Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zelfs beste vrienden van Coucke wisten het niet
Hij heeft er zelfs met zijn beste vrienden niet over gesproken, maar hij heeft het wel gedaan. Marc Coucke gaat naar Anderlecht, in polonaise door de grote poort. De pillendraaier, het “boerke” uit de Vlaanders, naar de salons van voorname heren. “Vergis u niet. Ze noemen hem boerke, maar Marc denkt altijd vijf jaar vooruit”, zeggen zijn vrienden.
“Iedereen mag eens proberen, maar op het einde wint Marc Coucke.” Die twitterpost vat het zowat samen. Coucke troef. Zijn naam viel, in de afgelopen dagen. Als grap. Omdat hij toch vooral de man is die zich graag al eens verkleedt als banaan, die na een paar glazen Saint-Estèphe van een goed jaar al eens een tv-programma op stelten zet en die een gebrek aan toonvastheid geen reden vindt om niet op een podium te kruipen. Constant Vanden Stock – Roger Vanden Stock – Marc Coucke, dat rijtje lijkt niet te kloppen. Koning, prins, nar.
“Maar Marc ís zo”, zegt Filip Demyttenaere, jeugdvriend en oude strijdmakker bij Omega Pharma. “Hij speelt geen rolletje. Hij was in onze studententijd al de joviaalste en hij zal dat altijd zijn. Eender waar hij is. Marc blijft altijd zichzelf.”
“Ik ben ze alle twee”, zei Coucke zelf op de vraag wie hij nu eigenlijk was: de serieuze zakenman-bestuurder of de zotskap zonder gêne? “Het is toch niet omdat je ganse dagen met een plastron in vergaderingen zit dat je niet eens zot mag doen?” Anderlecht kopen, dat is redelijk zot. Temeer als je de foto’s herbekijkt van hoe hij hartstochtelijk zwetend supportert met zijn sjaal van KV Oostende om zijn nek. Marc Coucke zelf: “Je kan maar voor één ploeg écht zijn, hé.” Of voor twee, want hij was – een beetje heimelijker – ook supporter van Club Brugge. “Dit gaat niet over clubliefde, hé”, zegt Demyttenaere. “Marc kan heel goed rekenen. Ik moet daar niet flauw over doen: hier zitten ook economische motieven achter. Hij heeft altijd een enorme neus voor timing gehad, dat is de sleutel tot zijn succes. En hier heeft hij een kans geroken. Dus het verwondert me niet dat hij dit doet. Het verrast me wel, want ik had eigenlijk gedacht dat hij ooit Club Brugge zou kopen.”
Véél persoonlijkheden
Een complete verrassing, maar het verwondert niet, zegt ook sportdokter Chris Goossens. “Marc is onvoorspelbaar in zulke dingen. Niemand wist hiervan. Ook zijn beste vrienden – onder wie ik – niet. Maar het zal marcheren. Hij zal passen in het Instituut Anderlecht, omdat er geen situaties zijn waarin Marc niet past. Je zal dat zien, iedereen zal hem graag zien.”
Marc Coucke heeft dat graag, dat ze hem graag zien, dat ze naar hem kijken. Daarom zit hij met plezier met Balthasar Boma in de Pussycat in een film van FC De Kampioenen, daarom neemt hij schlagersingles op en danst hij op tafels of springt hij in zwembaden met een sliert missen. Maar meer nog dan van de belangstelling houdt Coucke van winnen. “Ik wil de beste zijn, ja”, zegt hij meermaals. Daarom leurt hij eind de jaren 80 met vijfliterflessen zelfgemaakte shampoo bij apothekers. Daarom zegt hij dat hij zijn bedrijf groot zal maken, echt groot, en doet hij dat ook nog. En wordt hij miljardair.
“Na de grote overname door Perrigo heeft Marc gezegd dat hij zwaar ging investeren in de Belgische economie, en het siert hem dat hij woord houdt”, zegt Patrick Lefevre. “Kijk naar Durbuy, naar Pairi Daiza, de bouwsector. En nu Anderlecht. En wees maar zeker: bij hem gaat dat niet alleen om het prestige, er zit ook een plan achter. Marc heeft twee persoonlijkheden. Iedereen kent hem als de leukerd die de polonaise danst, maar er zit veel sérieux in hem. Ze mogen hem dan een boerke noemen, hij denkt altijd vijf jaar vooruit.”
“Marc heeft véél persoonlijkheden”, zegt tv-maker Martin Heylen, vriend en medesupporter van KVO. “En ze zijn allemaal even extreem. En een van hen kiest ook nog eens zijn kleren. (lacht) Het doet pijn hoor, hem zien vertrekken bij KVO. Wij hebben met hem onze beste jaren geleefd. Ik snap het wel, met Anderlecht valt nu eenmaal meer geld te verdienen. Daarbij, Anderlecht mag dan een instituut zijn, instituten zijn ook een beetje muf. Daar mag wel eens een deur worden opengezet en een nieuwe wind waaien. En Roger Vanden Stock mag dan een heer van stand zijn, Marc zal vast dingen vinden om met hem over te praten. De betere wijn bijvoorbeeld. Of zijn privéjet.”