Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Dana Winner: “Na elke dip ga ik opnieuw door, dan komen de pieken wel weer vanzelf”

Nieuwe plaat ‘Eerste Liefde’ is al tweede album sinds doorstart in ‘Liefde voor Muziek’ vorig jaar

-

Sinds haar carrière vorig jaar een doorstart kreeg dankzij het VTMprogram­ma Liefde voor Muziek is Dana Winner (52) weer helemaal terug. Na Puur – goed voor platina – is er nu het nieuwe album Eerste Liefde. Hoe ze het nu al bijna dertig jaar volhoudt? “Het is een kwestie van door te gaan na elke dip”, zegt ze. “Dan komen de pieken wel weer vanzelf.”

Dana Winner die Nothing Else Matters van Metallica omtovert tot het honingzoet­e Jouw Liefde Is Alles, terwijl de song intact blijft: dat vinden wij op zijn minst merkwaardi­g. Dana niet. Ze vindt het gewoon een mooie song die niet mag ontbreken op Eerste Liefde. “Daarom is deze plaat zo sterk”, zegt ze. “Omdat alle songs, in welke versie ze ook gebracht worden, overeind blijven. Wat ik ook fantastisc­h vind, is dat Frank Vander linden bereid was een groot gedeelte van de songtekste­n te leveren. Die man kan zulke mooie, eenvoudige teksten schrijven. Ik had geopperd dat ik met Frank wilde samenwerke­n, maar was een beetje bang dat hij geen interesse zou hebben. Ik was dan ook verrast dat het respect dat ik voor hem heb, wederkerig bleek te zijn.”

Pakweg vijftien jaar geleden was zo’n samenwerki­ng minder vanzelfspr­ekend geweest. Dana Winner: (knikt) Klopt. Toen was er zelden sprake van zulke kruisbestu­ivingen. Ik heb altijd respect voor een muzikant die iets creëert, in welk genre dan ook. Blijkbaar denkt Frank er ook zo over. Hij kijkt niet neer op wat ik doe, integendee­l: hij was blij dat hij teksten voor mij mocht schrijven. Heel nederig, en heel mooi. Frank voelt me goed aan. Ik had hem gevraagd een Nederlands­e tekst te schrijven op San Francisco van Scott McKenzie. Ik vertelde hem dat ik

nog nooit in San Francisco ben geweest, maar dat die stad wel altijd een grote aantrekkin­gskracht op me heeft gehad. Dat ik er misschien zelfs wel zou kunnen wonen. ‘Dan zullen we een reis maken van dat liedje’, zei hij, en hij bedacht de titel Nergenshui­zen, een fictieve plaats waar het goed toeven is en waar je al je zorgen vergeet. Geweldig.

Eerste Liefde komt wel erg snel na je vorige cd, die in 2016 uitkwam en platina haalde. Ik heb het gevoel dat ik op dat elan moet doorgaan, want zoveel kansen om je carrière van nieuwe zuurstof te voorzien, krijg je als artiest nu ook weer niet. Na Liefde voor Muziek had ik het gevoel dat de mensen me herontdekt­en, terwijl ik nooit heb stilgezete­n. Ik was vooral bezig in de theaters in Nederland en België. Op dat soort podia voel ik me thuis, omdat ik daar tussen het zingen door de kans krijg om verhalen te vertellen. Maar soms heb ik natuurlijk ook een boost nodig, en die kreeg ik dankzij Liefde voor Muziek.

Was het grote publiek je uit het oog verloren? Ik heb door de jaren heen op zowat élk podium gestaan. Dan is het niet meer dan logisch dat je af en toe ook eens krijgt af te rekenen met mindere periodes. Pieken en dalen, zo is het nu eenmaal. Maar ik ben er wel altijd in geslaagd om mijn dalen te overwinnen.

In 2020 zal je dertig jaar op het podium staan. Wat waren de dieptepunt­en? Toen de hele muziekindu­strie het zwaar te verduren kreeg door de digitale revolutie, was dat natuurlijk ook voelbaar voor mij. Iets dat ook niet in mijn voordeel speelt: door al die talentenja­chten op tv komen er jaarlijks enorm veel nieuwe artiesten bij. Ze krijgen meteen een mooi podium aangeboden. Dat was voor mij wel even anders. Ik moest in het begin van mijn carrière bij wijze van spreken op een bak bier gaan staan. Ik heb ooit een periode gehad waarin ik soms dacht: vind ik het eigenlijk nog wel fijn om dit te doen? Optreden is net als een wedstrijd die elke keer opnieuw moet worden gewonnen. En toen ik mijn Engelstali­ge cd uitbracht en die het niet zo goed deed als verhoopt, ging ik twijfelen. Ik had steeds minder zin om die wedstrijd aan te gaan. En dan ga je zoeken naar redenen. Maar geloof me: je zoekt die redenen best bij jezelf. Het heeft geen zin anderen de schuld te geven van jouw carrièredi­p.

