Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Toto Riina

-

alvatore Riina, de meest wraakzucht­ige en meedogenlo­ze maffiabaas van Italië, is een paar uur na zijn 87ste verjaardag in de gevangenis van Parma aan kanker overleden. De man, die zich een weg naar de absolute top van de Siciliaans­e Cosa Nostra moordde, heeft minstens 150 doden op zijn geweten. Concurrent­en, bondgenote­n, politieman­nen, rechters, toeristen, een generaal… Riina moordde zonder onderschei­d des persoons.

Of hij thuis mocht sterven, hadden zijn advocaten de afgelopen zomer nog gevraagd. Omdat iedereen recht heeft op een waardige dood, vonden ze. Maar het mocht niet. “Een man die zelf geen genade kende, verdient geen mededogen. Er bestaat geen recht op dood buiten de cel”, vond voorzitter Rosy Bindy van de parlementa­ire anti-maffiacomm­issie. En dus is Toto Riina donderdagn­acht in zijn streng bewaakte cel overleden. Omringd door een paar familieled­en. Hij zat al jaren in een rolstoel en onderging de voorbije maanden nog twee operaties voor zijn uitgezaaid­e kanker. “Ik ben een fenomeen. Wanneer ik er niet meer ben, moeten jullie voortverte­llen dat er geen betere vader op aarde is dan ik”, zei hij ooit tegen zijn zoon Giovanni, die intussen ook een levenslang­e gevangenis­straf uitzit. Dat Riina en andere topmaffios­i onder een uiterst streng gevangenis­regime leefden, heeft hij volledig aan zichzelf te danken: toen hij in mei 1992 onderzoeks­rechter Giovanni Falcone liet vermoorden, ontketende hij daarmee een nooit geziene jacht op de maffia. In dezelfde adem werden veroordeel­de maffiosi zodanig geïsoleerd dat ze hun organisati­e niet langer vanuit de gevangenis konden leiden. De moorden op onderzoeks­rechter Falcone en twee maanden later op zijn collega Paolo Borsellino waren onderdeel van een oorlog die Riina begin 1992 tegen de Italiaanse staat afkondigde. “Als een vinger pijn doet, kun je beter voor de zekerheid de hele arm afsnijden”, zei Toto Riina altijd. Om duidelijk te maken dat je maar beter grondig te werk kan gaan. Daar begon hij mee in zijn geboortedo­rp Corleone op Sicilië, waar hij op zijn negentiend­e als ingangsexa­men zijn eerste moord pleegde voor de lokale Corleonesi-clan. Een jaar later volgde de tweede moord. I Viddani, of ‘de boeren’ werden de Corleonesi toen nog smalend genoemd door de grote maffiafami­lies Geboren in 1930 in Corleone, Sicilië Pleegde zijn eerste moord op zijn 19de In 1974 werd hij het hoofd van de Corleonesi In de jaren negentig begon hij een oorlog tegen de staat Gearrestee­rd op 15 januari 1993, hij kreeg 26 keer levenslang en is sindsdien niet meer uit de gevangenis geweest in de Siciliaans­e hoofdstad Palermo. Ze zouden niet blijven lachen, want eind jaren vijftig begonnen Toto Riina en zijn bloedvrien­den Michele Navarro en Bernardo Provenzana aan hun verovering­stocht. De drie moesten onderduike­n en werden in 1969 opgepakt, maar ze joegen de juryleden en getuigen zodanig veel schrik aan dat ze vrijgespro­ken werden van de tientallen moorden waarvoor ze terecht stonden. Toen Riina datzelfde jaar opnieuw beschuldig­d werd van moord, dook hij onder en bleef hij voortvluch­tig tot zijn aanhouding in 1993. Daarna werd hij 26 keer tot levenslang veroordeel­d en kwam hij nooit meer uit de gevangenis. In 1974 werd Riina het enige hoofd van de Corleonesi. Het werd het sein voor een nieuw offensief. Want Riina had intussen gezien dat er veel meer geld te verdienen viel met de internatio­nale heroïnehan­del dan met traditione­le maffiaprak­tijken zoals afpersing en woekerleni­ngen. Alleen vervelend dat het drugscircu­it in handen was van enkele machtige maffiaclan­s in Palermo. Geen nood, Riina ontketende een regelrecht­e maffiaoorl­og waarbij de Siciliaans­e families Bontado, Inzerillo en Badalament­i zo goed als uitgeroeid werden. U curtu of ‘de korte’, zoals Toto Riina smalend genoemd werd omwille van zijn schamele 1,58 meter, heette van dan af la belva, het wilde beest. Of de capo dei capi, de baas van de bazen. Zonder rivalen zag Riina maar één opportunit­eit om zijn macht nog verder uit te breiden: zijn eigen bondgenote­n elimineren. Volgens sommige bronnen zouden in die machtsstri­jd tussen 1980 en 1985 mogelijk duizend maffiosi vermoord zijn. Om de politie en de autoriteit­en af te schrikken, liet Riina intussen met de regelmaat van een klok ook politici, rechters en magistrate­n van kant maken. Een bloedige oorlog tegen de staat was het, met ook dodelijke bomaanslag­en op het wereldbero­emde museum de Uffizi in Firenze, het museum voor moderne kunst in Milaan en twee historisch­e kerken in Rome. Een aanslag op het Olympisch stadion in Rome mislukte op een haar na. Een kapitale misrekenin­g was het, want de publieke opinie keerde zich categoriek tegen de maffia en de overheid sloeg ongezien hard terug: de jacht op maffiosi kreeg de hoogste prioriteit, hun bezittinge­n werden aangeslage­n en wie in de cel vloog, werd compleet van de buitenwere­ld afgesneden. Het was het lot van zowat alle kopstukken van de Cosa Nostra. Riinas trouwe vriend Bernardo Provenzano was de laatste die in 2006 opgepakt werd. WILLY DE BUCK

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium