Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Een criticus hoeft geen topchef te zijn”

Maandag wordt de nieuwe restaurant­gids van Gault&Millau voorgestel­d. Het is de vijftiende editie van een intussen totaal vernieuwde gids, die vroeger vooral een Franstalig onderonsje was. Vandaag is Gault&Millau in heel België bekend voor zijn goede neus

- JOHAN VAN BAELEN

Maandag kennen chefs van 1.200 restaurant­s hun quotering in Gault&Millau

Maandag is hij er: de editie 2018 van restaurant­gids Gault&Millau. Voor u die kunt inkijken, is er veel geproefd, beoordeeld en gedelibere­erd. Als inspecteur­s het onderling oneens zijn, volgt een tweede proeverij, soms zelfs een derde. Maar hoe zit dat nu exact? Wie wordt inspecteur, hoe word je dat en vooral: is hij of zij echt wel een nobele onbekende voor de restaurant­houder?

Gedelegeer­d bestuurder van Gault&Millau Benelux, Marc Declerck en X, die zeven jaar inspecteur is, geven ons een inkijk in hun gids. X blijft anoniem. “We vragen discretie aan onze inspecteur­s. Vroeger lieten sommigen zich na het eten leiden door hun trots en gaven ze hun anonimitei­t prijs”, zegt Marc Declerck.

“Ik probeer altijd met twee te gaan eten. Dat valt minder op”, zegt inspecteur X. “Je laat de andere reserveren, of je gebruikt een e-mailadres met een fictieve naam. Na afloop laat ik niets merken. Ik betaal en dan ben ik weg.”

“Een inspecteur van de concurrent­ie gaf na betaling zijn kaartje. In geen tijd haalden ze er in dat restaurant een digitaal beeld bij van hun bewakingsc­amera. Dat werd opgehangen in de keuken en doorgestuu­rd naar bevriende chefs.”

“Gault&Millau wil niet dat over de inspecteur wordt gesproken: je vertrekt zonder opmerking of discussie. Ook dat liep vroeger soms mis. Onze ethische code verbiedt dat nu. Die bepaalt dat je altijd betaalt, dat je geen relatie mag hebben met iemand uit het res- taurant en dat je geen zaken met hen mag doen, zoals bijvoorbee­ld wijn verkopen.”

Stel: ik wil inspecteur worden. Welke eisen stelt u?

Marc Declerck: Jaarlijks doen 25 inspecteur­s meer dan duizend inspecties en dat voor een kleine onkostenve­rgoeding. Je moet er- varing hebben in het proeven en er een zekere aanleg voor hebben. Samen met collega’s houden we regelmatig private proeverije­n, om te zien hoe de nieuwe inspecteur­s proeven. Zo doen we aan vorming en ijking, want we willen dat elke inspecteur dezelfde punten geeft aan een restaurant.

X: Je moet, ook zonder Gault&Millau, veel op restaurant zijn geweest. Je moet kunnen proeven en kennis hebben van wat je proeft. Een hobbykok, die super goed proeft maar nooit op restaurant gaat, is geen goede inspecteur. Als nieuwe inspecteur moet je eerst voor jezelf een quoterings­schaal maken, bijvoorbee­ld van de restaurant­s in jouw regio. Dan vergelijke­n we die met onze schaal. Afwijkende resultaten schrappen we, zodat ónze schaal overblijft als referentie­kader. Dan volgt een training om te zien hoe je een gerecht een rekenkundi­ge score geeft.”

Daarna volgt een begeleid opleidings­traject. Je gaat eten met een directieli­d, met een andere inspecteur, tot je klaar bent om al-

MARC DECLERCK

Gault&Millau “Michelin maakt fantastisc­he banden, wij fantastisc­he gidsen.”

leen te gaan proeven. Daarvoor krijg je een mix van nieuwe restaurant­s, van zaken waarvan we vermoeden dat de score veranderd zal zijn en van zaken die al vijf jaar dezelfde score hebben.

Marc Declerck: Chefs opperen soms dat onze inspecteur­s geen hotelschoo­l hebben gedaan. Maar een aantal van onze inspecteur­s gaat tot tweehonder­d keer en meer uit eten, in binnen- en buitenland. Zij hebben geen hotelschoo­l gedaan, maar zijn misschien chirurg, ingenieur of onderwijze­r. Het gaat om hun kwaliteit.

Wat doe ik als ik eindelijk in een restaurant beland? Neem ik nota? Geef ik meteen punten?

X: We nemen geen nota, want dan kan je je blootgeven. Maar een fotootje is toch snel gemaakt? Het wordt afgeraden om dezelfde dag je rapport af te werken. Je kan met een wauw-gevoel vertrekken of juist niet. De volgende dag kan je dat beter kaderen.

Marc Declerck: Binnen vijf dagen verwachten we een rapport. Dat gaat naar analisten van de reviewcomm­issie, die eventueel extra vragen stellen. Soms sturen we een extra inspecteur voor een tweede opinie. Dan wordt alles besproken in de voltallige reviewcomm­issie, met leden van de redactie, directie en inspecteur­s. Zij stellen een quotering voor.

X: Die reviewcomm­issie bestaat uit culinaire kenners, die tot driehonder­d restaurant­s per jaar bezoeken. Zij bespreken en analyseren de rapporten en sturen eventueel nog eens inspecteur­s om een zo objectief mogelijk oordeel te kunnen vellen. Zo zie je dat de score niet afkomstig is van één persoon, maar van een zo groot mogelijk gewogen gemiddelde.

Marc Declerck: Dit jaar beginnen we met halve punten vanaf 15. Dat is een vloek en een zegen. We kunnen verfijnder werken, maar leggen de inspecteur hogere eisen op. Die moet tot op het halve punt kunnen beoordelen.

Zijn er vrouwelijk­e inspecteur­s en verschilt hun beoordelin­g van die van mannen?

Marc Declerck: We hebben geen quota zoals in de politiek, maar we streven naar een evenwicht. Vrouwen proeven zeker even goed én ze laten zich minder leiden door emoties, bijvoorbee­ld over de chef. Dat velen zelf koken, helpt. Je moet geen topkok zijn om topcriticu­s te zijn. Maar het is wel leuk dat je af en toe in de pannen roert.

Hoe weet u dat uw inspecteur geen pik heeft op de chef en hem expres slecht beoordeelt?

Marc Declerck: Je merkt aan de manier van quoteren dat zoiets niet kan lukken. Ik kreeg een heel boze telefoon van een chef die een punt had verloren. Een jaar later won hij dat terug. Toen bekende hij: “Eigenlijk had je gelijk. Ik zag de problemen niet. Jij hebt ons de ogen geopend”. Dat deed plezier. Een andere chef nodigde me uit omdat hij vond dat hij te weinig had gekregen. Ik ben anoniem gegaan. Achteraf heb ik aan de chef gezegd: “U had gelijk, u staat te laag”. Die is in eerste instantie twee punten gestegen. Later is hij nog hogerop geklommen.

X: Ik zat in een restaurant te proeven, toen ik de chef hoorde zeggen: “Wij staan niet in de Gault&Millau-gids. Die vinden de weg niet”. Dat was juist. Tot dan, want in de volgende gids stond die zaak wel. In een ander restaurant had ik een slechte ervaring met keer op keer gekunsteld­e gerechten. Er was geen samenhang op het bord. Te veel gepruts met vormpjes en schuimpjes die geen enkel doel hadden. Het maakte het gerecht smaakloos.

Maar een goed bord komt niet per se uit een sterrenzaa­k, hoor. Je kan op elk niveau een topgerecht hebben. Ik kan echt genieten van een goede dame blanche of een coupe brésilienn­e.

Begrijpt u dat restaurate­urs kwaad zijn op de gids? Dat ze, zoals restaurant Au Vieux Port, niet meer in de gids willen staan?

Marc Declerck: Ik hoor kritiek graag recht in mijn gezicht. Wij hebben geen verborgen agenda. Het restaurant dat u noemt, zegt dat je nieuw moet zijn en met schuimpjes en zo moet werken om te stijgen in de gids. Dat is een mythe. Uiteraard moeten chefs creatief zijn of de wereld verschraal­t. Maar dat betekent niet dat grote klassieke gerechten geen plezier zouden geven. Drie weken geleden heb ik een tong Fernand Point gegeten (gepocheerd­e zeetong op tagliatell­e in gegratinee­rde roomsaus, gebaseerd op de Franse driesterre­nchef Fernand Point, leermeeste­r van Bocuse, red.). Die was fenomenaal. Met die roomsaus was het een rijk gerecht, niet voor elke dag. Maar een creatieve chef brengt dat op een hedendaags­e manier. Wij respectere­n de klassieke keuken, en hebben vorig jaar Karen Torosyan van Bozar Brasserie bekroond als eerste Ambachtsma­n van het Jaar. Hij bewerkt nu gerechten uit de tijd van Point. Wat de Vieux Port betreft: ik heb enorm veel respect voor die mensen en ik heb al gezegd dat ik er graag kom. We appreciëre­n die keuken. Jammer dat de chef dat anders aanvoelt.

Sommigen beweren dat u beter quoteert dan Michelin.

Marc Declerck: Ik kan alleen antwoorden met een boutade: “Michelin maakt fantastisc­he banden, wij fantastisc­he gidsen”. Ik ben trots op mijn ploeg. Verder vind ik het leuk dat we concullega’s hebben. We respectere­n hen, ze houden ons wakker. Wij doen inderdaad geregeld ontdekking­en. Al houdt dat ook risico’s in. Neem Roger van Damme, die bij ons de hoogste score van Antwerpen heeft (18/20, red.). Ik geloof dat hij één ster heeft. Maar wij blijven achter hem staan. En kijk: hij is pas weer bekroond tot beste van de wereld.

 ??  ??
 ?? FOTO VICTORIANO MORENO ?? Marc Declerck, directeur van Gault&Millau, met inspecteur X in het Antwerpse toprestaur­ant ’t Fornuis: “Vrouwen proeven zeker even goed als mannen én ze laten zich minder leiden door emoties.”
FOTO VICTORIANO MORENO Marc Declerck, directeur van Gault&Millau, met inspecteur X in het Antwerpse toprestaur­ant ’t Fornuis: “Vrouwen proeven zeker even goed als mannen én ze laten zich minder leiden door emoties.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium