Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zoeken troef
Ghandri, Randriambololona en Touré kunnen niet overtuigen bij debuut in Antwerpse basis
Antwerpcoach Laszlo Bölöni verraste door wat te schuiven en te wisselen in zijn elf. Zo mochten zomeraanwinsten Nader Ghandri, Zotsara Randriambololona en Kafoumba Touré – na eerder elk slechts een korte invalbeurt te hebben gehad hun eerste basisplaats vieren sinds ze voor het stamnummer 1 actief zijn.
Nader Ghandri
(speelde eerder 5 minuten in Oostende) Ghandri, deze zomer na heel wat getouwtrek voor 300.000 euro bij het Tunesische Club Africain weggehaald, speelde op het middenveld. Lengte zat, de Tunesiër, maar hij moest het geregeld afleggen tegen zijn directe tegenstander. Zoeken was het dus voor de bijna dubbele meter. Nadien kwam Ghandri dan toch wat beter in de match, maar duels winnen bleef een heikel punt. Ghandri was wel geregeld aanspeelbaar en zocht de combinatie, maar meestal ontbrak de nodige finesse, waardoor de Antwerpse opbouw weer meteen stokte. Na de rust minstens even veel goede wil bij Ghandri, die ook de Antwerpse eerredder maakte en Owusu een assist voorschotelde. Maar: heer en meester zijn in het centrum, dat is nog wat anders. Matchritme opdoen, het is een van dé zorgen voor Ghandri, en dat toch al enkele maanden. Dat stond in Kortrijk als een paal boven water. Maar die goal en een deugddoende assist zullen de al opgeschoten middenvelder wellicht nog enkele centimeters doen groeien. “Een assist én een goal, daar kan ik me toch wat aan optrekken”, zei Ghandri, die van de drie debutanten in de basis de beste beurt maakte. “Ik mis veel ritme, want spelen met de beloften is toch heel anders. Jammer, dit verlies, want we wilden ook ver komen in de beker. De ontgoocheling is dus erg groot, en we hebben hier veel uit te leren. Enkel werken zal ons straks nog belonen. Nu wacht Standard, ook een moeilijke verplaatsing. Maar we mogen de armen niet laten zakken en moeten nu vol op de competitie mikken. Met mij weer in de basis? Ik zal veel vertrouwen van de coach nodig hebben, maar ik zal er alvast voor werken.”
Zotsara Randriambololona
(speelde eerder 14 minuten thuis tegen Genk) Randriambololona heeft er ook al vervelende maanden opzitten, want Bölöni zag de ex-speler van Virton nog maar nauwelijks staan. Maar in Kortrijk mocht ‘Zout’ postvatten achter het aanvalstrio DequevyOwusu-Touré. De aanvallende middenvelder liep over van de goesting en zorgde dat hij snel betrokken raakte in het Antwerpse spel. Randriambololona eiste ook geregeld ballen op. Na de rust was het voor hem – net als voor heel Antwerp trouwens – vooral achter de feiten aanhollen en de schade beperken. De relatief kleine aanvaller verloor om de haverklap duels, speelde zelden iets bruikbaars klaar en weegt dus duidelijk nog te licht. Zout besefte als eerste dat het straks een pak beter moet. “Ik was blij dat ik eindelijk eens mocht spelen, want het heeft lang geduurd, dat wachten op een basisplaats. Het was lastig, en ik wisselde goeie en slechte dingen af. Vergeet niet dat ik moeilijke maanden achte de rug heb. Maar ik ben hier niet om toe te kijken, ik wil meer spelen. Aan mij om me nu te tonen, want de bank en de tribune afwisselen kan niet de bedoeling zijn. Maar Antwerp is Virton niet, hé, dat is een wereld van verschil.”
Kafoumba Touré
(speelde eerder 10 minuten thuis tegen KV Mechelen) De Malinees maakte pas afgelopen zaterdag zijn eerste opwachting bij Antwerp. Touré had het na de match tegen KV Mechelen ook nog gezegd: hij wil graag als centrumspits aan de slag bij Antwerp. Die kans kreeg hij in Kortrijk. Beweeglijk was Touré zeker en vast. Op het kwartier waagde de spits zich – het getuigde alvast van heel wat zelfvertrouwen – aan een retro. Zoeken troef ook bij Touré, die wel grinta toonde door mee te verdedigen – wie durft er tegen de orders van Bölöni in te gaan? -, ook bij de corners. Toch was het vooral worstelen me zichzelf en oorlog voeren met de bal. Even voor de rust knalde Touré over het doel van Kaminski, zowat zijn enige wapenfeit. Kort na de kampwissel moest Touré logischerwijs plaats ruimen voor Manas. Touré keek dan ook in eigen boezem. “Het was moeilijk, ja”, zuchtte de spits. “Ik leer de Belgische competitie nog maar net kennen, dus het is enorm aanpassen. Ik stond in Kortrijk op een eiland, kreeg veel lange ballen, terwijl ik liever in de voet en over de grond word aangespeeld. Maar goed, ik moet me aanpassen aan de ploeg, niet omgekeerd. Nu wil ik elke week progressie maken en moet ik hopen dat het de volgende keer beter is.”
STIJN DRUANT