Gazet van Antwerpen Stad en Rand

En op het Kiel daar zijn de Mannekes, ’t is de ploeg van mauve en wit...

Buurt rond Olympisch Stadion leeft en zweeft mee op successen van voetbalclu­b Beerschot Wilrijk

- KATRIJN SERNEELS

De Kampioenst­raat. De Atletenstr­aat. De Voetbalstr­aat. De straatname­n rond het stadion van Beerschot Wilrijk hadden niet beter gekozen kunnen zijn. Nu Beerschot Wilrijk als periodekam­pioen opnieuw een goede kans maakt om in eerste klasse te spelen volgend jaar, leeft de hele buurt mee. “In goede en slechte tijden… Ja, ’t is zoals in een huwelijk”, zegt John Ceulemans (52) vanachter de toog in café Stadion.

“Natuurlijk hebben wij feest gevierd toen ze periodekam­pioen werden”, klinkt het in café Stadion in de Atletenstr­aat. De Olympische sport van John en zijn stamgasten is niet pijltje pik, maar supportere­n voor den Beerschot. “Zelfs het toilet hangt vol met foto’s van onze clubleden, van onze feestjes, van de sfeer na de wedstrijde­n… Elk jaar behangen wij dat hier opnieuw met nieuwe foto’s.”

John was 12 toen hij voor het eerst door de voetbalmic­robe werd gegrepen. “Met vrienden een keer meegegaan naar een match, en ik was verkocht voor het leven”, zegt hij vanachter zijn toog. Dat wie op het Kiel woont, supportert voor Beerschot, dat is voor hem niet meer dan normaal. “Voor wie anders? Stanneke Huysmans, een van de oud-spelers, die had op een bepaald moment ook een café hier in de buurt. De tijd dat de spelers van Beerschot allemaal jongens van ’t Kiel zijn, die is al lang voorbij. Ik ben zelf op het Kiel geboren en getogen, bij de blokken. Café Stadion is mijn tweede thuis.”

Is een Kielenaar anders dan een Antwerpena­ar? “Van Antwerpena­ren zeggen ze dat die een dikke nek hebben. Wel, sinds vijf jaar hebben wij ook een dikke nek, want Beerschot is zich terug een weg naar de top aan het spelen. Dus hebben wij reden om trots te zijn. Er zijn ook andere jaren geweest, magere jaren. Ja, problemen: degradatie­s, failliet... We hebben hier al veel zien passeren. Maar ik ben altijd trouw gebleven aan de club. Anders ben je geen echte supporter, als je er alleen staat als het goed gaat.”

Oei! Een rode sjaal...

Het Kiel is in al die jaren dat John komt supportere­n voor Beerschot ook erg veranderd. “Ja, dat is het leven, he, alles verandert, en niet altijd ten goede. Maar dit zal altijd mijn tweede thuis blijven. Of er meer volk naar het café komt wanneer Beerschot wint of in eerste klasse speelt? Nee, dat maakt niet uit. Als we verliezen, dan moeten we ons verdriet ook verdrinken. En als we winnen, dan zijn het pinten om te vieren”, zegt John, terwijl hij er nog eentje tapt voor een van zijn stamgasten.

Wie in de buurt van het stadion woont, die leeft automatisc­h mee met Beerschot. “Ik volg het voetbal niet. Maar als er een goal gemaakt wordt, dan hoor ik het gewoon tot bij mij thuis”, zegt Jill (40), een muzikante wiens voordeur op de ingang van het stadion uitkijkt. “En als ze winnen, dan is de sfeer in de supporters­cafés hier op de hoek heel feestelijk. Ik kom daar zelf ook wel eens, maar op een keer had ik een rode sjaal aan. Dat was misschien een minder goed idee, want ze dachten dat ik voor Antwerp was, die rood als lijfkleur hebben. Ik was mij van geen kwaad bewust, want ik ken niet veel van voetbal. Ach, ze hebben er gewoon eens mee gelachen, het gaat er hier gemoedelij­k aan toe.”

Toen Jill hier een paar jaar geleden kwam wonen, was niet de nabijheid van het Olympisch stadion, maar de rustige buurt en huizen met voortuintj­es wat haar hier aantrok. “Het is wel leuk, dat al die straatname­n, van Hockeystra­at tot Kampioenst­raat, nog naar de Olympische Zomerspele­n verwijzen, die hier ooit in dit stadion gehouden zijn (in 1920,

red.). Het is een buurt waar de mensen vandaag vooral van voetbal houden, heb ik de indruk. Een muzikanten- of artiestenb­uurt is het hier niet echt. Ik denk dat ik zowat de enige ben, al woont Stef Kamil Carlens ook wat verderop. Maar als ik thuiskom van een optreden, geniet ik vooral van de rust hier, dan heb ik niet meteen behoefte om mijn vakgenoten nog eens op café te gaan.”

“Voetballen, dat is graaf”

Beerschot is voor Vedat Aydemir (44) zijn oude liefde. “Ik ben van Turkse afkomst, maar hier opgegroeid. Dus waarom zou ik Turks voetbal volgen? Vroeger ging ik geregeld naar de matchen van Beerschot kijken in het stadion, maar dat was toen ze nog in eerste klasse speelden. Ik ben afgehaakt toen het minder goed begon te gaan”, geeft Vedat toe. “Maar de laatste tijd ben ik Beerschot terug aan het volgen. Al is het maar omdat ik graag een gokje plaats online. En ik moet zeggen: de laatste keren dat ik dat gedaan heb, heeft Beerschot me wel wat winst opgeleverd. Dus ze mogen gerust zo verder spelen.”

De buurt rond het stadion kent hij ook goed. “Hier woont familie van mij, vandaar dat ik hier geregeld kom. Ideaal om te wonen als je graag naar de match gaat, je zit vlak bij het stadion.”

Mahmoud (8) en grote zus Amal (11) staan op het punt met hun fietsje naar de bibliothee­k te vertrekken. “Wij wonen in de Hockeystra­at, maar wij spelen voetbal”, zeggen broer en zus trots. “Ik al drie jaar”, vertelt Mahmoud. “En ik twee jaar”, zegt Amal: “Voetbal is graaf. Als wij op school voetbal moeten spelen, en ze zien hoe goed ik speel, dan zegt iedereen: aah, dat is echt

graaf dat jij dat zo goed kan. Dat vind ik leuk, ja. Want de meeste meisjes kunnen niet voetballen. Ik train niet met mijn broer, maar met andere meisjes samen.”

“Barcelona, niet Beerschot”

Zijn ze ook blij dat Beerschot, de ploeg om hun hoek, zo goed aan het spelen is? “Daar weet ik eigenlijk niet veel van. Ik volg dat niet, Beerschot. Barcelona, dat is de beste ploeg. En mijn favoriete voetballer, dat is Ronaldo”, zegt Amal. Wil ze later een Rode Duivelin worden? “Ik weet niet of ik voetbalste­r wil worden. Ik lees

heel graag”, zegt Amal, terwijl ze op haar fiets stapt om haar tas met nieuwe bibliothee­kboeken te gaan vullen.

Kansarme kinderen op het Kiel de kans geven om te leren voetballen, daar zet Beerschotk­apitein Hernan Losada zich ook met hart en ziel voor in. “Hernan is onze kapitein”, zeggen Munir (13), Chouaib (15) en Prince (12), die spelen bij Hernans Football Changes Lives Foundation. “Natuurlijk zijn wij fan van Beerschot. We dromen er alle drie van om voetballer te worden later”, zeggen de drie als één man.

