Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Bij ‘Familie’ ben ik al een deel van het meubilair”

- CHRIS CRAPS

Er is altijd gezegd dat het bij drie Vincke & Verstuyftf­ilms zou blijven, maar er wordt nu toch al nagedacht over een vierde film”, zegt Werner De Smedt. Vincke & Verstuyft, een creatie van schrijver Jef Geeraerts die in de bioscoop populair werd door De Zaak Alzheimer, keert acht jaar na de sequel Dossier K voor een derde keer terug in Het Tweede Gelaat. De Smedt is commissari­s Freddy Verstuyft.

Werner De Smedt (47) heeft nog het charisma van een stoere

jeune premier. Intussen zit hij al 23 jaar in het vak en kan hij terugblikk­en op een vrij gevarieerd­e carrière. Weliswaar één met vallen en opstaan. Zijn zwaar verleden heeft hij al lang achter zich gelaten. Vandaag is Werner De Smedt een trotse vader van drie zonen en een toegewijde echtgenoot. Al vier jaar is hij verbonden aan de VTM-soap Familie. Momenteel is hij in de film Het Tweede Gelaat van Jan Verheyen te zien als Verstuyft.

“Verstuyft en Vincke zijn sterke personages. Maar dat is deels de verdienste van Jef Geeraerts. Hij nam zijn tijd om zijn personages goed te onderbouwe­n. Het is een heel dankbare rol om te spelen. Ondertusse­n is het al de derde keer dat ik die rol vertolk. De eerste keer in De Zaak Alzheimer was ik nog die jonge, onervaren en impulsieve agent die zijn buikgevoel volgde. In Dossier K evolueerde hij tot een echte profession­al. En nu in Het Tweede Gelaat is hij een veteraan die zijn verantwoor­delijkheid opneemt, maar toch trouw blijft aan zijn buikgevoel.”

Is het nu over en uit met het duo VinckeVers­tuyft?

De filmserie is altijd voorgestel­d als een trilogie. Er zat wel telkens zeven jaar tussen. Het productieh­uis wilde iedere keer de lat hoger leggen en het beste scenario uit de boeken puren. We hebben een goede derde film gemaakt. Ik kan ermee leven als Het Tweede

Gelaat de laatste keer blijkt. Ik heb echt toffe herinnerin­gen aan die drie films. Elke film was ik in een andere gemoedstoe­stand. Tijdens de eerste film moest ik afrekenen met mijn demonen. Gelukkig ligt dat nu ver achter mij. Gaandeweg heb ik toch wat kunnen rechtzette­n wat ik recht te zetten had. Maar bij zowel Koen De Bouw als bij mij leeft er zeker een verlangen om nog een film te maken. En ik weet uit goede bron dat er wordt nagedacht over een vierde film.

Zijn jouw oudste zonen fan van Verstuyft?

Ik weet niet of ze de twee vorige films hebben gezien, maar ik weet dat ze fan van me zijn.

Weet je jongste zoontje Roman wat zijn papa doet?

Hij had het al op heel jonge leeftijd door. Hij heeft trouwens een paar keer de set van Familie bezocht. Hij kent ook Jan Van den Bossche, mijn tegenspele­r in Familie, want die komt als vriend geregeld over de vloer. Hij weet dat Jan net als papa acteur is. Roman zegt dat hij later ook acteur wil worden. Wellicht omdat hij elke dag een gelukkige vader ziet thuiskomen.

Herbert Flack vertelde ooit dat meespelen in een soap een dagelijkse oefening is.

Ik heb er bewust voor gekozen om in Familie mee te spelen. Zo krijg je dagelijks de kans om te doen wat je het liefste doet: op een set staan en ervaring opdoen. Het is ook een uitdaging, want er moet heel snel gewerkt worden. De scenario’s blijven soms een pijnpunt, maar het is mijn taak als acteur om uit elke scène het allerbeste te halen. Soms probeer ik het niveau van een scène te overstijge­n door er iets aparts in te leggen waardoor het iets meer wordt, uiteraard binnen de beperkte tijd die we krijgen.

En dan denken ze: daar heb je die lastige Werner weer.

Ze kennen me ondertusse­n al. Ik heb altijd wat papieren bij met herschrijv­ingen en nota’s. Sommigen gaan daar goed mee om, anderen wat minder. Ik begrijp dat wel, want iedereen heeft zijn specifieke aanpak. Maar voor mij is het de enige manier waarop dit werkbaar is. Als ik tijdens mijn voorbereid­ingen in het weekend op een scène stoot waar ik totaal niets mee kan doen, dan probeer ik iets te verzinnen waar ik wel mee aan de slag kan. Zo blijft de job nog wat spannend. Maar ik moet toegeven dat scenariste­n er meer en meer in slagen om echt goede verhaallij­nen te verzinnen. Dan kan je blindeling­s het scenario volgen.

Je had het over jouw demonen van lang geleden. Blijven die jou achtervolg­en?

Tja, de ‘boekskes’ vergeten het niet. Ik begrijp dat wel. Zij brengen mijn verleden ter sprake, in de hoop te kunnen uitpakken met een spectacula­ire quote. Voor hen is dat plezant, maar voor mij is het soms vervelend dat ze er af en toe op terugkomen. Maar dat neem ik er wel bij. Ik heb altijd open kaart gespeeld, in de hoop dat mijn ervaringen andere mensen kan helpen.

Heeft het stigma van ‘een reputatie’ beroepshal­ve gevolgen gehad?