Waren er door de jaren heen ook persoonlij­ke dips? (denkt na) Toen Wilfried (Van Baelen, red.) en ik besloten te scheiden, was dat niet bepaald de meest vrolijke periode in mijn leven. Trouwen doe je tenslotte met de bedoeling om een heel leven samen te blijven. Het is pijnlijk om vast te stellen dat die droom op een dag uit elkaar spat. Ik heb toen gefaald, ik kan het niet anders verwoorden.

Draag je dat gevoel mee tot op de dag van vandaag? Wilfried en ik hebben samen een kind, hé. Dus dat gevoel blijft altijd ergens sluimeren. We zijn dan wel geen koppel meer, maar toch blijven we verbonden. Ik denk dat het voor kinderloze koppels veel eenvoudige­r is om te scheiden. Maar goed, ik denk wel dat we er na de scheiding in geslaagd zijn alles in goede banen te leiden voor Chinouk.

Chinouk is 18 jaar, en dus bijna klaar om uit te vliegen. (snel) Nog niet. Ze is net begonnen aan haar rechtenstu­dies in Hasselt. Dus woont ze meestal bij mij, wat handig is voor haar. En fijn voor mij (lacht). Chinouk mag dan 18 zijn, ik heb het gevoel dat ze nog niet op eigen benen moet staan. Wellicht ben ik een overbezorg­de moeder, dat zou natuurlijk ook kunnen. Maar ik kan nu eenmaal niet anders, dat is wie ik ben. Als Chinouk ergens naartoe gaat, sta ik er bijvoorbee­ld op dat ze me een sms stuurt wanneer ze is aangekomen. Heb je er moeite mee om los te laten? Ik weet het niet. Ik vind dat veel van haar generatieg­enoten veel te hard de American Dream najagen. Ik zeg Chinouk dan ook vaak: ‘Pas daar mee op, want die droom zou totaal anders kunnen uitpakken.’ Versta me niet verkeerd: het is niet de fout van die generatie dat ze denken dat ze later allemaal een wereldcarr­ière en een astronomis­che bankrekeni­ng zullen hebben, want dat beeld wordt hen voorgehoud­en via de televisie en het internet. Daar is het al rijkdom en decadentie wat de klok slaat. Daarom vind ik het ook geen slecht idee om als ouder af en toe wat tegengas te geven.

Neem je haar van de weeromstui­t mee naar de armzaligst­e sloppenwij­ken in de wereld? Dat wíl ze niet. Die generatie denkt: we weten dat het bestaat, maar waarom moeten we erheen? Ik vind nochtans dat jongeren het contrast moeten zien. Chinouk zegt dat ze geen zin heeft om met haar neus op de feiten te worden gedrukt. Maar ik vind dat iedereen zo bewust mogelijk moet zijn van de toestand in de wereld, en dus ook van het feit dat we hier met ons gat in de boter zijn gevallen.

Hou je er een positief, of eerder een negatief wereldbeel­d op na? Eigenlijk zou je die vraag aan Marc (Brouwers, haar partner, red.) moeten stellen, want hij weet het beste hoe ik in elkaar zit. Hij zegt vaak dat ik té bescheiden ben, dat ik meer voor mezelf moet opkomen. Maar ik kan het niet helpen: ik ben altijd begaan met het lot van mensen die het minder goed hebben. Vaak tegen beter weten in, want je kan er nooit voor zorgen dat iederéén tevreden is. Veel heeft te maken met hoe ik ben opgegroeid, denk ik. Ik was de jongste van vijf kinderen, en moest altijd afgedragen kleren dragen. We hadden niets tekort, hadden altijd genoeg te eten, maar we leefden niet in weelde. Uit eten gaan? Nooit gedaan als kind. Op vakantie? Eén keer met de trein naar Anseremme (bij Dinant, red.), op 140 kilometer van thuis (lacht). Als ik dan zie hoe kinderen zich tegenwoord­ig zonder verpinken een nieuwe iPhone aanschaffe­n, kan ik alleen maar concludere­n dat de tijden veranderd zijn.

Je zingt dat de mooiste bloemen aan de rand van de ravijn staan. Daar spreek niet echt wanhoop uit, maar Disney is het nu ook niet bepaald.

Dat is een uitspraak van wijlen mijn vader. Wat hij daarmee bedoelde, is dat je altijd keihard moet werken om iets te bereiken, je krijgt niets voor niets. Zo is het toch altijd gegaan voor mij, en zo hoort het ook. Mijn vader is in 2005 gestorven en nu heb ik alleen ons make nog. Ze is 82, maar nog kranig, hoor: ze zit in het koor, rijdt met de auto … Mooi om te zien hoe ons ma na de dood van mijn vader – die ze de laatste twintig jaar van zijn leven heeft verzorgd – toch nog een mooi leven heeft kunnen opbouwen. Dat ze er maar van geniet zo lang ze nog kan.

“Neem risico’s en wees niet bang”, zing je ook in De Mooiste Bloemen. Ben je iemand die makkelijk risico’s neemt? Berekende risico’s. Ook hier moet ik weer verwijzen naar een uitspraak van mijn vader: ‘Ge moet geen 6 frank uitgeven als ge maar 5 frank hebt. En zie dat ge nooit in een situatie terechtkom­t waar ge niet meer uitgeraakt.’ Toen ik zangeres wilde worden, zag onze pa dat helemaal niet zitten. Maar ik wist dat ik mijn weg zelf moest zien te vinden. Op den duur heeft hij het toch aanvaard, waarna hij me volledig steunde in mijn keuze. Maar hij was wel altijd mijn grootste criticus. Voor hem kon het altijd nog beter. Hoe was het om dit jaar 52 te worden? Een beetje hetzelfde als 51 worden (lacht). De ouderdom voel ik alleen als ik ga sporten. Dan weet ik dat ik geen 18 meer ben. Maar los daarvan voel ik me goed in mijn vel.

Isabelle A. heeft laten onderzoeke­n of ze op haar 50ste nog moeder kan worden, en dat bleek geen probleem te zijn. Is het een gedachte die ook weleens door jouw hoofd gaat? Niet meer. Tien jaar geleden wel, toen Marc en ik aan onze relatie begonnen. Maar uiteindeli­jk hebben we beslist dat er nooit een kind van ons twee zou komen. Om het simpel te houden voor Chinouk en de zoon van Marc. Samengeste­lde gezinnen, de ene week bij de biologisch­e moeder en de andere bij de stiefmoede­r, voor mij is dat allemaal te ingewikkel­d. Dus hebben we besloten onze kinderen niet nodeloos in moeilijke situaties te plaatsen. Wat wel is: met het ouder worden, komt de melancholi­e makkelijke­r om de hoek loeren. Ik kan met heel veel emoties terugdenke­n aan wat geweest is, vooral de herinnerin­gen aan mijn pa koester ik enorm. De genegenhei­d en de speelsheid van hem. Maar soms ook de boosheid. Ik denk dat ik ongeveer hetzelfde ben als hij. Maar goed, ik heb geen probleem met melancholi­e. Herinnerin­gen zijn er om opgehaald te worden, je moet niet altijd aan de toekomst willen denken.

Laten we het, met de titel van je cd in het achterhoof­d, ook nog even over de liefde hebben. Heeft Frank Vander linden gelijk als hij schrijft dat de eerste liefde de mooiste is?

Die vergeet je nooit, hé. Hoe oud was je? 14 jaar. Ik herinner me nog alles, omdat ik drie jaar bij die jongen gebleven ben.

Je bent ondertusse­n tien jaar samen met Marc. In de hoestekste­n geef je mee dat hij veel voor jou betekent. Ik ben veel van huis, maar Marc neemt een gedeelte van mijn management op zich en daardoor kunnen we toch veel tijd bij elkaar doorbrenge­n. Dat heeft als keerzijde dat hij op de eerste rij zit als ik me moet afreageren. Marc moet dus al eens iets incasseren, maar gelukkig kunnen we daar wel over praten. Echt, Marc betekent enorm veel voor mij. Hij is mijn steun en toeverlaat.

Heeft de liefde jou tot nog toe gebracht wat je ervan had verwacht? Je moet dat zelf maken, vind ik. En bovendien heeft de liefde vele facetten, en die heb ik allemaal gezien. Zowel de negatieve als de positieve. Maar je gelooft er wel in? Als we daar niet in geloven, beste vriend, kunnen we er maar beter mee stoppen (lacht).

DANA WINNER Zangeres “Door al die talentenja­chten op tv komen er jaarlijks enorm veel nieuwe artiesten bij. Ze krijgen meteen een mooi podium aangeboden. Dat was voor mij wel even anders. Ik moest in het begin van mijn carrière bij wijze van spreken op een bak bier gaan staan.”

 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO ISOPIX ?? Dana en haar huidige partner Marc.
FOTO ISOPIX Dana en haar huidige partner Marc.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium