Gazet van Antwerpen Stad en Rand
17 landen belastingparadijs
De Europese ministers van Financiën hebben voor het eerst een gemeenschappelijke zwarte lijst van belastingparadijzen goedgekeurd. Die bevat 17 landen of juridische entiteiten die onvoldoende meewerken om belastingontwijking te verhinderen. “Dit is een klein stapje vooruit, maar het zal de grootschalige belastingontwijking zeker geen halt toeroepen”, zegt fiscaal professor Michel Maus.
Drie jaar na LuxLeaks, anderhalf jaar na de Panama Papers en een maand na de Paradise Papers, hebben de Europese ministers van Financiën een ‘zwarte lijst’ opgesteld van landen die er belastingpraktijken op nahouden die niet door de beugel kunnen.
“Gemiste kans”
Begin dit jaar stonden er nog 90 potentiële zondaars op die lijst, dit najaar waren dat er nog ruim 50 en uiteindelijk blijven er daar dus 17 van over. “Maar 17”, zucht Michel Maus, professor fiscaliteit aan de VUB. “Want er zijn er natuurlijk nog wel meer die het niet zo nauw nemen met de belastingregels. Bovendien staan er amper serieuze kleppers op de lijst, denk aan de Kaaimaneilanden of de Bahama’s. En nog opvallend: er zit ook geen enkel EU-land tussen, terwijl je je toch vragen kunt stellen bij Luxemburg, Ierland en Nederland, om slechts die bij naam te noemen.”
Behalve een ‘zwarte lijst’ is er ook een ‘grijze lijst’ opgesteld. Die bevat 47 namen, met onder meer Marokko en Kaapverdië, maar ook Zwitserland, Andorra, Liechtenstein en de Britse kanaaleilanden Guernesey en Jersey. Die landen hebben beloofd hun leven te beteren en krijgen daartoe de tijd tot eind 2018 (economisch zwakkere landen krijgen uitstel tot eind 2019). Als ze tegen dan kunnen aantonen dat ze zich aan de internationale afspraken tegen belastingontwijking houden, gegevens uitwisselen en geen nultarief hanteren bij de belastingheffing, kunnen ze van de lijst worden gehaald.
Zwak punt: de sancties
“Dat de lijst er eindelijk is, is al een verdienste op zich”, geeft professor Maus toe. “Alleen stel ik me toch wel vragen bij de sancties – of, beter, het gebrek eraan. De slechte leerlingen krijgen bijvoorbeeld geen toegang meer tot Europese fondsen of geen verlenging meer van de afbetalingstermijn van EU-leningen. Dat klinkt allesbehalve streng, toch?”
Ook Europees Commissaris Pierre Moscovici, bevoegd voor Economische Zaken, had liever strengere sancties gezien en riep de individuele lidstaten al meteen op om “snel werk te maken van ontradende nationale sancties”. Behalve de Commissie hadden ook onder meer ons land, Frankrijk en Duitsland voor strengere sancties gepleit, maar onder andere Luxemburg en Nederland zagen dat niet zitten. Voor hen volstaat een “verscherpt toezicht”.