Ik heb het nooit zo aangevoeld. Gelukkig maar. Na mijn problemen heb ik een periode ingelast om op krachten te komen en na te denken over wat ik het liefst wilde doen. Ik heb in een korte tijd toch weer aansluitin­g gevonden. Vooral bij de bazen van VTM, die me vrij snel hebben opgepikt. Daar ben ik hen heel dankbaar voor.

Heb jij zoals Matthias Schoenaert­s en Veerle Baetens de ambitie om in het buitenland te werken?

Neen. Enkele collega’s werken met succes in Amerika. Ik volg dat met veel belangstel­ling. Ik ben hun grootste supporter en dan vooral van Koen De Bouw. Ik volg wat hij daar doet op de voet en ben er rotsvast van overtuigd dat zijn verhaal daar nog lang niet afgelopen is. Integendee­l zelfs. Voor hem begint het daar nog maar pas. Zelf heb ik nooit die ambitie gevoeld. Ik heb trouwens al een heel parcours moeten volgen om het tot acteur te schoppen. Ik ben al heel blij dat ik in Vlaanderen kan doen wat ik graag doe. En dan nog. Ik kan mijn familie absoluut niet missen. Want als je in zo’n avontuur stapt, moet je sowieso offers brengen. Dat ligt voor mij enorm moeilijk.

Johan Heldenberg­h zei hetzelfde. Hij heeft nu wel in een Hollywoodf­ilm gespeeld, maar was toch niet ver van huis.

Je mag zo’n avontuur niet onderschat­ten. Ik wil me er niet aan wagen, want ik heb de stabilitei­t van een familie nodig. Ik heb dat veel te lang niet willen inzien. Voor mij is het van levensbela­ng om op mijn familie te kunnen terugvalle­n. Mochten ze mij vragen, dan zou ik misschien wel op zo’n aanbieding ingaan, maar dan alleen op mijn voorwaarde­n. Utopisch

dus. Maar ik denk niet dat het zo werkt, dat je zomaar gevraagd wordt. Je moet het willen en er actief naar op zoek gaan.

Is acteren voor jou therapie?

Neen. Zeker niet. Maar het is wel een noodzakeli­jk iets. Ik heb eens een periode niet gespeeld. Toen voelde ik mijn waardevoll­e tijd wegtikken. Ik heb toen iets met een goede vriend geschreven om het vervolgens op te voeren. Dat voelde goed aan. Ik weet niet hoe, maar op een of andere manier is acteren voor mij een noodzaak. Nog altijd.

Is het nu druk?

Het klinkt raar uit de mond van een acteur, maar ik werk hard. Ik sta om vijf uur op om de files voor te zijn. Dan rij ik naar de opnamestud­io van in Boortmeerb­eek. Het gebeurt vaak dat ik pas rond zeven uur ’s avonds de parking verlaat. Ik ben zelfs een beetje een onderdeel van het meubilair geworden. Soms vragen ze het me: ‘Gij woont hier zeker?’ Ik ken echt iedereen, van de mensen van de kuisploeg tot de veiligheid­sagenten. En dan kwam Het

Tweede Gelaat daar nog bij. Druk is het dus zeker. Maar het gaat wel. We hebben geregeld periodes om de batterijen weer op te laden. Ik klaag dus niet. Nu, mocht er een periode van rust komen, dan zou dat zeer welkom zijn. Ik heb nog wat werk aan mijn huis. Onze gevel moet dringend geschilder­d worden.

Je hebt geen twee linkerhand­en?

Ik kan heel goed schilderen. Niet dat ik iets anders wil doen dan acteren. Al bekruipt mij soms een vervelend gevoel. Acteren is een onzeker beroep. Door ouder te worden, wordt dat gevoel versterkt. Maar dan heb ik een lang gesprek met Julie, mijn vrouw, die alles weer in het juiste perspectie­f plaatst en mij tot rust brengt. Als jonge acteur denk je dat je de wereld aankunt en maak je je nergens zorgen over. Je woont in een klein kot en je bent tevreden met een boterham en een glas water. Maar dat leven is al lang achter de rug. Er is nu die verantwoor­delijkheid tegenover je vrouw en je kinderen. Je wil ze toch op zijn minst het leven geven dat je van je ouders hebt gekregen.

Matthias Schoenaert­s is iemand die niet kan stilzitten. Dat zie ik ook in jou.

Klopt. Ik zit zelfs niet graag in een schmink- of kapperssto­el. Er is die onrust in mij. Gelukkig heb ik een grote tuin waarin ik mijn energie kwijt kan. Ik vind altijd wel iets om te doen. Ik heb heel weinig dode momenten in mijn leven.

Wat is voor jou de ideale vakantie?

Vorig jaar in Griekenlan­d, vlak voor de draaiperio­de van Het

Tweede Gelaat. Ik had mijn scenario en mijn aantekenin­gen meegenomen. Na het ontbijt werkte ik wat, in de namiddag ging ik met de familie aan het zwembad liggen of een boottocht maken. Meer hoefde dat niet te zijn. Ik was perfect gelukkig.

“Als jonge kerel dacht ik dat ik de wereld aankon. Nu weet ik dat ik de stabilitei­t van mijn familie nodig heb.”

 ?? FOTO BELGAONTHE­SPOT ?? Met Koen De Bouw in Het Tweede Gelaat, de film van Jan Verheyen.
FOTO BELGAONTHE­SPOT Met Koen De Bouw in Het Tweede Gelaat, de film van Jan Verheyen.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium