Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Samenwerking loont bij aanpak jongeren
De discussie over de aanpak van de drugshandel in Antwerpen blijft de gemoederen beroeren. En dat is maar goed ook. Het is van het grootste belang voor de stad en de haven dat de drugshandel en de daarmee gepaard gaande criminaliteit snel en efficiënt worden aangepakt.
Terwijl het Stroomplan voor de Antwerpse haven focust op het opsporen van drugs en het oprollen van de grote kartels, maken andere mensen zich zorgen over de Antwerpse jongeren die ten prooi vallen aan de drugshandelaars en die liever enkele tienduizenden euro per maand verdienen met het verhandelen van verdovende middelen dan enkele honderden met de uitoefening van een eervol beroep. Het debat in De Zevende Dag gisteren hinkte misschien wat veel op die twee benen, maar het was tegelijk een verademing omdat de deelnemers naar elkaar luisterden en oprecht naar oplossingen leken te zoeken. Veel vaker gebeurt het in dit soort confrontaties dat ze vooral proberen om hun eigen gelijk te halen.
Opvallend was de lof van Bart De Wever voor minister van Justitie Koen Geens – met wie hij het op alle vlakken eens was behalve op één puntje – en voor Jo Vandeurzen, met wie hij blijkbaar uitstekend kan samenwerken. Geens liet zich die lof van De Wever overigens welgevallen. De goede verstandhouding van De Wever met deze twee CD&V’ers staat in schril contrast met de scherpe toon waarmee hij en Kris Peeters elkaar toespreken. Door zijn twee partijgenoten zo te bewieroken, zette De Wever Peeters toch weer even een hak. Als je stad onder vuur ligt, kan het geen kwaad om in het andere kamp wat verdeeldheid te zaaien. De Wever is genoeg tacticus om die kans niet te laten voorbijgaan.
Dat neemt niet weg dat de bezorgdheid van de burgemeester over de drugsdealende jongeren oprecht is. De drugsproblematiek verziekt sommige Antwerpse wijken, en als de groep jongeren die leven van de drugshandel groter wordt, legt dat een zware hypotheek op de toekomst van de stad. Zijn voorstel om bepaalde jongeren weg te halen uit hun thuisomgeving als ze dreigen in de criminaliteit te belanden, is dan weer erg drastisch. Uiteraard is dit een maatregel die alleen kan worden genomen als er een wettelijk kader voor is en alle alternatieven hebben gefaald. Maar het kan geen kwaad om het als een van de mogelijkheden mee op te nemen in een algemeen plan van aanpak.
Dat plan zal er sowieso een moeten zijn van hulpverlening én bestraffing, van sociale maatregelen én een gecoördineerde aanpak van de grote criminaliteit. Forse taal mag, wat strategie kan geen kwaad, maar uiteindelijk zullen we alleen iets bereiken door samenwerking met alle actoren en alle partijen.