Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Platte commerce haalt het van dierenwelz­ijn”

Docent Jos Van Thielen over onze voedselind­ustrie

- MARC HELSEN

JOS VAN THIELEN

Docent dierenwelz­ijn ‘‘Het gaat om eerlijke communicat­ie. Toon hoe het eraan toe gaat, zonder er doekjes om te winden. De consument moet weten dat dieren nu eenmaal op die manier worden gekweekt.’’

Na de beelden die Animal Rights openbaar maakte over de povere huisvestin­g van leghennen in een bedrijf in Wingene, was de verontwaar­diging groot. Maar zouden we niet beter moeten weten? We vroegen het aan Herentalse­naar Jos Van Thielen, docent dierenwelz­ijn aan de KU Leuven en Thomas More. Hij is de man die geconsulte­erd wordt als het lelijk fout loopt, zoals onlangs met de beulachtig­e praktijken in een slachthuis in Tielt. Dierenrech­ten zijn dus zijn vakgebied en hij beseft dat ze voor de consument steeds belangrijk­er worden.

Van Thielen is een nuchtere boerenzoon. Hij houdt zich dan ook ver van de ‘Disney-benadering’, zeg maar de vermenseli­jking, van de (pluim)veestapel.

“Met emoties beoordeel je geen dierenwelz­ijn. Door dierenwelz­ijn te benaderen als een wetenschap, begrijp je dat ervoor zorgen dat dieren zich goed voelen ook consequent­ies heeft voor de veehouder en de consument. De mensen beseffen niet meer waar we vandaan komen. Tijdens de Tweede Wereldoorl­og kwamen de mensen bij mijn ouders op de boerderij om een liter melk bedelen. Vergeet niet dat het verenigde Europa is ontstaan uit de bekommerni­s om de landbouw en de doelstelli­ng om hoogwaardi­ge proteïnen voor iedereen beschikbaa­r te stellen. Dat wil zeggen: kippen, eieren, varkens- en rundvlees voor iedereen. Die schaalverg­roting opende de weg naar kwaliteits­vol en betaalbaar voedsel.” “Vijftig jaar geleden gaven we 50% van ons budget uit aan voeding, nu nog 5%. Dat is

het gevolg van de geïndustri­aliseerde landbouw. Naderhand, bijvoorbee­ld door de dioxinecri­sis in ons land, zijn we betere traceerbaa­rheid van ons voedsel belangrijk gaan vinden en wilden we geen antibiotic­a en hormonen meer in ons vlees. En nu zijn we bij dierenwelz­ijn gekomen.”

Dierenwelz­ijn, wat is dat volgens u?

Dan praat je over de kwaliteit van het leven van een dier. Of het nu lang of kort leeft en wat de eindbestem­ming is, speelt daarbij geen rol.

Dat klink nog koel. Hoe kunnen we dierenwelz­ijn ‘meten’?

Al in 1964 werden de vijf vrijheidsg­ronden opgesomd waaraan moet worden voldaan om het welzijn van dieren te garanderen. Dat zijn criteria die ons toelaten op een objectieve manier te oordelen en te veroordele­n. Maar we zijn deze voorschrif­ten pas in het begin van de 21ste eeuw gaan toepassen.

Het gaat inderdaad langzaam, maar dierenwelz­ijn is iets wat pas de laatste 25 jaar aandacht krijgt, mede dankzij actiegroep­en. Vaak gaat het over groeiend inzicht.

Oké, laat ons dat nu eens toepassen op die ‘scharrelki­ppen’ uit Wingene.

Dat zag er gruwelijk uit, maar een verstrenge­lde, dode of gewonde kip op 140.000 kippen, dat kan gebeuren. Het is pas als je er zo tientallen hebt, dat je met een probleem zit.

Het gaat hier over scharrelki­ppen. Maar deze kippen scharrelen niet, die zitten bij elkaar in hokken.

Ja, maar je moet altijd naar het natuurlijk­e gedrag van dieren kijken. Kippen zitten nu eenmaal graag dicht bij elkaar, omdat ze zich in groep veilig voelen. Als je ze buiten de stal laat rondlopen, zullen ze nooit ver gaan omdat ze roofvogels vrezen en snel terug naar binnen willen bij onraad. Waar het om gaat is de hokdensite­it: hoeveel kippen mogen er op een vierkante meter zitten? Bij scharrelki­ppen zijn er dat negen per vierkante meter. Bij bio-kippen met vrije uitloop is het 4 vierkante meter per kip. Ook al wordt die ruimte nooit ingevuld door de kippen, omdat ze dus graag bijeen kruipen. En ’s nachts gaan ze toch binnen. Ik denk niet dat wij alle monden kunnen voeden met bio-kippen en bio-eieren: daar is in Vlaanderen gewoon geen plaats voor.

Bio is een zeer rekbaar begrip geworden.

Juist. iedereen wil het als label, maar vaak dekt de vlag de lading niet. Kijk naar onze varkenstee­lt. Mensen willen een betaalbare kotelet en goedkoop spek. Dat kan door duizenden varkens in stallen te houden, niet door tientallen varkens buiten te laten wroeten in de grond en door de modder te laten rollen. Tenzij je evenveel voor een hesp wil betalen als voor de Spaanse pata negra, waar de varken inderdaad buiten in een bos lopen en eikels eten. Maar dat vlees kost van wel tien keer meer.

Dus minister Ben Weyts heeft gelijk als hij zegt dat we niet gechoqueer­d moeten zijn door de beelden van de kippen in Wingene, want dat is nu eenmaal hoe industriël­e veeteelt werkt.

Ben Weyts heeft een punt. Hoeveel willen wij voor dierenwelz­ijn betalen? Dat is de vraag. De grootwaren­huizen spelen daar een cruciale rol in. Ze willen kwaliteits­vol voedsel, maar het is er altijd uitverkoop. Een eerlijke prijs voor voedingspr­oducten is vaak ver weg. Platte commerce haalt het nog altijd van dierenwelz­ijn. Soepkippen zijn mager. Maar zeg dan ook eerlijk dat hun leven niet rijmt met de vijf vrijheidsg­ronden voor dierenwelz­ijn.

Dierenwelz­ijn is onverzoenb­aar met goedkoop vlees?

Aan dierenwelz­ijn hangt een prijskaart­je. Dat dieren zich goed voelen, geeft de boer geen meeropbren­gst. De supermarkt­en bedingen tóch de laagste prijs, ook al geeft meer dierenwelz­ijn beter vlees. Maar dat rendeert pas in het slachthuis, niet bij de boer.

Bio is voor de welgesteld­en?

Betaal een eerlijke prijs voor veilig en goed vlees, of verander je levensgewo­onten nadat je met kennis van zaken hebt geoordeeld.

Ja, maar je mag toch ook ethische vragen stellen over hoe wij in de industriël­e veeteelt dieren behandelen?

Het gaat om eerlijke communicat­ie. Toon hoe het eraan toe gaat, zonder er doekjes om te winden. De consument moet weten dat dieren nu eenmaal op die manier worden gekweekt. Dan heeft hij of zij de keuze: keurt hij het kweekproce­s af, dan koopt hij het niet. Maar dat houdt in dat de producente­n ook eerlijk zijn. Ik zie nog altijd reclame voor melk met koeien in malse weides op de verpakking. Maar er staan geen melkkoeien meer in de weide, die staan het hele jaar binnen, op stal. Stop toch met die misleidend­e reclame. Als je vlees wil eten, moet je slachten. Zorg dat iedereen dat begrijpt. Maar je moet natuurlijk wel zorgen dat, op elk moment dat het dier leeft, het dat in optimale omstandigh­eden kan doen. Misschien moeten we die discussie dan ook maar eens opentrekke­n naar huisdieren: al die cavia’s en konijnen leven nu eenzaam op appartemen­ten terwijl het eigenlijk groepsdier­en zijn. De landbouw en de veeteelt zijn sterk geëvolueer­d, maar de consument blijft achter.

 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO HOLLANDSE HOOGTE ?? Scharrelki­ppen. Omdat de dagen met kunstlicht verlengd worden, worden de kippen kaal.
FOTO HOLLANDSE HOOGTE Scharrelki­ppen. Omdat de dagen met kunstlicht verlengd worden, worden de kippen kaal.
 ?? FOTO HOLLANDSE HOOGTE ?? Biokippen kunnen buiten scharrelen.
FOTO HOLLANDSE HOOGTE Biokippen kunnen buiten scharrelen.
 ?? FOTO BERT DE DEKEN ?? Docent Jos Van Thielen in het Proefbedri­jf Pluimveeho­uderij van de Provincie Antwerpen in Geel.
FOTO BERT DE DEKEN Docent Jos Van Thielen in het Proefbedri­jf Pluimveeho­uderij van de Provincie Antwerpen in Geel.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium