Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Onyekuru met Simon vergelijken is belachelijk”
Onder Weiler luidde de kritiek dat de RSCA-spelers in offensief opzicht vaak niet wisten wat ze moesten doen. Wij klagen dus niet dat Vanhaezebrouck duidelijke aanvalspatronen in het spel van Anderlecht bracht, maar Onyekuru voelt zich soms gevangen aan de zijlijn. Telkens hij te veel naar binnenkomt of niet genoeg mee verdedigt, schreeuwt zijn coach zich schor. Dat belemmert zijn spel.
“Ik leg hem zeker niet te veel op”, countert Vanhaezebrouck. “Henry mag acties maken zoals hij het zelf aanvoelt en wie zegt dat hij te veel moet meeverdedigen, zit ernaast. Onyekuru verdedigt soms zelfs te veel mee als ik hem hoger wil houden. Maar hij moet wel leren om vaker de juiste keuzes te maken. Als Henry de bal heeft, schuift namelijk heel de ploeg mee op omdat iedereen verwacht dat hij gevaar gaat creëren. Als hij dan balverlies lijdt, brengt hij natuurlijk heel het team in gevaar. Een voorbeeldje: tegen PSG rukt Deschacht mee op. Henry kan een gemakkelijke bal naar Ollie spelen, maar kiest voor de individuele actie. Gevolg: balverlies en uit de counter scoort PSG. Dat kan niet.”
Vanhaezebrouck is ervan overtuigd dat hij spelers beter maakt door hen duidelijke opdrachten mee te geven. Te veel freewheelen zoals Onyekuru is ook niet goed. “Ik ben een coach die kritisch blijft als anderen al tevreden zijn. Henry heeft nog progressiemarge en we moeten hem helpen om die stappen te zetten. Gelukkig is hij mentaal sterk en beseft hij dat hij nog kan verbeteren. Zeker in de combinaties moet hij slimmer worden en de optelsom van zijn acties moet positief zijn. Is dat het geval, dan kan ik al eens een foutje door de vingers zien. Henry blijft een talent, hè. Hij maakt meer goals dan Simon.”
De naam is gevallen: Moses Simon. Dat Simon bij Gent wegdeemsterde na te veel tactische richtlijnen en dat Onyekuru dat ook riskeert vindt Vanhaezebrouck onzin. “Die vergelijking Onyekuru-Simon is belachelijk”, besluit hij. “Na zes topmaanden bij Gent zonk Simon weg omdat hij ziek was en het tijd kostte om er weer bovenop te raken. Dat had niets te maken met de trainer.”