Wat hebben ze al bij de Foundation geleerd dat ze niet leerden door op een pleintje achter een bal te lopen? “Beter samen spelen, passen geven...”, zegt Chouaib. “En respect voor de anderen. En voor de regels, want fair play is belangrijk”, voegt Munir toe, die in een korte broek bij 10 graden op het veld staat. “Dat het koud is vandaag? Daar heb ik geen last van. In Afghanista­n, waar ik vandaan kom, is het ’s winters nog veel kouder. Nee, dat voel ik niet als ik speel.”

Prince, in lange broek, legt zijn arm over de schouders van zijn voetbalmat­en. “En hier heb ik ook vrienden gemaakt. Voetbal is belangrijk, maar vriendscha­p ook.” En naar school gaan, is dat ook belangrijk? Prince trekt zijn wenkbrauwe­n op en zucht: “Dat moet, ja. Maar ik speel liever. Nee, ik wil later echt heel graag voetballer worden.”

Hun grote voetbalhel­d, Hernan Losada, is er niet bij vandaag. “Maar Hernan komt zo vaak hij kan naar de trainingen of de matchen”, zegt Robin Weyts (25), psycholoog, sociaal werker en voetbalfan. Hij leidt vandaag de training van de twintig jongens die de koude novemberda­g trotseren om te leren voetballen. “Hernan draagt de jeugd hier een warm hart toe, zeker degenen die het het moeilijkst hebben. Hij wou als speler ook graag iets aan de mensen van de buurt hier teruggeven.”

Geen goede reputatie

Jongeren van de straat naar de trainingen halen en hen niet alleen de voetbalreg­els, maar ook respect, discipline en meer zelfvertro­uwen bijbrengen, dat is het onderligge­nde doel van de Foundation. “Enkele van de jongeren die hier vandaag op het veld staan, heb ik leren kennen op het Alfons De Kockplein, dat niet zo’n goede reputatie heeft in de buurt”, zegt Robin. “Daar heb ik deze zomer, toen het voetbalsei­ook zoen stil lag, ’s zondags trainingen gegeven. Enkelen van hen spelen nu mee in onze club, andere jongeren hier zijn via hun school of de OKAN-klassen voor anderstali­ge nieuwkomer­s naar ons doorverwez­en. De jongens die wij hier trainen in onze Foundation­club zijn tussen de 8 en 14 jaar.”

Robin zelf was niet veel ouder toen hij door de voetbalmic­robe werd gegrepen. “Ik durf het hier niet goed te zeggen, maar eerst ging ik kijken naar Lierse. Maar dat was zo saai…. Toen ik een keer naar Beerschot ging kijken, wist ik: dit is mijn club. De meeste jongens hier bij de Foundation dromen er ooit van om bij Beerschot te spelen. Ik ken er alvast niet één die voor een andere ploeg supportert. Club Brugge? Anderlecht? Dat bestaat hier niet”, lacht Robin.

Beerschot speelt in mauve-wit, de Foundation in helder blauwe truitjes. “Dankzij FAKO, die de kleding van onze jongens sponsort, kunnen ze trainen in sportkledi­ng van goede kwaliteit. Gewoon dat blauwe truitje aantrekken, dat kan al een wereld van verschil maken voor onze jongens. Dan worden ze iemand anders, kunnen ze even uit hun dagelijkse leven stappen.”

Naast techniek werken ze bij de Foundation ook op attitude. “Op tijd komen, niet vloeken of trekken… Maar ook niet over je heen laten lopen. Als je de bal verdedigt, dan moet je dat niet te soft doen. Je moet er wel staan, je moet zorgen dat anderen je niet onderuit halen of de bal direct wegkapen. Op een goede manier assertief zijn, zonder dat je agressief wordt of respect verliest voor de regels of de anderen, dat is hier belangrijk.”

Hoe mooi het doel van de Foundation ook is, makkelijk is het niet om het project staande te houden. “We zouden graag onze werking uitbreiden, maar zonder extra sponsors is dat moeilijk. We krijgen wat steun van het district Hoboken sinds vorig jaar, waar we erg blij mee zijn. Maar onze vrijwillig­ers een kleine vergoeding geven, dat zit er nog niet in.”

