Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Corinne (81), de ‘pionier’ van de transgenders
Pionier voor transgenders Corinne van Tongerloo (81) vertelt haar bewogen leven in boek ‘Casablanca voorbij’
Als kind wou ik al een meisje zijn”, zegt transgenderpionier Corinne van Tongerloo (81), geboren als Cornelis. Ze is waarschijnlijk de eerste Belgische man die een vrouw werd. “Ik heb me altijd een vrouw gevoeld, alleen ben ik in het lichaam van een man geboren.” Ze vertelt haar bewogen levensverhaal in het boek
Casablanca voorbij.
Bent u de eerste transgender die de operatie van man naar vrouw heeft laten uitvoeren?
Naar het schijnt wel. Ik heb vele jaren in het buitenland, in cabarets van Berlijn tot Azerbeidzjan, gewerkt. Ik ken niet alle transgenders in België in die tijd, maar ik kan wel met zekerheid zeggen dat ik de eerste in Antwerpen was. Na jaren hormonen nemen en borstprotheses, liet ik in 1971 in Casablanca een vaginoplastie uitvoeren, waardoor ik ook fysiek een vrouw werd.
Wanneer besefte u dat u anders was?
Al heel vroeg. Als kleuter wilde ik zijn zoals mijn zussen en speelde ik het liefst met poppen en met vriendinnetjes. Ik trok hun schoenen aan, soms ook hun kleedjes. Zij vonden die verkleedpartijtjes wel leuk. Ik oefende zelfs balletpasjes bij een vriendinnetje thuis.
Voetballen met mijn broers of aan wilde jongensspelletjes meedoen, dat interesseerde me niet. Ik zat liever thuis bij mijn moeder, met mijn kinderstrijkijzer de zakdoekjes te strijken terwijl zij de rest van de was onder handen nam. In de winkel kreeg mijn moeder soms complimenten: wat een schattig dochtertje hebt u. ‘Het is mijn zoon’, zei ze dan. En mijn vrouwelijk gedrag, dat deed ze af als een kinderlijke gril. Ze vond dat lief en schattig.
Uw vader accepteerde uw vrouwelijke kant niet.
Hij vond dat ik met mijn broers moest gaan spelen, dat ik moest gaan voetballen zoals een jongen. Toen ik acht was, riep hij me bij hem in zijn kamer en sprak hij me streng toe. Ik moest vechten tegen mijn vrouwelijke kant, anders ging ik nooit gelukkig worden en gingen mensen lelijke dingen over mij zeggen. Achteraf gezien zei hij dat wellicht om mij te beschermen.
Ik groeide op tijdens de oorlogsjaren in het Antwerpse Schipperskwartier, een arme, maar volkse en solidaire buurt. Een jongen met vrouwelijke trekken, dat kon alleen maar een janet zijn. En homoseksualiteit was in de jaren dertig en veertig strafbaar, daarvoor vloog je naar de gevangenis. Transgender, dat bestond niet eens. Niemand wist wat dat was. Wie ik eigenlijk was.
Dacht u ook dat u een homo was?
Ik voelde me heel verward als kind en jongeman. Ik wist dat ik anders was, soms dacht ik dat ik ziek was. Of dat ik wel heel slecht moest zijn, omdat ik het lichaam dat God mij gegeven had niet aan-
vaardde, en geen man kon zijn zoals de andere mannen. Als me iets slechts overkwam, dan dacht ik: God straft mij.
Ik voelde me ook aangetrokken tot mannen. In het Antwerpse gaycafé Chez Mon beleefde ik mijn eerste liefde. Ik verkleedde me er geregeld als vrouw en ging als balletdanser aan het werk bij variététheater Oud België, de Vlaamse Opera, Folies Bergère. In die tijd was er een gebrek aan mannelijke balletdansers, en ik kon me uitleven in die kunstvorm. Maar mijn vrouwelijkheid uitspelen kon alleen op het podium, in rollen. Daarna moest ik mijn jongenskleren weer aantrekken.
In de travestiescène in Amsterdam en Berlijn ontdekte u lotgenoten.
Ik begreep wat het was en wie ik was toen ik hoorde over Coccinelle, een Parijse cabaretster, een man die zich tot vrouw had laten opereren bij dokter Burou in Casablanca. Ik las ook een artikel over een GI in Amerika, die vrouw was geworden. Dat gaf me hoop. Ik wist toen: ik kan worden wat ik wil zijn: een vrouw.
Met hormonenpillen, borstprotheses en tot slot een geslachtsoperatie in Casablanca werd ik een vrouw. Ik had gedacht dat ik me na de operatie eindelijk goed zou voelen. Maar in plaats daarvan was er pijn, complicaties, vele donkere, bange uren…
Denkt u nooit: ik ben te vroeg geboren, was ik maar in deze eeuw opgegroeid?
Soms wel, ja. Het was veel gemakkelijker geweest. Nu weet iedereen wat een transgender is. Er bestaan psychologen die je kunnen helpen, er zijn veilige operaties mogelijk, ook in België. Maar langs de andere kant: ik heb zoveel grote ervaringen beleefd. Mijn moeder zei me eens: ‘Tu as bouffé la vie’; jij hebt geleefd voor twee.
Als ik nu terugkijk op mijn leven, mijn reizen, mijn operaties, dan vraag ik me af waar ik het lef allemaal vandaan haalde. Ik zou het nu niet meer durven. Maar ik heb het toch gedaan.
Casablanca voorbij, door Corinne van Tongerloo en Linda Asselbergs. Kartonnen dozen, 101 blz, 19,95 euro.
CORINNE VAN TONGERLOO Pionier voor transgenders in België “Soms dacht ik dat ik ziek was. Of dat ik heel slecht moest zijn, omdat ik mijn lichaam niet aanvaardde, en geen man kon zijn zoals de andere mannen.’’