Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik wist dat ik tijd nodig had”
Jelle Van Damme komt drie maanden na zijn transfer eindelijk aan de oppervlakte
Hij werd in augustus binnengehaald als de toptransfer van Antwerp. Maar sindsdien bleef het relatief stil rond Jelle Van Damme. Het duurde een tijdje voor hij op toerental kwam, nu groeit hij steeds meer naar zijn beste niveau. “Op de linkerkant in een viermansdefensie gaat het beter.”
De verwachtingen rond Jelle Van Damme waren vanaf dag één zeer hooggespannen bij Antwerp. Op dat moment misschien zelfs te hoog. Bij zijn eerste invalbeurt, thuis tegen Sint-Truiden, klonken het applaus en gejoel toen hij het veld betrad bijna luider dan na de gelijkmaker van Owusu. Alsof de Messias was neergedaald. Maar het liep aanvankelijk moeizamer dan iedereen had gehoopt. Het begon met ziekte die hem uit de selectie voor de wedstrijd tegen Oostende hield. Een week later zette hij zichzelf buitenspel door Laszlo Bölöni – wanhopig op zoek naar een valabele rechtsachter – te vertellen dat hij liever niet op de rechtsback depanneerde. “Dat zou voor niemand goed zijn”, klonk het eerlijk. Maar daardoor duurde het wel nog anderhalve maand vooraleer Van Damme zijn eerste basisplaats bij Antwerp mocht vieren. Mede geremd door een ontsteking aan de patellapees én een verdediging die goed draaide - met Borges op zijn favoriete positie op links. Voor 29 oktober speelde Van Damme nooit langer dan een halfuur. Uiteindelijk kwam zijn eerste basisplaats er toch, tegen Moeskroen, wegens het uitvallen van Sall en eerder Arslanagic. Maar ook die eerste matchen als basisspeler verliepen moeizaam. Eerst als linkse man in een driemansdefensie, een week later tegen Charleroi als linkerflankspeler in een systeem met drie/vijf verdedigers. In die wedstrijd kwam Van Damme vaak te laat, waardoor hij veel overtredingen moest maken. Maar er was een indicatie van beterschap, want met 11,6 kilometer was de ouderdomsdeken van de ploeg wel de Antwerpspeler met de meeste gelopen meters op de teller. Maar pas sinds de match in Eupen speelt hij op de positie waarvoor Luciano D’Onofrio hem naar Antwerp had gehaald: linksachter in een viermansdefensie. Sindsdien gaat het crescendo. Afgelopen weekend tegen KV Mechelen trok de 34-jarige Oost-Vlaming zelfs al regelmatig mee in de aanval.
“Zaterdag was mijn wedstrijd degelijk tot goed. Op de linkerkant in die viermansdefensie gaat het beter. Voor iedereen. Dat beseft de trainer ook wel”, zegt Jelle Van Damme zelf. “Ik probeer nu aanvallend ook meer mijn momenten te kiezen.” Van Damme weet dat hij tijd nodig had om op toerental te komen. “Ik ben zelfkritisch genoeg. Ik ken mijn lichaam beter dan wie ook en wist vooraf dat ik enkele matchen nodig zou hebben om op topniveau te komen. In Amerika speelde ik altijd centraal achterin, ik had een aanpassingsperiode nodig.”
Niet alleen op het veld moest Van Damme een klik maken. Ook naast het veld was het voor hem wennen om weer in België te zijn. Hij keerde terug naar België om dichter bij zijn kinderen te zijn. Het is op dat vlak een voltreffer. Maar tegelijk moest hij ook Los Angeles achter zich laten, waar hij heel graag woonde.
Beker of competitie?
Antwerp neemt de bekercompetitie erg serieus en de verwachting is dan ook dat Bölöni in Kortrijk niet te veel zal veranderen aan zijn ploeg. Het is sowieso een moeilijk evenwicht voor de Great Old: aanklampen bij de top zes of hopen op de kortste weg naar Europa via de beker. Van Damme: “Wat het belangrijkste is, Kortrijk of Standard? Goede vraag. Het zijn twee verschillende competities, maar ook twee mooie wedstrijden. Twee mooie kansen. Die wedstrijd op Sclessin is voor mij toch speciaal, hé. Maar laten we daar pas na de match tegen Kortrijk over praten.”