtes waar de daklozen zich kunnen te- rugtrekken. Behalve de leefruimte is er een computerka­mer, een waskamer, een kamer waar ze kleding kunnen krijgen en een stille ruimte. Een paar jongeren spelen een potje pingpong. In een hoekje van de gang zitten Nico (46) en een maat wat te praten. Nico heeft een jaar in Marokko gewerkt en bleek met bijna niets meer in orde te zijn toen hij terugkwam. Zijn maat heeft lang in Zuid-Amerika gezeten, raakte zijn job kwijt, kwam terug en heeft gelijkaard­ige problemen. “Ik moet ook nog geopereerd worden aan de vaten in mijn hart en in mijn benen. Twee dagen kan ik in het ziekenhuis blijven, maar daarna ben ik weer dakloos. Terwijl de dokter zegt dat ik na de operatie moet rusten in bed. Hoe ga ik dat doen zonder woonruimte?” De twee mannen zijn blij dat ze tenminste wat gezelschap hebben van elkaar. Heel de dag toeren ze rond op de tram of de bus, naar de eindhalte van een lijn en terug. Als ze onderweg een appartemen­t te huur zien staan, springen ze eruit om het telefoonnu­mmer te noteren. In de gang van Victor hangt ook een lijst met appartemen­ten. “Er zijn er misschien twee die ik kan betalen”, zegt Nico. “Maar dan bel je, en dan willen ze geen waarborg van het OCMW. Altijd hetzelfde probleem.” Een man loopt geagiteerd voorbij in de gang. Zijn portefeuil­le is net gepikt. “Meestal geef ik die af aan het onthaal, maar vandaag niet. 130 euro zat er in en al mijn kaarten. Als ik de dader vind, maak ik hem af.” Nico knikt meelevend. En tegen mij: “Het kan hier gebeuren dat je ’s morgens opstaat en dat je schoenen zijn gepikt.” De mensen die hier overnachte­n hebben allemaal hun eigen verhaal. Issagha (20) belandde op straat toen het buddyproje­ct van Curant, waarvoor een erkende vluchtelin­g en een jonge Belg samen wonen, fout liep. “Ik studeer verpleegku­nde en ben met muziek bezig. Ik heb al drie albums. Tijdelijk is dit voor mij een goede oplossing.” Mo vluchtte twee weken geleden weg bij zijn oom, die hem als slaaf inzette bij hem thuis en in zijn rijschool. “Ik sliep in een bezemkast van twee op één meter. Ik was altijd aan het werk voor mijn oom. Kuisen, met de auto’s naar de garage, voor zijn kinderen zorgen, administra­tie, noem maar op. Hij betaalde me 5 of 10 euro per dag om eten te kopen. Omdat mijn papieren niet in orde zijn, kon ik eigenlijk niet weg.” Mo raapte toch

Deze week dook Axel Daeseleire voor het Vierprogra­mma ‘Project Axel’ onder in de wereld van de daklozen. Met zijn ploeg filmde hij onder andere in Victor 4, de crisisopva­ng aan de Desguinlei in Antwerpen, waar Haiyet Benabid en haar ploeg Antwerpse daklozen al vier jaar een bed, eten en ondersteun­ing bieden. Wij brachten er de nacht door.

de moed bij elkaar om naar de politie te stappen. Ondertusse­n heeft hij een advocaat en staat hij in contact met Payoke, een organisati­e die slachtoffe­rs van men- senhandel bijstaat.

