Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De Taj Mahal is plots niet Indiaas genoeg
De hindoenationalistische leiders van India houden niet van moslims. En dus ook niet van de iconische Taj Mahal, gebouwd door een moslimheerser. Achter de ophef gaan partijpolitieke belangen schuil.
Het was zelfs voor koning Filip en koningin Mathilde een indrukwekkend begin van hun staatsbezoek: de perfect symmetrische Taj Mahal, rustend op de oever van de verstilde Yamuna-rivier. Met op het witte marmer bloemenmozaïeken zo verfijnd dat de ambachtslui die er al die jaren aan werkten, blind en met kromme vingers eindigden. Als we tenminste de officiële gids mogen geloven.
Het monument is eigenlijk een graftombe die de moslimheerser Shah Jahan vanaf 1632 liet bouwen voor zijn overleden vrouw. Vanuit de hele wereld werden de beste bouwmaterialen en kostbare stenen geïmporteerd. Vandaag is de Taj Mahal de populairste (en meest winstgevende) erfgoedsite van India. Wie India zegt, zegt Taj.
Oude hindoetempel
Niet iedereen is daar blij mee. De hindoenationalistische BJP-partij ziet moslims als een geliefde schietschijf – en ‘hun’ erfgoed dus ook. Deze zomer moest het Indiaas Archeologisch Instituut zelfs in de rechtbank bewijzen dat de Taj wel degelijk een graf van een moslimheerser is. En niet, zoals een luidruchtige minderheid van radicale BJP’ers beweert, een oude hindoetempel. De ultranationalisten verloren die rechtszaak, maar hun politici bleven ook daarna de haat aanwakkeren.
Volgens parlementslid Vinay Katiyar is er geen twijfel mogelijk: er was wel degelijk eerst een Shivatempel die door moslims verwoest werd om er de Taj op te bouwen, “zoals ook op andere plaatsen in India gebeurde”. Een ander parlementslid, Sangeet Som, zei eind vorige maand zelfs tegen aanhangers dat de Taj een smet is op de Indiase geschiedenis. “Gebouwd door verraders”, aldus Som. “Als ze dat geschiedenis noemen, zullen wij die geschiedenis herschrijven.”
Ook de deelstaatpresident die verantwoordelijk is voor het onderhoud van de Taj, de ultraradicale hindoepriester Yogi Adityanath, poneert dat het gebouw “de Indiase cultuur niet genoeg weerspiegelt”. De Taj werd dan ook niet opgenomen in de nieuwste toeristische brochure van zijn deelstaat Uttar Pradesh. In de plaats kwamen minder ontwikkelde hindoesites. India stond op zijn kop over zoveel enggeestig nationalisme.
Moslims als schietschijf
“De claims over oude hindoetempels slaan nergens op”, zegt de hoofdarcheoloog van de site, Bhuvan Vikrama, in Agra. “Mensen wijzen bijvoorbeeld naar de bloemen en zeggen dat die de vorm van het Om-teken (een oud hindoesymbool, red.) imiteren. Maar dat is juist de essentie van de architectuur uit die periode: islamitische en hindoeïstische tradities versmolten met elkaar.”
De extreemrechtse hindoebeweging maakt graag een opdeling tussen een hindoeperiode waarin het ‘echte’ India bloeide, en een moslimperiode van verval, geweld en onderdrukking. “Dat is een oppervlakkige manier van kijken naar India’s geschiedenis”, zegt India-kenner Krzysztof Iwanek in het Amerikaanse maandblad
The Diplomat.
Maar wel een kijk die sinds de jaren 30 van generatie op generatie is doorgegeven via de organisaties en scholen van de nationalistische beweging. Ook vandaag is dat soort cultuurstrijd voor de BJP een handige manier om haar achterban te behouden. Alleen zit de Taj Mahal in de weg van dat verhaal. “Als hindoenationalisten de moslimperiode afschilderen als een donker tijdperk, wat moeten ze dan doen met de mooie en algemeen erg geliefde Taj Mahal?”, vraagt Iwanek.
De felle partijpolitieke aanvallen op de Taj zijn een teken van wanhoop. Ondanks alle retoriek over hindoeïsme, nationale trots en heilige koeien, gaat het niet zo goed met India. Groei is er nog, maar jobs blijven uit. Jongeren tonen zich ontgoocheld. En nu wordt het menens, want voor het eerst in jaren komt de achterban van de BJP zelf met kritiek. Dat is de eerste barst in een radicaal politiek blok dat sinds 2014 de ene overwinning na de andere binnenhaalde.
Op 29 oktober hield de SJM, zeg maar de economische vleugel van de BJP, een grote betoging. Tegen de dumping van Chinese producten en de beleidskeuzes van de regering. “Goedkope Chinese producten hebben onze industrie genekt, en dus ook de werkgelegenheid”, zei woordvoerder Kashmiri Lal. “Modi’s regering gaat alleen voor cosmetische ingrepen en het aantrekken van nog meer buitenlandse investeringen. Wij willen een hulpprogramma voor de kleine bedrijven en de landbouwers.”
Protest
Volgende week wil de grootste (en ultranationalistische) vakbond van India, de aan de BJP geaffilieerde BMS, ook staken tegen de “gebroken beloftes van Modi”. De privatiseringen en de bedrijfsvriendelijke houding die Modi populair maakten in het buitenland, stuiten nu op weerzin bij zijn Indiase bondgenoten. Deze week verzamelen de andere (oppositie)vakbonden zich in Delhi voor drie dagen protest. India’s arbeiders vragen een echt minimumloon, betere arbeidsrechten en een aanpak van de inflatie die hen “het eten uit de mond rooft”.
Journalist Subodh Varma interviewde arbeiders die vanuit het zuidelijke Kerala vertrokken voor een tocht van 2.000 kilometer naar New Delhi. “De BJP speelt arbeiders tegen elkaar uit via religie zodat ze de slaven blijven van de werkgevers”, liet Shampsu Punnakkal optekenen. “Daarom gaan we in dit district met 600 naar Delhi om te betogen.” En zo staat de BJP onder grote druk om het heden te veranderen, in plaats van te foeteren op het verleden.