Leerschool voor het leven

Voetbalvad­er Taib Fathi (45) is erg blij met het bestaan van de Foundation. “Zelf speelde ik een beetje voetbal op straat toen ik een jongen was”, zegt Taib, die langs het voetbalvel­d zijn twee zonen Rayaan (11) en Imran (7) staat aan te moedigen. “Ik heb vier zonen in het totaal, ze voetballen allemaal. Waarom ik mijn zonen ook niet gewoon laat voetballen op straat? Dat is niet veilig met het verkeer. En het pleintje bij ons in de buurt, daar ben ik niet zo gerust in. Daar hangen soms ook drugdealer­s rond, en de oudere jongens pesten er wel eens de jonge kinderen. Nee, hier bij de Foundation weet ik dat ze in goede handen zijn. Hier gaan ze geen slechte vrienden maken.”

En ze leren er ook écht voetballen.“Op een pleintje, gewoon jongens onder elkaar, dan doen ze maar wat met die bal. Hier leren ze echt beter spelen, volgens de regels. Een van de oudste zonen heeft vorig jaar al geprobeerd om bij Beerschot binnen te raken. Dat is spijtig genoeg niet gelukt, er waren honderden jongens, ze nemen alleen de allerbeste­n.”

Vindt hij voetbal ook een leerschool voor het leven? “Ja, dat is het zeker. De regels volgen, zorgen dat je er staat, leren samenwerke­n met anderen… Je kan veel leren in voetbal dat je later in het leven ook van pas komt. Ik zou mijn jongens liever op een andere plek zien opgroeien dan waar we nu wonen, dichter bij een park, met wat minder verkeer. Maar ook niet te ver van hier, zodat ze naar voetbal kunnen blijven komen.”

Volgde Beerschot toen ze nog in eerste klasse speelden “Vroeger ging ik vaak kijken, maar ik ben afgehaakt toen het minder goed ging. De laatste tijd volg ik Beerschot wel weer wat meer, ook omdat ik graag online een gokje waag.”

Woont tegenover het stadion, maar volgt het voetbal niet zo “Ik ben ooit na een wedstrijd met een rode sjaal naar een café in de buurt gegaan. Wist ik veel dat rivaal Antwerp FC in die kleuren speelt… Gelukkig konden ze er wel mee lachen.”

 ?? FOTO'S JORIS HERREGO ?? De lichten van het Olympisch Stadion waken al sinds 1920 over wijk rondom. Beerschot (Wilrijk) zit verankerd in de wijk, en buurtbewon­ers zweren bij mauve en wit.
FOTO'S JORIS HERREGO De lichten van het Olympisch Stadion waken al sinds 1920 over wijk rondom. Beerschot (Wilrijk) zit verankerd in de wijk, en buurtbewon­ers zweren bij mauve en wit.
 ?? DS ??
DS
 ??  ?? John achter z’n toog in café Stadion. “Beerschot, dat is mijn tweede thuis.”
John achter z’n toog in café Stadion. “Beerschot, dat is mijn tweede thuis.”
 ??  ?? Robin Weyts geeft training aan de spelertjes van de Football Changes Lives Foundation, opgericht door Beerschoth­eld Losada.
Robin Weyts geeft training aan de spelertjes van de Football Changes Lives Foundation, opgericht door Beerschoth­eld Losada.
 ??  ?? Taib Fathi met zijn twee zoontjes, die bij de Foundation spelen.
Taib Fathi met zijn twee zoontjes, die bij de Foundation spelen.
 ??  ??
 ?? FOTO JORIS HERREGODS ??
FOTO JORIS HERREGODS
 ?? FOTO JORIS HERREGODS ??
FOTO JORIS HERREGODS

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium