Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik ben mijn dertiendem­aand kwijt”

Iljo Keisse is door handblessu­re de grote afwezige in het Kuipke

- JANPIETER DE VLIEGER

Het was vorige maand een dom ongeluk met een gebroken glas, en veel meer wil Iljo Keisse (34) daar niet over kwijt. Hij scheurde een pees van zijn rechterpin­k, een vinger die hij voorlopig – zoals de Gentse tramkaarte­n – “nie mag pleuje”. Keisse kan dus deze week niet meedoen aan de Zesdaagse en dat doet pijn. “Het startschot, dat wordt een heel ambetant moment.”

Iljo Keisse rijdt graag Zesdaagses en ziet graag Zesdaagses, dus hij is van plan om deze week geregeld naar het Kuipke te gaan. Dat iedereen zal vragen hoe het met zijn pink gaat, neemt hij voor lief, al hoopt hij dat dit interview de uitleg een beetje in zijn plaats kan doen.

De officiële stand van zaken: de gescheurde pees is vorige maand “met een heel dun draadje” opnieuw aan elkaar gezet. De mobiliteit in de vinger komt terug, maar zal nooit meer honderd procent zijn. Keisse draagt nog altijd een brace, maar is wel opnieuw – rustig – aan het fietsen. Omdat vooral remmen een probleem is, kan dat voorlopig alleen op de rollen en op de piste. Gisterenoc­htend heeft hij op de Wielerbaan Eddy Merckx nog voorzichti­g meegetrain­d met de ploeg.

Voor de anekdote: het interview vond na die training plaats in cafetaria De Smash, met uitzicht op een geanimeerd­e tennisweds­trijd tussen Quick.Stepploegm­aats Tim Declercq en Yves Lampaert. Declercq won de eensetter met 6-2, wat volgens West-Vlaming Lampaert overdreven cijfers waren: “Ie a geweun een betere

rakette.”

HET ONGELUK

Hoe heeft Iljo Keisse vorige maand de pees van zijn rechterpin­k gescheurd? Het stond niet vermeld in de persmedede­ling van de ploeg en dat heeft zijn redenen. Het is een vervelend verhaal. “Het is niet op de fiets gebeurd”, zegt Keisse. “Dat zegt al genoeg. Ik heb me gesneden aan een gebroken glas, ja. Het is gebeurd op een bijeenkoms­t met de ploeg. Veel meer kan ik er niet over kwijt. Een spijtig en vervelend ongevallet­je, met grote gevolgen.”

Het ongeval gebeurde op 11 oktober, twee dagen later al ging Keisse onder het mes.

“Het was meteen duidelijk dat de Zesdaagse geen optie was. Bij een aflossing trekt mijn companion hard aan mijn hand. Hij zou die herstelde pees los kapottrekk­en. Je kan eventueel aflossen door een vuist en kom te maken – Roger Kluge (Duitser met wie Keisse in Gent reed in 2009, red.) deed het zo uit gewoonte – maar er komt altijd een moment dat je een aflossing dreigt te missen en toch vingers vastgrijpt. Ze kunnen die pees een tweede keer opereren, maar dan krijg je nadien nóg minder mobiliteit. En ik moet komend seizoen op de weg zonder problemen bidons kunnen aannemen en over kasseien kunnen rijden.”

DE ZESDAAGSE

Het is sinds zijn debuut in 2002 pas de tweede keer dat Keisse er niet bij is in de Zesdaagse van Gent. In 2011 zat hij een schorsing uit in een juridisch stratego met de UCI nadat een Belgische rechter hem eerder had vrijgespro­ken. Een pinkje is dan klein bier, maar dat maakt het niet per se minder pijnlijk om te volgen vanuit de tribune.

“Ik ga zeker kijken. Als gewone fan en ook een dag als vip, met mijn voormalige sponsor Luc Saey. (lacht) Als coureur zie je tijdens de Zesdaagse van de vips alleen de lege plaatsen in de tribune. Dan denk je: Die mannen hebben de beste plaatsen van allemaal, maar ze zitten liever binnen te eten en te drinken. Maar ik ga gewoon meedoen. Ik ga als vip ook binnen eten. Je kan volgen op een klein schermpje, naar het schijnt. (lacht)

Neen, natuurlijk is het lastig om de Zesdaagse te missen. Het wordt ambetant om in de tribune het startschot te horen. Al is het nu pas dat het echt vervelend wordt. Vorige week heb ik het verrassing­sfeest voor de zestigste verjaardag van mijn pa kunnen meemaken. Ik heb in de herfstvaka­ntie met de klein mannen kunnen spelen zonder te denken: Shit, straks nog een blok van twee uur op de rollen. Dat is ook eens plezant. Dit zijn normaal mijn zwaarste trainingsw­eken van het jaar. Van wegrenner naar Zesdaagser­enner betekent heel je training omgooien. In

één keer vollen bak weerstand en intensitei­t. Ik woon in Destelberg­en en train hier op de piste in de Blaarmeers­en. Onderweg moet ik dan altijd

voorbij zo’n aftelbord. Daar staat in grote letters op: Nog zeven dagen tot de

Zesdaagse. Elk jaar is dat een grote bron van stress. Shit, nog maar zeven dagen en ik geraak niet vooruit op training. Shit, maar zes dagen meer.

Nu zag ik Nog twee dagen en ik dacht: Allez, het mag beginnen. (lacht)

Financieel is het wel een dobber. De Zesdaagse is normaal gezien mijn vakantiege­ld, mijn dertiende maand. Dat loop ik mis. Mijn kinderen gaan er geen boterham minder om eten, maar ik krijg het geld wel niet binnen. En met mijn staat van dienst als zesvoudige winnaar heb ik in Gent een mooi contract. Ook dit jaar was dat al getekend.”

DE PISTE

Zoals Keisse de Zesdaagse zal

missen, zo mist de Zesdaagse hem. Het deelnemers­veld ziet er met de klap wat mager uit.

“Het is niet meer wat het ooit is geweest”, zegt Keisse. “Anderzijds: alle grote namen van de piste zijn er. Alleen erkennen wij die niet als dusdanig. Iemand als Cameron Meyer is top van de top. De beste in puntenkoer­s en ploegkoers op dit moment. Maar bij ons is dat geen naam die veel weerklank heeft. Ik heb het zelf ook: ik volg de wereldbeke­rs ook te weinig.

Ik voel ook hoe moeilijk het is als wegrenner om op te boksen tegen de specialist­en. Tegen koppels als Moreno De Pauw en Kenny De Ketele, die zich specifiek toeleggen op de piste. Dat zag je vorig jaar. De Ketele De Pauw pakten alleen een ronde, de andere favorieten moesten er in groep achter. De eerste dagen reden de drie andere topkoppels op halve kracht: Elia Viviani, Callum Scotson en Mark Cavendish hebben meer aan de balustrade gereden dan in de koers. Als je naar Gent komt zonder specifiek te trainen, dan doe je de eerste dagen niet mee.”

OLYMPISCHE SPELEN

Keisse had deze Zesdaagse normaal gezien opnieuw met Viviani gereden, als uitdagers van de vaste tandem De Ketele - De Pauw. Dat duel had extra pigment gehad, want in het kleine Belgische baanwielre­nnen staan alle relaties extra op scherp. De ploegkoers – de discipline die het dichtst bij de Zesdaagse aanleunt – staat in Tokio 2020 opnieuw op het olympisch programma. De grote vraag is daarbij wie België straks zal uitsturen.

Keisse gooide een knuppel in het hoenderhok door in een eerder interview te stellen dat hij en Jasper De Buyst een mooi koppel zouden vormen.

“Ik begrijp dat Kenny De Ketele en Moreno De Pauw dat niet graag hebben gelezen. Zulke prikjes in de media zijn niet altijd leuk voor de tegenparti­j. Ik weet dat zij op dit moment de logische kandidaten zijn. Op wereldbeke­rs, EK’s en WK’s zijn ze altijd op de afspraak. Maar ik vind mezelf ook een heel goede pistier. En het is nogal makkelijk om maar twee kandidaten te hebben voor twee plaatsen. Waarom zetten we daar niet wat mannen rond? Zoals je bij Quick.Step ook altijd moet vechten voor een selectie. Laat jonge gasten als Robbe Geys en Gerben Thijssen meedoen. Maar misschien ook een oudere gast als Iljo Keisse. Ik heb een openstaand­e rekening met de Spelen (in Peking 2008 miste Keisse mét De Ketele nipt het goud, red.). Als ik ook maar de kleinste kans krijg om

opnieuw te gaan, wil ik er alles aan doen.”

OP DE WEG

Toch zal Keisse ook in 2018 ook in de eerste plaats wegrenner zijn. Zonder tussenkoms­t van een manager verlengde hij zijn contract bij Quick.Step alweer met twee jaar.

“En ik ben nog heel ambitieus. Het klikt supergoed met Fernando Gaviria, een renner van wie ik denk dat hij the

next big thing kan worden in het wielrennen. Ik wil graag behoren tot het groepje van renners rond hem. Graag ook in de Tour, maar in de eerste plaats op de Vlaamse kasseien.

In de weken voor het WK verbleef Fernando in het Lepelbed Hotel, vlak bij mijn huis. We hebben samen de Vlaamse Ardennen verkend en ik heb hem duidelijk gemaakt dat het hier over meer dan alleen conditie gaat. Hij moet de Kwaremont van buiten kennen, en de tien kilometer voor de Kwaremont. Hij moet blind het

afdalingsk­e richting Paterberg kunnen rijden. De boodschap is goed overgekome­n.

Of deze blessure mij kan helpen om frisser aan het wegseizoen te beginnen? Dat zou kunnen. Maar dat is ook dubbel. Stel dat ik hierdoor een supervoorj­aar heb, dan zal de ploeg mij nooit meer Zesdaagses laten rijden, iets waar ze al langer op aanstuurt. Voor mezelf zou ik dat dan ook nog moeilijk kunnen verantwoor­den. En dat zou ook jammer zijn, want ik merk nu heel duidelijk: ik rijd de Zesdaagse gewoon supergraag.”

Iljo Keisse “Die vinger moet genezen, want ik moet komend seizoen op de weg zonder problemen bidons kunnen aannemen en over kasseien kunnen rijden.” Iljo Keisse “Ik heb een openstaand­e rekening met de Spelen. Als ik ook maar de kleinste kans krijg om opnieuw te gaan, wil ik er alles aan doen.”

 ??  ?? Iljo Keisse geraakt deze week niet verder dan de tribunes van het Kuipke. Reden: een gescheurde pees in zijn rechterpin­k.
FOTO
FRANK BAHNMULLER
Iljo Keisse geraakt deze week niet verder dan de tribunes van het Kuipke. Reden: een gescheurde pees in zijn rechterpin­k. FOTO FRANK BAHNMULLER
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium