Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Heb ik iemand vermoord? Nee toch?”
Sekteleider en seriemoordenaar (83) overlijdt in gevangenis
Hij is een van de beruchtste moordenaars uit de Amerikaanse geschiedenis, maar liet de moorden door anderen uitvoeren. Hij droomde van muzikale roem, maar slaagde er enkel in de erfenis van de Beatles te besmeuren door hun nummer
Helter Skelter te gebruiken als inspiratiebron voor zijn moordpartijen. Charles Manson, de Amerikaanse sekteleider en cultfiguur die zijn volgelingen in 1969 de opdracht gaf om actrice Sharon Tate en zes anderen te vermoorden, is na 47 jaar gevangenschap overleden.
“Ik ben een van de gevaarlijkste mensen op aarde. En ik heb nooit iets anders willen zijn.” De uitspraak van Charles Manson is een van de kans-
hebbers om op zijn grafsteen te eindigen. Maar zijn familie heeft keuze te over. “Lang geleden betekende je nog iets als je gek was. Maar vandaag is iedereen gek”, bijvoorbeeld. Of kortweg deze: “Heb ik iemand vermoord? Nee toch?”
En of Charles Manson iemand vermoord heeft. Zelf schepte hij altijd op dat hij verantwoordelijk was voor 35 doden, maar voor zover bekend gaf hij de opdracht voor ‘slechts’ zeven moorden: vijf toen hij met zijn Manson Family een bloedbad aanrichtte in het huis van actrice Sharon Tate en twee toen zijn sekte ’s anderendaags zakenman Leno La Bianca en zijn vrouw Rosemary met mes- en vorksteken ombracht.
Een totaal geschifte loser was Manson in die dagen. Met een zwaar crimineel verleden, maar ook met het uiterlijk en het charisma van een christusfiguur. “Op 12 november 1934, toen ze zestien was en ongehuwd leefde in Cincinnati Ohio, heeft mijn moeder een bastaardzoon op de wereld gezet. Dat kind was van bij de geboorte een outlaw”, declameerde hij in 1971 op zijn proces.
Mislukte muzikant
Sharon Tate en haar gezelschap hadden de onnoemelijke pech dat het adresboekje van Charles Manson niet meer klopte, toen hij in de nacht van 8 op 9 augustus 1969 naar haar woning aan de rand van Beverly Hills trok. Hij wilde er eigenlijk muziekproducent Terry Melcher vermoorden, maar de man was maanden eerder al verhuisd.
Manson had op zijn 36ste al de helft van zijn leven in de gevange- nis doorgebracht en hij had er vooral veel naar de radio geluisterd en nummers geschreven. Toen hij tijdens de ‘Summer of Love’ weer eens vrij kwam, had hij zijn songs aan Melcher voorgelegd, maar die vond ze geen platencontract waard. De woede van Manson werd nog wat groter toen de Beach Boys later een van zijn nummers herschreven, zonder zijn naam te vermelden.
Maanden heeft Manson aan zijn wraakoefening gewerkt. Samen met de ragtag band die hij rond zich verzameld had: een commune van geestesgestoorde drugsverslaafden, naïeve hippies en – vooral vrouwelijke – radeloze tieners, die door Manson ingewijd werden in de vrije liefde en voor hun god op rooftocht trokken.
“De moord op Melcher moet in de schoenen van de blackies geschoven worden en op een kernoorlog tussen blank en zwart uitdraaien”, zo had Manson zijn volgelingen ingeprent. Waarna zijn sekte de leiding van de wereld zou overnemen. Hij had die boodschap uit het Beatlesnummer Hel
ter Skelter gehaald, zoals hij wel vaker geheime codes in Beatlesnummers zag.
Wat Manson niet wist, was dat de villa van Melcher intussen bewoond werd door regisseur Roman Polanski en zijn hoogzwangere vrouw Sharon Tate. Toen Manson dat doorkreeg, maakte het hem niets uit. “Dan vermoorden jullie de nieuwe bewoners maar. De revolutie moet doorgaan”, zei hij. Wat volgde, was een sadistische, rituele slachtpartij, waarbij Sharon Tate en vier vrienden met 102 messteken afgemaakt werden. Roman Polanski ontsnapte aan de slachting omdat hij in Londen aan een film werkte.
Pigs schreven Mansons’ volgelingen met bloed van de slachtoffers op de voordeur – ook al een verwijzing naar een Beatlesnummer,
Piggies – alvorens ze het huis verlieten. ’s Anderdaags richtten ze opnieuw een bloedbad aan, dit keer bij twee willekeurige slachtoffers: Leno en Rosemary La Bianca, die samen een kleine keten van warenhuizen runden. Rise, Helter
Skelter en Death to the pigs lieten ze daar op de muren achter.
Van god naar lafaard
Manson vluchtte samen met zijn ‘Familie’ naar een ranch in Death Valley, waar ze in een onderaards paradijs zouden overleven. Maar zijn apocalyptische voorspelling kwam niet uit. Er kwam geen kernoorlog en de hele kliek werd eind 1969 opgepakt. Het wrak van een van hun vluchtauto’s staat er naar verluidt nog altijd te roesten.
Op hun proces in 1971 leerden de volgelingen van Manson hun god als een lafaard kennen. “Ik was niet aanwezig bij de moorden”, zei Manson, die in maart 1970 de langspeler Lie had uitgebracht om zijn verdediging te bekostigen. En ook: “De kinderen die met messen op u afkomen, dat zijn uw eigen kinderen. Jullie hebben hen opgeleid. Ik heb hen enkel geholpen om op te staan.”
Zijn betoog haalde niets uit: Manson en vijf sekteleden werden ter dood veroordeeld, een straf die door het hooggerechtshof omgezet werd in levenslang. “Het is niet omdat je door een rechtbank veroordeeld werd, dat je ook schuldig bent”, zei hij na het proces.
President bedreigd
De veroordeling van de zes betekende niet meteen het einde van de Familie. Vier jaar later werd Lunette Squeaky Fromme overmeesterd toen ze een ongeladen pistool richtte op president Gerald Ford. Ze kreeg levenslang en kreeg er later nog een extra straf bovenop toen ze ontsnapte om dichter bij Charles Manson te zijn. In 2009 werd ze in vrijheid gesteld.
Manson zelf kwam nooit meer vrij, al heeft hij verschillende gratieverzoeken ingediend. Maar telkens verknalde hij ze eigenhandig. In 1986 bijvoorbeeld door voor de commissie voor voorwaardelijke vrijlating te verschijnen met een getatoeëerd hakenkruis op het voorhoofd.
Eén troost had hij in de voorbije 47 jaar gevangenschap: zijn moordpartijen bleven tienduizenden mensen van over de hele wereld fascineren en met gemiddeld 60.000 stuks fanmail per jaar heeft hij zich nooit verveeld.