Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De passie van Walter Damen
Walter Damen (46): advocaat, schrijver, Beerschotsupporter én tvfiguur
“Ik doe dit niet om een BV te worden”
Met Moord in de aula is de Antwerpse advocaat Walter Damen (46) al aan zijn achtste boek toe en sinds deze week is hij ook een van de centrale figuren in
Strafpleiters, de humaninterestreeks van Canvas. Een programma dat gepresenteerd wordt door Beerschotsupporter Gilles De Coster. Een prettig toeval, want laat dat nu net de club zijn die Walter Damen in zijn hart draagt en die hij vijf jaar geleden met enkele anderen van de vergetelheid redde dankzij een samenwerking met KFCO Wilrijk.
Walter Damen heeft in zijn advo- catenkantoor in Berchem een merkwaardige collectie opgezette dieren en skeletten. Zijn vrouw vindt het maar een lugubere verzameling. Voor de advocaat zijn de skeletten het symbool van het eeuwige leven. “Ontdaan van al- les blijven deze wezens toch voortbestaan. Ik vind dat intrige- rend. Als 14-jarige jongen heb ik op school ooit de opdracht gekregen om een boek of gedicht te kie- zen als onderwerp. De leerkracht vond mijn keuze nogal opvallend. Het was het gedicht van een 13jarig meisje, van wie ik de naam niet meer weet, met als titel Ik wil
sporen nalaten. Ergens wist ik toen al dat ik ooit een boek zou schrijven.”
De skeletten in de praktijk zijn de sporen waar in het gedicht naar wordt verwezen. Maar wat zijn die opgezette vos, das en pauw dan? “Ze staan respectievelijk voor sluwheid, vraatzucht en trots”, zegt Walter Damen. “Wie die drie eigenschappen heeft, daarvoor moet je oppassen.”
Als u sporen wilt nalaten is dat alvast gelukt. Het achtste boek ligt ondertussen in de boekhandel. Is dat omdat u op die manier het eeuwige leven nastreeft?
Daar heeft het niet zo heel veel mee te maken. Als er mogelijkheden mijn pad kruisen, zal ik altijd de overweging maken of het iets is dat ik wil doen. Zo is het met de boeken ook gegaan. Het zijn trou- wens coproducties. Ik heb geen enkel boek alleen geschreven. En er komt nog een reeks aan. Ik ga samenwerken met Hilde Vandermeeren, die dit jaar de Hercule Poirotprijs won. Hilde is auteur van kinder- en jeugdboeken en psychologische thrillers. Dat ik met zo iemand mag samenwerken, beschouw ik als een eer.
Het nieuwste boek Moord in
de aula, dat u samen met Joël le Rozie schreef, is een politieen advocatenthriller. Is het een realistisch verhaal?
Het is zogenaamde ‘faction’, een genre waarbij realiteit en fictie door elkaar lopen. Dit soort boeken is niet altijd even populair bij uitgevers. Ik ben dus blij dat ik deze kans krijg en het feit dat ik samen met Hilde Vandermeeren een nieuwe reeks boeken mag schrijven, betekent dat er een publiek is voor dit genre. Mijn rol is vooral het geven van tips en informatie. Veel daarvan is gebaseerd op wat ik als strafpleiter meemaak in de rechtszaal. Verder adviseer ik mijn co-auteur ook over meer technische zaken zoals juridische werkwijzen en hoe de politie bijvoorbeeld onderzoek doet. Ik ben ook betrokken bij de verhaallijnen en het uitdiepen van de personages.
Romans schrijven is niet het eerste wat mensen van een advocaat verwachten. Bent u een verhalenverteller?
Zonder twijfel. Eigenlijk is elke strafzaak een verhaal. Er is altijd een aanleiding of een reden waarom iemand iets doet. Ik probeer dat zo duidelijk mogelijk te vertellen. Het verhaal moet de feiten die iemand gepleegd heeft begrijpelijk maken voor iedereen. Het is een overzichtelijke en bevattelijke manier om aan buitenstaanders duidelijk te maken hoe iets kan gebeuren of hoe het komt dat mensen bepaalde dingen doen.
Stond het in de sterren geschreven dat u strafpleiter zou worden?
Helemaal niet. Ik heb me tijdens mijn opleiding verdiept in de sociale zekerheid. Aanvankelijk was dat de discipline waar ik me in wilde specialiseren. Maar alles loopt niet altijd zoals je het verwacht of hebt gepland en dat is maar goed ook. Strafrecht is geen bewuste keuze. Voor hetzelfde geld hield ik me nu uitsluitend bezig met verkeersmisdrijven. Het is zoals ik eerder al zei. Je leven wordt voor een deel bepaald door wat er op je pad komt. Soms krijg je onverwacht een kans of dient zich iets aan wat je totaal niet had verwacht. Dat zijn de kansen die je moet grijpen. Het zit niet in mij om alle uitdagingen en kansen uit de weg te gaan. Met een flinke dosis lef, zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen kun je heel ver komen in het leven. Je moet vooral in jezelf geloven en ervoor gaan. Dat is een advies dat ik iedereen meegeef. Doe wat je wil doen, maar doe het dan ook met volle overtuiging. Ongeacht wat anderen daarover denken.
Is doorzettingsvermogen de reden waarom u erin geslaagd bent om van het failliete Beerschot in vijf jaar tijd opnieuw een succesverhaal te maken?
Om te beginnen heb ik dat niet alleen gedaan. Zonder mijn vriend en collega-advocaat Fred Lenders en de helaas overleden Marc Steenackers was dit verhaal nooit gelukt. En dan heb ik het nog niet over de mensen van KFCO Wilrijk, die zich enorm inzetten voor de jeugdwerking en andere belangrijke zaken in de club. Vijf jaar geleden was er plots niets meer. Beerschot, de club van mijn hart was verdwenen. Tot mijn 12 jaar liep ik elke dag van de week met mijn paars-witte sjaal rond. Wat ik, en vele anderen met mij, niet wilde, was dat we af en toe zouden samenkomen om herinneringen op te halen aan de goeien ouwen tijd. En toen we op de fandag in dat dramatische jaar zagen dat er maar liefst 8.500 fans naar het Kiel waren afgezakt, wisten we het zeker: we moeten ervoor zorgen dat dit verhaal niet stopt en dat de naam Beerschot tot in de eeuwigheid blijft weerklinken. Daar zijn we aardig in geslaagd. KFCO Beerschot Wilrijk is geschiedenis aan het schrijven en alles is aanwezig om een succesvolle en stabiele club te blijven. Ook op het moment dat we naar eerste klasse gaan promoveren. Toen we aan dit verhaal begonnen, was er geen enkele garantie dat dit verhaal zou slagen. Door de manier waarop we met weinig middelen probeerden om Beerschot levendig te houden, kregen we veel sympathie van de buitenwereld. Maar er waren ook mensen die meewarig naar het project keken. Met een houding van ‘kijk die advocaatjes nu toch eens’. We hebben ons nooit iets van die kritiek aangetrokken. Evenmin van de suggestie dat we een flinke cent verdienen door de club te leiden. Dat is trouwens onzin. Niemand in het bestuur verdient ook maar 1 eurocent aan de club. We doen het allemaal vrijwillig en uit clubliefde. Als ik op al het werk dat ik al heb gedaan een percentage zou krijgen, kon ik nu een klein huis kopen.
U praat met passie en emotie over Beerschot. Dat verwacht je niet van een man die doorgaans zeer rationeel is.
Dat is een opmerking die ik al vaker heb gehoord en het is inderdaad niet altijd makkelijk om aan mensen die geen affiniteit met voetbal hebben uit te leggen waarom we met zo veel vuur in de bres zijn gesprongen om de naam Beerschot levend te houden. Ik zeg dan maar dat ik het emotionele probeer te rationaliseren, wat in zekere zin ook klopt. Ik ben een nuchter mens en we hebben de opmars van Beerschot Wilrijk ook samen op die manier aangepakt. Maar net zoals voor vele duizenden anderen is die club voor mij een stuk van mijn leven. Zonder Beerschot zou er een leemte in mijn leven zijn. Ik ben aangesproken door een supporter die dat gevoel op een zeer treffende manier illustreerde. De man heeft een tatoeage van Beerschot op zijn rug en vroeg zich terneergeslagen af hoe hij zich nog in een zwembad kon vertonen als de club zou verdwijnen. Diezelfde man loopt nu trots en gelukkig rond. Dat is waar we het voor doen.
Als strafpleiter en bestuurder van Beerschot Wilrijk ge
WALTER DAMEN
Advocaat “Als ik op al het werk dat ik voor Beerschot al gedaan heb een procentje zou krijgen, stond er nu een dure Porsche voor mijn deur.” “Eigenlijk is elke strafzaak een verhaal. Er is altijd een aanleiding of een reden waarom iemand iets doet.”
niet u al enige bekendheid. Sinds deze week zit u ook in het Canvasprogramma Straf
pleiters. Daarmee bent u goed op weg om een bekende Vlaming te worden. Klopt, al is dat zeker geen doel op zich. Ik ben ingegaan op de vraag om mee te doen aan Strafpleiters omdat het een interessante formule is waarbij verschillende advocaten de kans krijgen om over hun werk te vertellen. Dat daarvoor de tijd en ruimte is, vind ik belangrijk. En dat presentator Gilles De Coster ook een Beerschotsupporter is, is natuurlijk mooi meegenomen. Het programma heeft in de eerste week 300.000 kijkers gelokt en dat is veel voor Canvas. Dan moet het toch wel een goed programma zijn, waar een breed publiek voor te vinden is.
Waar ligt voor u de grens om op televisie te komen?
Ik moet in ieder geval het gevoel hebben dat ik er iets kan gaan doen. Zomaar in een of ander programma opdraven waar ik geen affiniteit mee heb, doe ik niet. Ik ben ondertussen ook al een aantal keer gevraagd voor een ontspanningsprogramma, maar dat aanbod heb ik tot op heden altijd geweigerd. Mijn vrouw en mijn kinderen houd ik zeker uit de schijnwerpers. Programma’s waarin ik met mijn hele familie word gevolgd zijn uitgesloten. Ik vind privacy belangrijk. Zeker als het om mijn gezin gaat.
Krijgt u wel eens negatieve reacties op publieke optredens?
Niet echt. Al word ik wel vaker herkend op straat. Een tijdje geleden sprak een man me aan op de Dageraadplaats in Antwerpen. Hij wilde juridisch advies. Maar ik heb me er met een smoes vanaf gemaakt en die man verteld dat ik niet Walter Damen maar zijn broer was. Tot grote verbazing van mijn dochter die me vergezelde. Je moet ergens een grens trekken. Ik ben geen juridische vraagbaak die je te pas en te onpas op straat kunt consulteren. Wie mijn hulp nodig heeft, kan op mijn advocatenkantoor terecht.