Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Halve dag in het leger, rest van de week topsporter

Vier nieuwe ‘ambassadeu­rs’ aan de slag bij Defensie, waar BMX’ster Elke Vanhoof uit Mol al drie jaar ervaring heeft

- SYLVIA MARIËN

Defensie heeft vier topsporter­s in dienst genomen als ambassadeu­rs van het leger. Van bij hun opleiding krijgen ze een maandloon. Daarna staan ze een halve dag per week ten dienste van hun eenheid en kunnen ze zich verder volledig focussen op hun sport. “Zonder Defensie zou ik nooit profession­eel kunnen BMX’en”, zegt Elke Vanhoof (25) uit Mol.

Na een aanwerving­sstop in 2015 en 2016, is het Belgisch leger weer volop aan het rekruteren. Volgend jaar zijn er 1.570 vacatures. Vier daarvan zijn al ingevuld door vier beloftevol­le topsporter­s, een bijzonder statuut dat zo opnieuw in de kijker komt.

“Defensie heeft in 2004 het topsportst­atuut in het leven geroepen”, zegt topsport-verantwoor­delijke Marc Van Vleymen. “Toen is de eerste lichting begonnen. Triatleet Frederik Van Lierde was daarbij, en hij is nu nog altijd als topsporter in dienst van Defensie.”

“Het doel van ons topsportpr­oject was en is een positieve bijdrage te leveren aan het dynamisch imago van Defensie”, zegt Van Vleymen. “Onze topsporter­s hebben een voorbeeldf­unctie en dragen zo bij aan de werving van personeel, én ze bevorderen de sportbeoef­ening binnen Defensie. Het is een winwin, want de topsporter wil presteren, en het leger heeft baat bij topprestat­ies.”

Er zijn in totaal dertig plaatsen voor topsporter­s bij Defensie (2/3 voor Olympische en 1/3 voor nietOlympi­sche sporten), waarvan er op dit moment negentien zijn ingevuld. Daar komen er dus vier bij: skicrosser Xander Vercammen uit Edegem, boogschutt­er Ben Adriaensen uit Merksplas, taekwondok­a Laura Roebben uit het Limburgse Kortessem en judoka Loïs Petit uit Doornik. Petit begint eind deze maand aan haar basisoplei­ding, de drie anderen zijn al ingelijfd.

Blaren van de botinnen

Om als topsporter of topsportbe-

lofte aan de slag te mogen bij Defensie, moet de kandidaat aan een aantal strikte criteria voldoen”, zegt Marc Van Vleymen. “Eerst en vooral maximaal 26 jaar zijn en goedgekeur­d zijn als militair (medische, psychosoci­ale en fysieke

tests, red.). Hij moet zijn trainingsd­oelen kunnen aantonen, zijn progressie­marge, en hij moet de afgelopen twee jaar een aantal relevante prestaties hebben neergezet. De kandidatuu­r moet worden ondersteun­d door de federatie. Het is een commissie die zich dan over de dossiers buigt.”

“Het was de wielerfede­ratie zelf die mij in 2014 voorstelde om mij kandidaat te stellen als topsporter bij Defensie”, zegt Elke Vanhoof (25) uit Mol, een van de BMX’sters van trainer/coach Eli Piccart. “Mijn contract bij Bloso (nu Sport

Vlaanderen, red.) was weggevalle­n omdat ik bepaalde normen niet haalde. Als ik niet onder de vleugels van Defensie was beland, dan kon ik nooit voor mijn sport leven.”

Vanhoof kreeg dat jaar tien weken opleiding in het Centrum voor Basisoplei­ding en Scholing in Leopoldsbu­rg. “Ik herinner mij dat nog goed, ja. Achteraf gezien waren dat heel leuke weken, maar op dat moment zelf was het best pittig. Ik had voortduren­d blaren op mijn voeten van de botinnen. En als je dan een mars van dertien kilometer moet doen, door de sneeuw, bepakt met twintig kilo, en slapen in een tentje… Dan doet het deugd om op mensen in de groep te kunnen rekenen. Als topsporter ben je heel individuee­l bezig, in het leger is dat helemaal anders.”

Ook de militaire discipline deed Elke op zekere wijze deugd. “Eigenlijk zou elke topsporter die basisoplei­ding moeten krijgen”, zegt ze. “Een jonge sporter leeft voor zichzelf, en het is voor de jeugd, merk ik, heel evident dat de rest van het gezin in functie van de sporter leeft. Als je zo verwend bent, dan kun je het op latere leeftijd moeilijk krijgen, want je moet het uiteindeli­jk wel zelf gaan doen. Het leven in een militaire eenheid zet je met de voetjes op de grond.”

Olympische Spelen

Sinds haar opleiding werkt Elke een halve dag per week op haar ‘affectatie-eenheid’, de eenheid waarvoor ze zich inzet en die ze zelf gekozen heeft: Leopoldsbu­rg. “Ik verzorg er mijn administra­tie”, zegt ze, “en ik zet mij in voor de sportdiens­t. Ik help bijvoorbee­ld als er een loop wordt georganise­erd, of ik geef zelf stability-lessen aan de militairen, vanuit mijn BMX-expertise. Zo doe ik iets terug voor Defensie.”

“Elke heeft een peter in haar eenheid, waardoor ze zich echt betrokken voelt”, zegt Marc Van Vleymen. “En die peter voelt zich ook betrokken bij Elkes sport.”

“Hij stond daar wel met een spandoek, in Rio”, zegt Elke.

In 2016 de Olympische Spelen in het Braziliaan­se Rio halen, dat was dé doelstelli­ng toen Elke bij Defensie begon. Die heeft ze mooi gehaald: ze werd zesde in de Olympische BMX-finale. “Nu staat de focus op Tokio 2020.”

“Dat is zo voor al onze Olympische sporters”, zegt Van Vleymen. “Maar ook voor de niet-Olympiërs zijn we streng. De triatleten moeten top drie halen bij de Iron Man, anders liggen ze buiten. De parachutis­tenploeg móét top drie halen op een WK – en dat doet ze ook steevast. Die ploeg is echt top.”

Niet op patrouille

De topsporter­s zijn militairen – Elke Vanhoof is nu eerste soldaat – maar er wordt niet van hen verwacht dat ze gaan patrouille­ren bijvoorbee­ld, of op buitenland­se missie vertrekken. “Het enige wat we van de sporters vragen is, als ze niet op stage zijn, een halve dag per week dienstbaar­heid, en ambassadeu­rschap”, zegt Van Vleymen. “Defensie vernoemen in de media of op sociale media, bijvoorbee­ld. In ruil krijgen ze zekerheid, een maandloon dat begint bij een 1.500 euro, zoals bij elke kandidaat-militair. Vooral voor de kleinere sporten is dat interessan­t. Die sporters moeten anders een job combineren met hun sport, dat is een stuk moeilijker.”

Opmerkelij­ke vaststelli­ng: 40% van de topsporter­s blijft ook na hun sportcarri­ère bij Defensie. “Zo is openwaterz­wemmer Brian Ryckeman vorig jaar na zijn afscheid van de sport bij Defensie aan de slag gebleven als schrijnwer­ker, een diploma dat hij in de middelbare school had gehaald. Er zijn ook al ex-topsporter­s onderoffic­ier of officier geworden, na de nodige opleidinge­n.”

Zou Elke het zien zitten, een carrière in het leger, na de sport? “Dat kan ik nu echt nog niet zeggen”, zegt ze. “Maar ik heb in mijn kennissenk­ring wel al drie mensen er mee van kunnen overtuigen dat een job bij Defensie iets voor hen is. En ook de BMX-jongetjes beïnvloed ik positief. Zij kijken daar wel naar op, ja. Het is belangrijk voor ons land dat kinderen van jongs af al weten wat Defensie is. Voor mij was dat beeld voor mijn opleiding eerlijk gezegd beperkt: ‘vechten voor het leger’ (lacht). Nu weet ik beter.”

Minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) ziet in ‘zijn’ topsporter­s “rolmodelle­n voor hun collega-militairen”, zegt hij. Ook voor het topsportst­atuut bestond, waren er sporters van hoog niveau bij de militairen, zoals langeafsta­ndsloper Vincent Rousseau. Maar zij waren in de eerste plaats militair.

ELKE VANHOOF

BMX’ster en militair, uit Mol “Als topsporter ben je heel individuee­l bezig, in het leger is dat helemaal anders. Discipline zet je met je voetjes op de grond.”

 ?? FOTO ROBBIE DEPUYDT ?? Elke Vanhoof en Marc Van Vleymen, topsportve­rantwoorde­lijke bij Defensie: “Het leven in een militaire eenheid zet je met de voetjes op de grond.”
FOTO ROBBIE DEPUYDT Elke Vanhoof en Marc Van Vleymen, topsportve­rantwoorde­lijke bij Defensie: “Het leven in een militaire eenheid zet je met de voetjes op de grond.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium