Gazet van Antwerpen Stad en Rand
25 JAAR BONZAI “Dj-sets van elf uur: dat doe je niet op een boterham met choco”
Met onder meer een documentaire, een compilatiecdbox en een verjaardagsfeest in de Waagnatie viert Bonzai – zowat het meest succesvolle Belgische dancelabel aller tijden – momenteel zijn zilveren jubileum. Opmerkelijk, want het lot van het bedrijfje uit Deurne heeft lange tijd aan een zijden draadje gehangen. Oprichter Christian Pieters (51), bekender onder zijn djnaam Fly, blikt terug op een bewogen bestaan. “Iemand omschreef Bonzai ooit als de Guns N’ Roses van de dance. Inderdaad: het ging er héél heftig aan toe.”
1 De Doorbraak
“Ik had in 1989 in Deurne een platenwinkel geopend, Blitz, omdat ik van kindsbeen al een passie voor muziek had. Op mijn twaalfde zat ik op de slaapkamer cassetjes op te nemen en plaatjes te draaien met van die discolichten erbij. Van het een kwam het ander.”
“De timing was perfect: de cd was net doorgebroken, de best of’s van Phil Collins en The Police vlogen met dozen tegelijk de winkel uit. Maar na een jaar of twee volgde een inbraak, en was ik al mijn cd’s, al mijn installaties – kortom: de hele cinema – kwijt. Dus toen ben ik herbegonnen als dj-store, met vooral dance en twelve inch-vinyl.”
“Dat sloeg meteen aan. Natuurlijk: échte dj’s maakten hooguit tien procent van mijn cliënteel uit. De rest waren slaapkamerdj’s die thuis ook allemaal hun ding wilden doen. Sommige klanten stopten me demo’s toe, en zo ontstond het idee om een eigen label te beginnen. CJ Bolland kwam vaak over de vloer, en die hielp me met het bouwen van een studio. Hij had de connecties en de knowhow waar het mij aan ontbrak.”
“Bonzai werd van meet af aan een succes: we hadden per toeval de juiste sound op het juiste mo-
2 De Tshirts
“Ik had thuis geprobeerd om Bonzai-boompjes in leven te houden, maar dat draaide telkens op een mislukking uit. Toen dacht ik: als ik ze als logo gebruik, verwelken ze tenminste niet (lacht). Het zag er tof uit, en voor de zwans had ik voorgesteld om er T-shirts van te laten maken. Via-via vond ik iemand die dat kon.”
“We zijn begonnen met 200 stuks. Die werden zaterdagmiddag in onze winkel geleverd, en twee uur later zaten we al door de voorraad. Dus bestelde ik er 500, dan nog eens 1.000, en op de duur gingen ze met 10.000 tegelijk buiten. Na twee jaar zaten we al aan 700.000 exemplaren. We konden de vraag niet bijhouden.”
“Ongelofelijk. Dat heb je vandaag niet meer. We verkopen nu jaarlijks nog wel een paar duizend van die shirts, maar tóén had je een hele community die helemaal was opgebouwd rond die dj-store. Petjes, vinyls, cd’s, ditjes en datjes. Iedereen maakte elkaar de kop zot, eigenlijk. Op de duur wilde ik zelf niet meer in zo’n shirt gezien worden, omdat ze zo alomtegenwoordig waren
(lacht).”
“Maar ook hier: ’t was nooit mijn ambitie om de markt plat te walsen. Ik had drie labels: Lightning Records, Bonzai en Cash Records. Dat laatste was expliciet om geld te verdienen, en het plan was om ment gevonden. Onze vijfde plaat – van Frederico Santini & Axel Stephenson – forceerde de internationale doorbraak in Duitsland, en nadien ook Oostenrijk, Zwitserland, Nederland en België.”
“Ik wist niet wat me overkwam. Ik kende helemaal niks-nul-debotten van de muziekindustrie. Toen – via de fax – de eerste aanvragen voor een licentiedeal uit Duitsland en Frankrijk binnen rolden, stond ik ernaar te gapen als een koe naar een trein. Ik wist niet eens wat dat wás, een licentiedeal. We hebben alles met scha en schande geleerd. Het geld kwam goed binnen, maar mochten we destijds de kennis van nu hebben gehad, dan hadden we tien keer zoveel verdiend. En allemaal zonder de steun van sociale media, hé. Dat bestond toen nog niet.” daar alleen de écht commerciële dingen op uit te brengen. Maar uiteindelijk is er maar één plaat op verschenen. Bonzai overschaduwde alles.”
