Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De geest van het klimaatakkoord van Parijs is zoek
Dat het vijf voor twaalf is, straalde de klimaattop van Bonn niet uit. Landen slepen met de voeten en Europa slaagt er niet in hen tot meer ambitie aan te porren. Waarom verzonken we weer in eindeloos gepalaver?
Gevoel voor zwarte humor hebben de Polen wel. Op het kleine standje waar Katowice zichzelf presenteerde als de organisator van de volgende klimaattop, werden zeepjes uitgedeeld in de vorm van een steenkool. De Polen willen, net als de Amerikaanse president Donald Trump, de wereld laten weten dat er ook schone steenkool bestaat. Veel vertrouwen dat de Polen er alles aan zullen doen om de wereldleiders aan te zetten tot meer klimaatactie, geeft dat niet. En toch wordt dat van hen verwacht, want in de Europese steenkoolhoofdstad moeten volgend jaar echt knopen worden doorgehakt.
Sinds het akkoord van Parijs (2015) is dat de inzet geworden van de VN-klimaattoppen: regeringen zullen moeten aangeven hoe ze hun toenmalige beloftes – tegen 2050 mogen nauwelijks nog fossiele brandstoffen opgestookt worden – in de praktijk gaan brengen. De top in Bonn is daar maar gedeeltelijk in geslaagd. Hij leverde vooral huiswerk op. Uit honderden pagina’s werkteksten moeten tegen volgend jaar actieplannen gepuurd worden. Maar of dat zal lukken, is koffiedik kijken.
“In Bonn is de traagheid teruggekeerd”, zegt Peter Wittoeck, coördinator van de Belgische delegatie. “Dat frustreert soms, maar het maakt mij nog niet ongerust. Het is een bekend ritme van de onderhandelingen.”
Toch lijkt er genoeg reden om wel ongerust te worden. Dat toonden de wetenschappelijke rapporten van de voorbije weken. Als de grote vervuilers niet snel hun uitstootplannen aanscherpen, is de wereld 3,5 graden warmer in 2100, in plaats van de beloofde 1,5 graden. De gevolgen daarvan zal iedereen voelen. Niet toevallig maakte Fiji, de voorzitter van deze top, vrijdag bekend dat het 46 dorpen zal verhuizen omdat ze de komende jaren onder water dreigen te lopen.
Hoe komt het dat Bonn toch weer verzonk in eindeloze palavers en waarom konden het optimisme en het voluntarisme van Parijs zich te weinig doorzetten?
1. Europa mist de VS
Bonn was de eerste klimaattop sinds Donald Trump bekend heeft gemaakt dat de VS uit het akkoord van Parijs stappen. Het was dus de eerste test van wat de gevolgen daarvan echt zijn. Op het eerste gezicht zijn die er niet. Geen enkel ander land is Trump gevolgd. Meer zelfs: de twee landen die het akkoord van Parijs twee jaar geleden niet ondertekenden – Nicaragua en Syrië – hebben dat ondertussen wel gedaan. Trump staat dus helemaal geïsoleerd en dat stemt iedereen positief.
Formeel zijn de VS trouwens nog aan boord en dus waren de Amerikaanse diplomaten in Bonn. Dat zijn overigens grotendeels dezelfden als onder Obama. Zij hebben ook helemaal geen stokken in de wielen gestoken. “Maar ze hebben zich wel erg
low profile gehouden”, zegt Wittoeck. “Alsof ze het Witte Huis vooral niet op het idee wilden brengen hen te vervangen door klimaatsceptici.” Hun afzijdigheid heeft gevolgen gehad voor de dynamiek van de onderhandelingen. Omdat Trump de stekker uit Parijs heeft getrokken, kwam het politieke leiderschap grotendeels op de schouders van de Europese Unie terecht. En die blijken toch iets te frêle. In de wandelgangen rond het EU-paviljoen werd dat ruiterlijk toegegeven.
“Het akkoord van Parijs was in de eerste plaats de verdienste van de VS en China”, zegt Bas Eickhout, groen Europarlementslid en al jaren een bevoorrecht waarnemer op de klimaattoppen. “Europese diplomaten hebben toen uitstekend massagewerk verricht, maar het waren de twee grote jongens die de doorbraak forceerden. Het was alsof ze met elkaar afspraken dat zij het klimaat eigenhandig zouden redden. Maar nu heeft de Amerikaan afgehaakt en doet de Chinees nukkig, want die Europese Unie vertrouwt hij niet helemaal.”
2. China speelt weer even ontwikkelingsland
De Chinese onderhandelaars deden inderdaad lastig. Op de klimaatconferenties maakt China nog altijd deel uit van de G77groep. Dat is een heel heterogene coalitie waarin veel ontwikkelingslanden zitten, maar ook Saudi-Arabië en China. Die
groep heeft lange tijd gezegd dat alleen de ontwikkelde wereld verantwoordelijk was voor de klimaatverandering en dat zij dus actie moest ondernemen. Die positie leidde tot een patstelling, want China is al jaren de grootste vervuiler.
Het succes van Parijs was dat voor het eerst alle landen hun verantwoordelijkheid wilden opnemen. “Maar in Bonn profileerde China zich weer als leider van die arme landen”, zegt Eickhout. “Het geeft aan dat het zich niet onder druk wil laten zetten. En zeker niet door Europa, dat met te veel monden spreekt.”
Europees toponderhandelaar Jos Delbeke is het daar niet mee eens. Hij vindt dat China indrukwekkend werk verricht. “Indonesië en Brazilië, bijvoorbeeld, slepen veel meer met de voeten. Ze zetten plannen te weinig om in acties. En dat kan de wereld zich niet meer veroorloven.” Ook Turkije en Saudi-Arabië waren twee weken lang weinig constructief.
3. De arme landen zijn boos
Maar er is in Bonn dus wel degelijk met de voeten gesleept, want ook de echte ontwikkelingslanden voelen zich opnieuw erg gefrustreerd. Ze blijven vinden dat de rijke landen hen te weinig financieel tegemoetkomen en hen te weinig helpen om zich aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering. En dus hebben ze in Bonn al die eisen weer uitgebreid op de agenda gezet. Ze willen dat de rijke landen tegen Katowice met veel meer geld over de brug komen.
Tegelijk moeten alle landen ook hun klimaatplannen aanscherpen, want Katowice mag niet opnieuw een ‘technische tussentop’ worden, zoals Bonn zichzelf omschreef. Er moeten dan echt knopen worden doorgehakt. “Probleem is dat de Polen het liefst zo weinig mogelijk knopen willen doorhakken”, zegt Eickhout.
4. Wat doet Polen?
“Katowice wordt inderdaad een moeilijke top”, geeft Delbeke toe. “Er zal streng bijgestuurd moeten worden.” Maar hij wil optimistisch blijven. “De Polen zijn een trots volk. Ze willen voor de wereld geen gezichtsverlies lijden. Bovendien mag je het gewicht van een voorzitter niet overschatten. Klimaatconferenties hebben een eigen dynamiek ontwikkeld.”
Maar dan zal de dynamiek toch anders moeten zijn dan in Bonn. Sweelin Heuss, de directrice van Greenpeace-Duitsland, omschreef nog het best wat velen dachten. Zij miste “de moed en het enthousiasme van Parijs”.