Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zelfs ouders niet aanwezig op begrafenis baby
Alleen dichter neemt afscheid van kindje met zware beperking dat week na geboorte stierf
Een baby die amper een week had geleefd, kreeg vorige week in Leuven een eenzame uitvaart. Dat is vermoedelijk nog nooit eerder gebeurd in ons land.
De uitvaart van baby F. was in ieder geval een primeur voor het literaire en sociale project De Eenzame Uitvaart. In Antwerpen hebben dichters al meer dan honderd mensen begeleid op hun laatste reis. In Leuven al zeventien. “Meestal zijn het oudere mensen, die een heel leven achter de rug hebben”, zegt dichter Peter Mangel Schots. “Maar een baby van amper een week oud: wat kun je daarover schrijven?”
Baby F. werd na een normale zwangerschap met een zware afwijking geboren bij ouders uit een ver Europees land die in grote armoede leven. Het kind werd met spoed naar het UZ Gasthuisberg in Leuven overgebracht.
Op 6 december moesten de behandelende artsen alle hoop laten varen. In aanwezigheid van beide ouders werd de baby gedoopt. De moeder smeekte of er toch niet nog iets gedaan kon worden om haar kind te redden.
Geen geld
Die avond stierf het kind. De ouders kwamen de volgende dag terug om afscheid te nemen. Ze hadden geen geld om een uitvaart te bekostigen. Toen de sociaal werkster van het ziekenhuis het overlijden wilde aangeven bij de burgerlijke stand, bleek dat de geboorte nog niet eens was gemeld. Dat moest dus eerst nog geregeld worden.
Een week later, amper een dag voor de baby zou worden begraven, kreeg Peter Mangel Schots, dichter en coördinator van het project De Eenzame Uitvaart in Leuven, een telefoontje van de begrafenisondernemer.
“Wat kon ik over het leven van dit kind vertellen? Dat het door zijn ouders is achtergelaten? Toch beter: dat zijn ouders het ook liever anders hadden gewild. Zij waren, naar ik vernomen heb, erg ontzet door wat hen is overkomen. En tegelijk wisten ze dat er niets meer aan te doen was. Misschien vergelijkbaar met hoe het er vroeger in grote Vlaamse boerenfamilies aan toeging. Je verloor een kind, je had natuurlijk verdriet, maar er was geen tijd om lang te rouwen. Je moest verder.”
Wat belangrijk is, is dat er een minimum aan ritueel plaatsvindt bij het afscheid van een mens, stelt de dichter. En dus besloot hij achter de rouwwagen te lopen, zodat er toch nog een (extreem korte) rouwstoet was. En las hij zijn tekst, die begon met de regel: “Eén bladzij omgeslagen en je boek is uit.”
“Ik sta daar louter en alleen voor de overledene”, zegt Mangel Schots. “Veel mensen grijpen naar poëzie bij grote overgangsrituelen. Het is een manier om ons verdriet te verwerken.”
“We kunnen hier echt van een cultuuromslag spreken”, zegt antropologisch historicus Jan Bleyen, ook auteur van het boek
Doodgeboren. “Tot een paar decennia geleden deed de vroedvrouw of de gynaecoloog er nog alles aan om een overleden baby weg te houden bij de moeder en de rest van de familie. Nu wordt het dode kind niet meer weggestopt, maar zichtbaar gemaakt, zodat men afscheid kan nemen. Omdat het leven geen vervolg meer krijgt in het hiernamaals moet het hier en nu gevierd worden, via verhalen. Het ziekenhuis en de mensen van De Eenzame Uitvaart komen aan deze culturele bezorgdheid tegemoet.”