“Belgische dance-muziek is sinds het begin van de new beat altijd toonaangevend geweest. Bonzai werd, zeker begin jaren negentig, wereldwijd als een trendsetter beschouwd. En naast de muziek zelf heeft dat logo daar een cruciale rol in gespeeld.”
‘‘Toen – via de fax – de eerste aanvragen voor een licentiedeal uit Duitsland en Frankrijk binnen rolden, stond ik ernaar te gapen als een koe naar een trein.’’ ‘‘Ik had geprobeerd om Bonzaiboompjes in leven te houden, maar dat draaide telkens op een mislukking uit. Toen dacht ik: als ik ze als logo gebruik, verwelken ze tenminste niet.’’
‘‘Zo’n event als de Love Parade in Berlijn, dat lukt nooit meer. Zelfs de Duitse politie stond mee te dansen met de matrak in de hand.’’
‘‘Ik heb me drie jaar bewust op de achtergrond gehouden, omdat ik anders toch alleen maar mensen zou tegenkomen bij wie ik nog in het krijt stond.’’
‘‘Intussen is Bonzai opnieuw een succes, en dit keer geniet ik er veel meer van. Da’s het verschil, mijn dankbaarheid is 25 jaar later veel groter.’’
3 De Love Parade
“Een paar weken na de val van de Berlijnse muur (in november
1989, red.) draaide ik in OostDuitsland, en die eerste keer stond er meteen 200 man aan te schuiven voor een handtekening. Vanaf de tweede of derde editie namen we ook deel aan de Love Parade in Berlijn, op dat moment het grootste dancefestival ter wereld.”
“Het opzet was dat je als dj op praalwagens draaide, en de massa via vier luidsprekers liet dansen op wat je deed. De eerste keer mochten die luidsprekers officieel maar 80 watt hebben. Daar kwam je niet ver mee, dus bij de volgende edities hebben we dat wat, euh, aangepast. We hadden zo’n oude Engelse dubbeldekbus afgehuurd, waarbij alle artiesten op het dak stonden.”
“Met Bonzai hebben we uiteindelijk zes keer meegedaan. ’t Was echt ongelofelijk kicken om in zo’n enorme massa te staan. Er leek geen eind te komen aan die mensenzee. We hadden ook jockeys die er té high van werden, die angstaanvallen kregen. Te veel mensen, te claustrofobisch. Je kon niet van die bus af, en de hele massa deinde mee. Als je onder een brug bleef staan, kon je door de galm nog luider draaien.
(lacht). Fantastisch!”
Eraan denken om te pissen
“Zo’n event, dat lukt nooit meer. Zelfs de Duitse politie stond mee te dansen met de matrak in de hand. Achteraf bekeken hebben we daar mee geschiedenis geschreven. Op dat moment besef je dat niet. Dan ben je vooral met praktische zaken bezig. Zoals: eraan denken om te gaan pissen voor je die bus op stapt. Want eens erop, kon je er – omsingeld door een paar honderdduizend mensen – niet meer af.”
4 De vrije val
“Als je elf uur staat te draaien, doe je dat niet op een boterham met choco. Er werd veel gepakt. Een bol hier, een lijntje daar. ’t Was feesten (lacht). Soms waren we vijf nachten na elkaar aan de slag. Andere dj’s hadden dan dinsdag en woensdag om te recupereren. Ik daarentegen werd op kantoor bij Bonzai verwacht.”
“Die jaren waren één grote roes. Ik voelde me vaak een zombie, hing elke dag scheef. Eigenlijk werden we geleefd, ook al hadden we zelf de touwtjes in handen. Je begint nooit met opzet dope te nemen. Dat gebeurt gewoon. Je probeert ’t eens op een slecht moment, dat zet goed aan, en hup, je kan er weer tegen.”
“We zaten in de roes van de hype, en vonden alles vanzelfsprekend. We verkochten mil-joe-nen platen. Met sommige tracks zijn we op 300 topcompilaties geraakt. Het geld kwam kortom goed binnen. Maar we zaten in een oud gebouw met krakende vloeren, gammele elektriciteit en vier opnamestudio’s in de kelder. Dus wilden we een nieuw gebouw, met alles erop en eraan.”
