Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Er zit muziek in Plantijn
‘‘Plantijn drukte niet veel, maar wel belangrijke koorboeken. Helaas bezit het museum ze niet meer.’’ PAUL VAN NEVEL Dirigent
Het is weinig geweten, maar naast baanbrekende bijbels en wetenschappelijke werken drukte Christoffel Plantijn ook een dozijn lied en koorboeken. Paul Van Nevel en het Huelgas Ensemble vertolken er zondag composities uit in Amuz en leggen ze meteen vast op cd.
Wie het Museum Plantin-Moretus bezoekt, hoeft niet op zoek te gaan naar de muzikale werken die Christoffel Plantijn (1520-1585) drukte. De meest adembenemende bijbels, de bekende atlassen, kruidenboeken en geneeskundige werken die in de Officina Plantina in de zestiende eeuw van de persen rolde, liggen er fraai uitgestald of kan je digitaal doorbladeren. Maar van de muziekboeken vind je amper een spoor.
“Het zijn er niet zo veel, de meeste componisten en opdrachtgevers deden een beroep op gespecialiseerde muziekdrukkers in Venetië en Parijs. Maar die enkele boeken die Plantijn wél drukte, zijn bijzonder en belangrijk”, weet Paul Van Nevel. Dat het museum de eigen muziekdrukken niet meer bezit, is ook niet zo uitzonderlijk. Van sommige koorboeken, besteld door componisten of bemiddelde instellingen, werden er slechts enkele exemplaren vervaardigd. Die geraakten beschadigd door gebruik of overleefden brand of oorlogen niet.
RELIGIEUZE MUZIEK
Van Nevel wist het museum warm te maken voor een project om muziek gedrukt bij Plantijn uit te voeren en op cd vast te leggen. Dat gebeurt tijdens een concert op 5 november in Amuz. Sony brengt nadien de cd uit, die natuurlijk ook een ereplaats krijgt in de museumshop.
Het concert zal vooral religieuze muziek bevatten van Philippus De Monte uit Mechelen, Jacobus de Kerle uit Ieper, Claude Lejeune uit Valenciennes en Georges de la Hèle uit Antwerpen. Van de eerste drie nam Van Nevel al eerder werk op cd op, Georges de la Hèle is een primeur. Zijn
Octo missae was het eerste muziekboek dat Plantijn in 1578 uitgaf. Het is ook het enige dat vandaag nog in de collectie zit.
“Het is dankzij dat boek dat De La Hèle overleeft als polyfonist”, licht Van Nevel toe. “Hij werd in Antwerpen geboren en verhuisde als koorknaap op zevenjarige leeftijd naar het hof in Madrid. Uiteindelijk schopte hij het tot kapelmeester van Filips II in het Escorial. Veel van zijn werk ging verloren, onder meer in de aardbeving en de brand van Lissabon in 1755. De acht missen die Plantijn drukte, zijn het enige wat van hem bewaard bleef.”
Tijdens het concert vertolkt Huelgas ook een hymne van Palestrina uit een muziekboek dat de nazaten van Plantijn in 1644 lieten drukken, drie generaties na de dood van de beroemde componist.
ANDREAS PEVERNAGE
Tussendoor zingt Huelgas chansons van Andreas Pevernage. Van hem drukte Plantijn, niet in opdracht maar op eigen risico, vier boekjes met liederen, vooral voor de lokale markt. Pevernage was kapelmeester van de Antwerpse kathedraal en een bekend figuur in de stad. Hij was met Plantijn bevriend en schreef een graflied voor hem, waarmee Huelgas het concert inzet.
Van Nevel hoopt dat het project extra luister zal geven aan het Museum PlantinMoretus. Dit jaar geeft hij op de Europese concertpodia vooral concerten die in het teken staan van Luther en de Hugenoten. Volgend jaar verschijnt het boek Het land
schap van de Polyfonisten, waaraan hij bijna 25 jaar werkte. Het moet plechtig gepresenteerd worden tijdens het Antwerpse zomerfestival Laus Polyphoniae. “Ik toon aan hoe de stijl van de belangrijkste polyfonisten beïnvloed werd door het landschap dat ze als kind ervaren hebben”, onthult Van Nevel zijn centrale stelling. Benieuwd of de vergeten Antwerpenaren Georges de la Hèle en Pevernage
erin voorkomen…
FRANK HEIRMAN