MiddenOosten

4 maanden jong en nieuw symbool van Syrisch lijden

en Syrische baby, die een oog verloor bij bombardementen, is het gezicht geworden van de humanitaire crisis in OostGhouta, een voorstad van de Syrische hoofdstad Damascus. In de belegerde regio zitten 400.000 inwoners gevangen tussen het Syrische regeringsleger en rebellen. Uit solidariteit met Karim en de situatie daar delen mensen op sociale media nu foto’s waarop ze hun linkeroog bedekken.

#SolidarityWithKarim of #StandWithKarim. En daarbij een foto terwijl je je linkeroog bedekt. Op die manier betuigen mensen via sociale media hun steun aan de vier maanden oude Karim Abdullah Rhaman die gewond raakte bij bombardementen in Oost-Goutha, een voorstad van de Syrische hoofdstad Damascus. Eind oktober werd het jongetje levend vanonder het puin gehaald nadat Syrische regeringstroepen, gesteund door Rusland en Iran, een luchtaanval hadden uitgevoerd op een markt. De baby verloor zijn linkeroog en raakte zwaargewond aan zijn hoofd. Zijn moeder overleefde de aanval niet. Beelden van het kleine slachtoffertje gaan de wereld rond. En bekende sporters, zoals voetballer Franck Ribéry, politici, diplomaten en Bana Alabed (het meisje dat vorig jaar tweette vanuit het belegerde Aleppo, red.) postten al een foto online. Zo is Karim Abdullah Rhaman het symbool geworden van de uitzichtloze situatie waarin 400.000 Syriërs uit de buurt van Oost-Ghouta zitten. Het is een van de laatste bolwerken van de Syrische rebellen en wordt al meer dan vier jaar door troepen van de Syrische president Bashar al-Assad belegerd. Humanitaire hulp is er daardoor vrijwel onbestaand. Voedsel, medische hulp en brandstof om de ziekenhuizen draaiende te houden, is schaars. Unicef riep begin deze maand daarom al op tot de onmiddellijke evacuatie van zeker 137 kinderen. Zij waren het zwaarst ondervoed en hadden dringende medische hulp nodig. Ook de Verenigde Naties hadden eerder al aan president Assad gevraagd om 494 patiënten te mogen evacueren. De meesten hebben kanker of chronische ziektes zoals diabetes. Afgelopen dinsdag zijn die evacuaties uit de regio eindelijk gestart. Dat gebeurde onder begeleiding van het Internationale Rode Kruis. Slechts 29 mensen in kritieke toestand kregen toelating om te verhuizen naar ziekenhuizen in Damascus. Die “veilige” vrijgeleide kregen ze in ruil voor de vrijlating van Syrische regeringssoldaten. Twee zieke kinderen die op de lijst stonden, overleden nog voor de evacuatie. Hun plaats werd ingenomen door anderen. Het nieuws over de evacuaties kwam vrijwel gelijktijdig met een jaarrapport van Unicef. “De toestand van kinderen in oorlogsgebieden was nooit zo rampzalig als het afgelopen jaar”, schrijft Unicef-directeur Manuel Fontaine. “Kinderen worden ongezien blootgesteld aan aanvallen en geweld in hun eigen huizen, scholen en speeltuinen. Jaar na jaar blijven aanvallen gebeuren. We mogen daar niet ongevoelig voor worden.” In Turkse kranten riep Karims vader op om zijn zoon uit de belegerde regio te halen. Karim hoorde meer dan waarschijnlijk dus niet bij de geëvacueerde kinderen. MYRTE DE DECKER