“Toen we eraan begonnen, ging alles nog goed. Maar eens dat ding er stond, rond de eeuwwisseling, stak Napster de kop op, de illegale online-muziekdienst. Van de ene dag op de andere stortte de markt in. De verkoop van cdcompilaties stuikte in elkaar, en over vinyl werd al helemaal niet meer gepiept. Dat was een enorme uppercut.”
“Op de koop toe zaten we met nog andere tegenslagen. De Zillion moest dicht, terwijl de cd’s die we daarvan uitbrachten echte bestsellers waren. En net in de week dat de Twin Towers werden aangevallen, zouden we in Frankrijk een Boum-compilatie uitbrengen met… instortende torens op de hoes. De cd’s waren geperst en de campagnes geboekt, waaronder een tv-actie van 100.000 euro, maar dat was plots weggegooid geld. Zo ging het snel bergaf, natuurlijk.”
“Gevolg: ik moest personeel afdanken, maar ook die hadden recht op een gouden handdruk van elk bijna 100.000 euro. Gooi er zo vijf buiten, en je weet wat je kwijt bent. Als klein label kan je dat soort uitgaven niet bolwerken, dus voor ik ’t wist stonden er curatoren voor de deur. Van dat hele imperium bleef alleen een schuldenberg over. Dat was ambetant: leveranciers, vrienden met wie ik samenwerkte, mijn familie... iedereen liep lastig rond, en dat bracht flink wat spanningen mee, ook in mijn gezin.”
“Om een lang verhaal kort te maken: we hadden bijna 2 miljoen euro schulden. Gelukkig had ik privé nog wel wat geld steken, zodat ik kon beletten dat Bonzai verkocht werd. Maar zelfs dan was er nog 330.000 euro te kort. Ik kwam overeen dat we drie jaar kregen om dat gat te dichten. Een race tegen de klok. Het is gelukt, al hebben we in die tijd zwarte sneeuw gezien. Op sommige dagen was er alleen geld voor een boterham, of ging ik bij ons ma een brood halen. Ik heb me drie jaar heel bewust op de achtergrond gehouden, omdat ik anders toch alleen maar mensen zou tegenkomen bij wie ik nog in het krijt stond.”
5 De heropstanding
“Ik was gemotiveerd om het label dat ik had opgebouwd niet verloren te laten gaan. Vroeger trok ik gewoon de chequeboek open om een campagne te financieren. Dat geld was er nu niet, dus moesten we creatief zijn. En soms ook verkeerde muziek uitbrengen, louter en alleen om te kunnen overleven.”
“Het duurde even voor artiesten me weer vertrouwden. Intussen is Bonzai opnieuw een succes, en dit keer geniet ik er veel meer van. Als ik toen grote zalen vulde, was ik dat na een uur al vergeten. Nu sta ik in een vol Sportpaleis of op Tomorrowland en wil ik de dag nadien de aftermovie zien. Da’s het verschil, mijn dankbaarheid is 25 jaar later veel groter.”
“Bonzai is nu ook geen puur platenlabel meer. Vroeger wel. En daar konden we ruim van leven, inclusief een mooie wagen, luxueuze reizen én budget voor een extra appartement. Da’s nu ondenkbaar. Vandaag is het sleutelwoord: diversifiëren. We doen distributie voor meer dan 200 labels, houden ons bezig met publishing. We zijn een managementbureau, een boekingskantoor én we zetten zelf evenementen op, zoals ons verjaardagsfeest in de Waagnatie volgende zaterdag.”
“We doen alles, van royalties berekenen tot remixers contacteren. En zo heb ik intussen toch weer vijf mensen in dienst. Ik ben ook weer beginnen dj-en, al beperk ik dat tot een keer of twintig per jaar. Ik kan onmogelijk op alle aanvragen ingaan, en fysiek ben ik ook niet meer in staat om elk weekend vijf, zes sets af te werken. Of het zou met hulpmiddelen moeten zijn. En dan nog.”
“Ik ben vooral blij dat ik nog steeds van mijn passie kan leven, en niet uit pure miserie bij Inza melkflessen moet staan controleren. Op mijn absolute dieptepunt heeft het niet veel gescheeld, maar alleen al de gedachte motiveerde me om terug te vechten. En nu staan we er weer. Meer nog: we trekken plots ook een jong publiek. Daar ben ik misschien nog wel het meest trots op. Als je elk jaar je publiek ziet vergrijzen, weet je dat je op de duur uitgebonjourd bent. Dat gevaar is intussen geweken.”