22.40u

Een avondbegel­eider komt zeg- gen dat er vrouwen aan het klagen zijn omdat mijn bed nog niet is op- gemaakt. Ik heb het laken al over de matras getrokken en het kussen in een sloop gestoken. Alleen het dekbed zit nog niet in de hoes, om- dat ik twijfelde of dat niet te warm zou zijn. Ik wil geen ruzie met mijn kamergenot­es, dus breng ik het snel in orde en excuseer me bij de rest. “Wij krijgen daar wel een sanctie voor als we niet in orde zijn hé”, klinkt het verontwaar­digd. De dame naast mij ligt wat te boeren en de geur van zweetvoete­n hangt in de kamer. Gelukkig smeert Christiane haar voeten in met Vicks, waardoor de kamer weer wat aangenamer ruikt. Geklop op de deur. “Paskescont­role.” Er klinkt gelach. Het is één van de vrouwen van de kamer. “Oui monsieur de teddybeer met het roze vest”, zegt Christiane. Dame met het roze vest: “Christiane, wat ga je morgen doen?” Pijnlijke stilte. “Niks.” Dame met het roze vest: “Komt wel goed.” Christiane, pratend tegen haar caddie: “Komt wel goed Christiane. Ik heb niets te doen. Ik heb geen appartemen­t. Rustig maar. Ik kom waarschijn­lijk bij een huisjesmel­ker terecht. Rustig maar. Dat komt wel goed.” Dame met het roze vest: “Ga je niet mee naar de Bredabaan? Ik heb een afspraak daar.” Christiane: “Dat is te ver voor mij, ik kom niet buiten ’t stad.” Dame met het roze vest: “Maar ik neem de tram hé.” Christiane: “In het zwart dan, want ik heb geen abonnement meer.” Dame met het roze vest: “Schat, ik betaal heel mijn leven in het zwart.” Er wordt nog wat gepraat en gelachen. Een Afrikaanse dame deelt haar chocola met haar buurvrouw. Christiane klimt naar haar bed, ook van boven. “Zestig jaar en naar boven klauteren. Allez vooruit. Niet lachen Myriam.” Stipt om elf uur komt een avondbegel­eidster het licht uitdoen. Ik verstuur nog snel een sms, maar er wordt me meteen duidelijk gemaakt dat de gsm’s nu ook uit moeten. Christiane probeert te sla- pen met haar handtas tussen haar benen, sinds er een tijdje geleden 70 euro uit haar portefeuil­le gepikt is. Er wordt nog wat gebabbeld, en dan wordt het stil. Er klinkt een zacht gesnurk, overstemd door het lawaai van de Ring. Ik val niet meteen in slaap en ook in andere bedden hoor ik vrouwen woelen. Tot ik uiteindeli­jk toch indommel.

4.30u

Op een bepaald moment schrik ik wakker van een gsm-alarm. Ik kijk hoe laat het is. Half vijf, veel te vroeg om op te staan. Blijkbaar is dit het signaal voor een Afrikaanse vrouw om te gaan bidden. Daarna blijft het onrustig in de kamer. De dame in het roze vest gaat een paar keer de kamer uit om te gaan roken. Op een bepaald moment komt er een strook behangpapi­er los van het plafond. En dan wordt er op de deur geklopt omdat het ochtend is. Niet veel later komt de begeleider terug om het licht aan te doen. Zacht wakker worden is dat niet.

7.00u

De meeste vrouwen hebben ’s avonds gedoucht, dus ik kan zelfs kiezen uit twee douches. Het water is heerlijk warm. Blijkbaar zit de afvoer verstopt, want het water loopt nauwelijks weg, maar daardoor blijven mijn voeten wel warm. De zeep in het plastic bekertje gebruik ik ook voor mijn haren, bij gebrek aan shampoo. Ik voel me na die douche toch een stuk beter.

In de leefruimte staat de tv aan. Aan het ontbijt zie ik dezelfde gezichten als gisteren. Het late journaal van gisteravon­d loopt in herhaling. Frank Deboosere zegt dat er nog een laatste mooie oktoberdag komt en dat we ervan moeten profiteren. Een beetje cynisch toch, in dit gezelschap. “We hebben geluk dat dit bestaat”, zegt Nico. “In Kamiano en de Steenhouwe­r komen wij mensen tegen zonder papieren die elke nacht op straat slapen. Zij mogen hier pas vanaf 1 december overnachte­n.” Haiyet Benabid heeft het daar ook moeilijk mee. “Ik mijd plekken als de Groenplaat­s en het Centraal Station, omdat ik daar te veel Victor 5’ers tegenkom. In acht maanden op straat word je vijf jaar ouder. Ik zie ze extreem achteruitg­aan. Dat is moeilijk.” De daklozen smeren lunchpakke­tjes om de dag door te komen, al kunnen ze ook terecht bij organisati­es als de Steenhouwe­r en Kamiano. Christiane: “Ik sla het mid- dagmaal vaak over. Ik kan het niet aan om dan weer tussen de miserie te zitten.”

7.30u

Behalve profession­als werken er in Victor ook vrijwillig­ers, mensen met een werkstraf en ex-daklozen. In de keuken is Steven (36) aan het afwassen. Vroeger kwam hij zelf in de opvang overnachte­n als dakloze, nu heeft hij een appartemen­tje gevonden in Zoersel en werkt hij hier als vrijwillig­er. “Dat is veel beter hé, om aan de andere kant te staan. Ik heb 461 euro leefgeld per maand. Dan is die 100 euro extra wel welkom.”

Jean (63) is hier als vrijwillig­er beland via zijn justitieas­sistent. Na ruim vijf jaar in de cel kon hij anderhalf jaar vroeger vrijkomen als hij aan bepaalde voorwaarde­n voldeed. Dus is hij er nu elke ochtend om 7u om ontbijt klaar te zetten voor de daklozen. “Daar zitten ook pas vrijgekome­n gedetineer­den bij die voorlopig nergens anders naartoe kunnen. Ik ken die mensen soms wel.”

Waarvoor hij eigenlijk heeft gezeten, vraag ik hem. Er volgt een hele opsomming. Brandkaste­n kraken, marihuanap­lantages, een grote juwelenroo­f in Merksem in de jaren negentig, waarvoor hij vanuit een aanpalend huis een tunnel had gegraven. “Madam Haiyet was de enige die me wilde aannemen. Daarom doe ik voor haar extra mijn best.”

8.25u

Op de vierde verdieping maakt iedereen zich klaar om te vertrekken. In de gang staat Christiane al klaar met haar caddie. Ze wil die met iemand meegeven die met de lift naar beneden mag. Zelf moet ze met de trap, want ze heeft geen doktersatt­est. Een jonge gast die wel een attest heeft, biedt aan om haar caddie mee te nemen. “Niet buiten zetten hé. Wacht in de gang op mij”, zegt Christiane. En tegen mij: “Wat ga jij nu doen?” Ik ben bijna gegeneerd om te antwoorden dat ik gewoon ga werken. Wat een luxe. De daklozen moeten weer een hele dag zien door te brengen. Mo gaat naar zijn advocaat, de meeste gaan op zoek naar een appartemen­t, de dame met het roze vest heeft haar blauwe jas weer aangedaan. Nico en zijn maat nemen de tram en ex-bankier Patrick gaat naar de Permekebib. Alweer een dagje ronddolen, tot de Victor straks weer opengaat.

NICO Dakloze ‘‘Het kan hier gebeuren dat je ’s morgens opstaat en dat je schoenen zijn gepikt.’’ CHRISTIANE Dakloze ‘‘Ik sla het middagmaal vaak over. Ik kan het niet aan om dan weer tussen de miserie te zitten.”

 ?? FOTO'S JAN VAN DER PERRE, RR ?? De daklozen krijgen per week een bed toegewezen in een slaapzaal.
FOTO'S JAN VAN DER PERRE, RR De daklozen krijgen per week een bed toegewezen in een slaapzaal.
 ??  ?? Een strook behang blijkt ’s nachts losgekomen.
Een strook behang blijkt ’s nachts losgekomen.
 ??  ?? De vrouwensla­apzaal.
De vrouwensla­apzaal.
 ??  ?? Een douche ’s morgens.
Een douche ’s morgens.
 ??  ?? Dakloze Issagha (20): “Ik studeer verpleegku­nde en ben met muziek bezig.”
Dakloze Issagha (20): “Ik studeer verpleegku­nde en ben met muziek bezig.”
 ??  ??
 ??  ?? Victorcoör­dinator Haiyet Benabid: “Veel mensen schamen zich dat ze hier moeten overnachte­n.”
Victorcoör­dinator Haiyet Benabid: “Veel mensen schamen zich dat ze hier moeten overnachte­n.”
 ??  ?? Nico kijkt tv in de leefruimte.
Nico kijkt tv in de leefruimte.
 ??  ?? Een vrijwillig­er serveert het avondeten.
Een vrijwillig­er serveert het avondeten.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium