“Elke generatie een nieuwe topper: dat kan gewoon niet in België”

De kloof na Goffin: Ivo Van Aken, technisch directeur van Tennis Vlaanderen, pleit voor realisme

Ons land ontbeerde zondag een tweede killer à la Goffin om voor het eerst de Davis Cup te winnen, alle respect voor Steve Darcis ten spijt. Ivo Van Aken, technisch directeur van Tennis Vlaanderen, kijkt er niet van op. “We blijven een klein land met een kleine vijver en beperkte middelen. Het kàn gewoon niet dat iedere generatie een topper

voortbrengt.”

Teamcaptain Johan Van Herck toonde zich in Rijsel “honderd procent zeker” dat die monstrueuze Davis Cup een van deze jaren in Belgische handen komt. “Met deze groep.” Ivo Van Aken spreekt hem niet tegen - “Het is niet Darcis die verloor, maar we hadden altijd het dubbelspel pakken” - maar heeft wel ranking en leeftijd voor ogen.

“Omtrent David Goffin hoeven we ons geen vragen te stellen. Die heeft zich ontwikkeld tot een absolute topspeler. Iemand die zijn speelstijl perfect heeft aangepast aan zijn lichaam. Hij gaat niet overpoweren maar teert op snelheid, inzicht, de juiste lijnen. Ik zie hem zonder tegenslag nog zeker vijf-zes jaar meedraaien tussen de allerbesten.”

Maar dàn? Bijgaand cijfermateriaal illustreert de kloof die achter de Luikenaar gaapt. “Wat geldt voor Darcis, geldt ook voor Bemelmans en zelfs voor De Greef”, stelt van Aken. “Goeie spelers, daar niet van. Darcis zal echter geen jaren meer mee gaan en sukkelt constant met blessures. Wie echt de top beoogt, moet die bovendien tegen zijn 25e in het vizier krijgen. Ik zie de geciteerde mensen niet meer de grote sprong voorwaarts zetten. Eén knap tornooi spelen volstaat niet. Goffin is ook niet in één-twee-drie naar de top gesneld, maar je zag hem wel stappen zetten. Altijd maar hoger, continu op niveau. Dat mis ik bij hen.”

Waanzinnige budgetten

Het zal dus van onderuit moeten komen. Joris De Loore (24), een Kimmer Coppejans (23), vijf jaar geleden nog winnaar van Roland Garros bij de junioren. “Ik schrijf hem niet af, maar je kan niet eeuwig een talent blijven”, aldus Van Aken. “De realiteit is dat ik geen groei zie. Waarom niet? Als Kimmer daar achter komt, kan het nog alle kanten uit. En dan zijn er nog jongeren als Zizou Bergs en Tibo Colson, Greet Minnen en Magali Kempen bij de meisjes. Het potentieel is er en we moeten ze de tijd geven. Maar toch, het moet vooruit. We moeten ze sprongen voorwaarts zien mamoeten

ken.”

Zoals Elise Mertens dat het voorbije seizoen zo mooi deed. “En nog zal doen. Net als Alison Van Uytvanck, die haar blessures onder controle heeft. Twee meisjes die uitstekend begeleid worden en in staat zijn om stabiel te presteren. Van Kirsten Flipkens en Yanina Wickmayer mogen we niet meer verwachten dat ze nog top-20 worden. Dat ligt moeilijk. Maar wat zouden we klagen? Het kàn gewoon niet dat een land als het onze met iedere generatie een nieuwe topper voortbrengt. Hoe lang heeft een tennisnatie als de Verenigde Staten er niet over gedaan om opvolging te voorzien voor de zussen Williams? Wij blijven een klein land, met een kleine visvijver en beperkte budgetten. Wij beschikken niet over de waanzinnige budgetten van Frankrijk, dat tien mannen en vijf vrouwen bij de top 100 heeft. Zij hoeven niet vroegtijdig te selecteren, terwijl wij voortdurend moeten afwegen of we met iemand verder gaan of niet. (grijnst) Eten we de vis die we vangen op, of moeten we hem weer laten gaan? Maar toch… Reken maar dat ze in het buitenland grote ogen trekken om wat we allemaal bereiken met onze bescheiden middelen.”