Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Aardwarmte voor alle huizen in dorpscentrum
Dessel eerste gemeente in België die energie uit heet grondwater aanbiedt
Gloeiend heet water dat diep uit de Kempense bodem wordt opgepompt, moet binnenkort de huizen, bedrijven en gemeentegebouwen in Mol en Dessel verwarmen. De aanleg van het warmtenet start volgend jaar, waarbij het centrum van Dessel wordt opgebroken voor de aanleg van dubbele pijpleidingen die het hete water af en aanvoeren. Dessel is de eerste gemeente in ons land die haar inwoners geothermie aanbiedt.
KRIS VAN DYCK (NVA)
Burgemeester Dessel “In een verkiezingsjaar wekken wegenwerken ergernis bij de mensen, maar we willen deze trein niet missen.”
Het gaat snel met het benutten van het gloeiend hete water in de Kempense ondergrond. Nadat het onderzoekscentrum VITO in Mol met twee diepe boringen had aangetoond dat die aardwarmte heet genoeg is voor het opwekken van elektriciteit én het aanleveren van water voor de pijpleidingen – net zoals ook in IJsland gebeurt – begon het al met de bouw van een geothermiecentrale voor de verwarming van zijn eigen gebouwen, die van het Studiecentrum voor Kernenergie en het nucleair afvalverwerkingsen opslagbedrijf Belgoprocess. Er werd meteen ook een akkoord gesloten met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax om de diepe geothermie te gebruiken voor een warmtenet in Dessel.
Vandaag komen Eandis en Infrax in Dessel uitleggen hoe ze vanaf volgend jaar al het hete pekelwater uit de diepe Kempense ondergrond gaan gebruiken voor dat warmtenet, waarop alle inwoners van het hele dorpscentrum zich vrijwillig zullen kunnen aansluiten. De factuur voor de warmteafname mag nooit hoger zijn dan de all-infactuur van gemiddelde aardgasklanten bij hetzelfde verbruik.
Het hele project omvat naast een derde boorput ook de aanleg van 40 tot 50 kilometer geïsoleerde leidingen voor transport van het warme water naar een hele serie overheidsgebouwen en nieuwe verkavelingen in beide gemeenten.
Straten opbreken
Geothermische warmte komt de woning binnen via een zogenoemd afgiftestation. Wie zich daarbij aansluit, kan zijn traditionele boiler en eventuele stookolieketel buiten zwieren. “Maar voor de aanleg van het buizennetwerk moet het centrum van Dessel wel worden opgebroken”, beseft burgemeester Kris Van Dijck (N-VA). “In een verkiezingsjaar is dat goed voor ergernis bij de mensen, maar we willen deze trein niet missen. Je kunt nu eenmaal geen omelet bakken zonder de eieren te breken. Dit is de toekomst: duurzame energie en CO2-neutraal verwarmen.”
In Dessel gaf de ontwikkelaar Ipon nv onlangs al aan dat de nieuwe verkaveling Elsakker en zijn 114 woningen niet over een aardgasaansluiting zullen beschikken, maar worden aangesloten op het warmtenet.
Mol: eerst zwembad
In het naburige Mol kijkt ook burgemeester Paul Rotthier (CD&V) uit naar de komst van het warmtenet. “Maar bij ons kost het wat meer tijd. Wij moeten hier twee projecten met geothermie verbinden. Ten eerste is er de bouw van ons nieuwe zwembad, waar we tijdelijk met een stookolie-installatie zullen verwarmen, maar later met aardwarmte. En verder is er een privaat bouwproject. Beide sites liggen op een paar honderd meter van elkaar. Later volgen er nog scholen en andere bouwprojecten, maar alles stapsgewijs. In 2020 verwachten we de eerste aansluitingen.”
Toch maakt ook Mol volgend jaar al kennis met de aanleg van het warmtenet: als ze in Dessel de drukke Turnhoutsebaan opbreken voor de pijpleidingen, dan heeft dat ook voor Mol een grote impact. “Maar eens iedereen beseft dat je hiermee een onuitputtelijke bron van aardenergie aanboort, dan zullen de mensen ook beseffen dat je zo’n kans niet kan laten liggen.”