Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik heb meer stress bij de bakker dan in een vol stadion”
E en olympische atletiekgodin was ze al in 2016, in 2017 trad ze helemaal toe tot het walhalla van sportlegendes. Inmiddels prijkt Nafi Thiam, Wereldatlete van het Jaar, op billboards in wereldsteden. Maar ook Wonder Woman zit met twijfels. “Soms lijkt het alsof ik alleen maar goed ben als ik die gouden medaille pak, en het anders op niets trekt.”
Of ze dezelfde hoge hakken draagt? Nafi Thiam lacht. “Ja, het zijn dezelfde.” En of ze niet bang is dat hetzelfde zal gebeuren?
“Totaal niet. Niemand viel daarover ginds. Ik heb de indruk dat daarover in België meer spel werd gemaakt.”
Voor wie het in Keulen hoort donderen: Thiam werd in november als eerste Belg voor een vol Grimaldi Forum in Monaco gelauwerd als Wereldatlete van het Jaar – de hoogste onderscheiding, weggelegd voor de allergrootsten. Terwijl ze naar het podium schreed, schoof een schoen van haar voeten. Als Assepoester die haar muiltje verliest, op weg naar prins Albert van Monaco, die klaarstaat om de trofee te overhandigen.
Heb je goed geslapen na die avond in Monaco?
“Als een roos. (lacht) Net zoals de dag voordien.”
Wat zei prins Albert van Monaco?
“Wat hij tegen alle anderen zegt, denk ik: Gefeliciteerd. Ik weet dat hij een sportkenner is, maar wat hij van mij denkt, moet je hem zelf vragen.”
(lacht)
Een andere heer van rang en stand is overtuigd: Lord Sebastian Coe, voorzitter van de internationale atletiekfederatie, zegt dat je een van de weinigen bent die de leemte kan opvullen die de legendarische Usain Bolt achterlaat. Je treedt als Wereldatlete van het Jaar toe tot de galerij der groten, in het spoor van bijvoorbeeld Bolt.
“(verbaasd) Nooit had ik gedacht dat ik op een dag zou worden verkozen tot Wereldatlete van het Jaar. Ik heb mezelf verrast met mijn prestaties, maar ik ben nog geen wereldrecordhouder zoals Bolt, ik plaats mezelf absoluut nog niet in dezelfde categorie.”
Nafi, niet zo bescheiden. Je bent een van de vijf wereldwijde uithangborden van Nike, misschien wel ’s werelds belangrijkste sportmerk. Je blinkt op levensgrote billboards in grote wereldsteden.
“Toegegeven, het doet wat om mezelf te zien in winkelvitrines van Zuid-Afrika tot Amerika. Maar het is niet dat ik daar altijd van gedroomd heb. Ik heb wel ongelooflijk genoten van een internationale fotoshoot in New York dit jaar. Ik was nog nooit in Amerika. Veel sightseeing heb ik niet gedaan, het was snel op en af naar New York, maar die superprofessionele modeshoot, met alles erop en eraan, maquillage, belichting… Ik kan wel aarden in dit milieu.” (lacht)
Dat komt goed uit, want je zal, of je het nu wilt of niet, in de spotlights blijven.
“Dat behoort tot het spel. Ik klaag niet. Maar alles is een onvermijdelijk gevolg van wat ik op de piste presteer, daarom concentreer ik me alleen daarop. Als ik niet meer presteer, wie weet of ze mij dan nog op fotoshoot sturen. (lacht) Ik weet dat ik een positief imago heb, de zogeheten nieuwe sensatie, maar misschien dat men over vier jaar mijn kop beu is.”
(lacht)
Mis je de tijd toen je nog anoniem over straat kon lopen?
“Ja en neen. Ik wil vooruit met mijn leven, heb geen spijt van wat mij nu overkomt. Maar sommige dagelijkse dingen werden minder makkelijk.”
Zoals?
“Als ik bijvoorbeeld naar de bakker ga, kan ik niet ontsnappen aan foto’s en handtekeningen. De meesten zijn respectvol, en het doet deugd dat mensen mij steunen. Ik wilde vroeger ook op de foto met bekende atleten. Maar ik heb mijn persoonlijkheid, ben veeleer iemand discreet. Ik hou er niet zo van in het middelpunt van de belangstelling te staan. Als ik in een afgrijselijke jogging de deur uitga, heb ik schrik dat ik zo op de foto terechtkom.” (lacht)
Jij, zo’n zelfverzekerde vrouw?
“Ik heb er geen problemen mee dat een vol stadion van 60.000 man naar mij kijkt, omdat dat mijn milieu is. Ik voel mij minder op mijn gemak als ik naar de bakker ga. In het dagelijkse leven kan ik moeilijker met die aandacht om. Iedereen heeft recht op een privéleven, ik ook. Een deel van mezelf deel ik met plezier met de rest van de wereld, een deel wil ik voor mezelf houden. Ik wil mijn ding blijven doen. En als ik eerlijk ben, is mijn levensdoel niet elke dag trainen. Ik ben naast atleet ook nog een vrouw. Soms verbazen mensen zich erover als atleten andere dingen doen dan sport. Alsof ze geen recht hebben om uit die wereld te treden.”
Jij ontwerpt bijvoorbeeld juwelen.
(Haar gezicht klaart op) “Na de Olympische Spelen vroeg Diamanti Per Tutti of ik geen zin had om zelf juwelen te ontwerpen, met de hulp van een designer. Technisch heb ik daar geen kaas van gegeten. Maar ik heb wel de ontwerpen getekend. Et voilà, dit is een van van de resultaten.
(Ze wijst naar haar oor) Een cactus.”
Een cactus?
“Ik hou van fijne, delicate juwelen, niet van die opzichtige, zware dingen die aan je oren bengelen. Die cactus symboliseert voor mij een soort zomergevoel… Ik heb die zijstapjes nodig.”
Zoals je universiteitsstudies.
“Men heeft mij verweten dat ik nog studeerde en niet alles op atletiek zette. Ik wil een diploma. Alweer hetzelfde: waarom moeten atleten zich opsluiten in een sportcocon? Het is ook te simpel om te zeggen: ik doe vanaf nu alleen atletiek en word nóg beter. Nee, net die randvoorwaarden moeten eerst goed zitten.”
Heb jij iemand nodig die je met
beide voeten op de grond houdt?
“Nee, dat doe ik vanzelf. Ik hoor altijd: je schrijft geschiedenis, je treedt toe tot de legende, patati patata… Als ik dat in mijn hoofd zou steken, was mijn hoofd al ontploft.
(lacht) Mijn mama, mijn familie, mijn vriend, mijn entourage, niemand van hen bekijkt mij als een ster. Nooit hebben ze dat gedaan, nooit zullen ze dat doen. Ik blijf voor hen Nafi. Net zoals op de universiteit, daar interesseren ze zich, bij wijze van spreken, geen bal in atletiek.”
Vrees je de dag dat je zult afgestudeerd zijn, dat je dat evenwicht niet meer hebt?
“Nee, want dat heeft ook met mijn leeftijd te maken. Nu zit ik volop in dat leerproces van omgaan met druk, naar de unief gaan helpt mij daarbij, als tegengewicht. Tegen dat ik afgestudeerd zal zijn, ben ik matuur genoeg om daarmee om te gaan. Ik stel mij dikwijls de vraag: zou ik ook zo rustig blijven onder wat er allemaal is gebeurd de voorbije twee jaar als ik de unief niet had gehad? Zou ik op het WK in Londen dit jaar tóch gekraakt zijn onder de stress?Net op die momenten denk ik: ik ben wat blij dat ik zij-uitstapjes ben blijven maken.”
Werd je echt versmacht door de verwachtingen, zoals je toen zei na je wereldtitel?
“Ik vond kampioenschappen altijd plezierig. In Londen had ik er, voor het eerst, veel minder plezier in. Als men mij zou zeggen dat alle kampioenschappen vanaf nu zo zouden zijn, pfff. Als ik dat plezier niet meer heb, heeft het geen zin meer om sport te doen. Waar ik wel voldoening uithaal, is dat ik ondanks die mentale last op mijn schouders, toch heb gepresteerd.”
Die aandacht zal er niet minder op worden.
“Ik wéét dat de druk alleen maar zal groeien. Ik begrijp dat wel, na mijn olympische titel waren er velen een beetje geëxciteerd…”
Dat komt ervan als je de lat zelf nóg hoger legt? In het Oostenrijkse Götzis, enkele maanden voor het WK, win je met 7.013 punten. In nietatletiektaal: iets wat slechts twee anderen ooit konden, legendarisch dus.
“Dat begrijp ik, maar soms lijkt het alsof ik alleen maar goed ben als ik die gouden medaille pak, en het anders op niets trekt. Zo makkelijk is het echt allemaal niet. In dat opzicht hoop ik dat niet alle kampioenschappen zoals in Londen zijn.
Ik had de indruk dat mensen denken dat die gouden medaille uit de lucht komt vallen en ik al die titels en medailles maar voor het oprapen heb. Alsof ik gefaald zou hebben als ik niet met een gouden medaille zou terugkomen. Aan de ene kant heb ik mij erbij neergelegd dat ik eraan zal moeten wennen. Aan de andere kant hoop ik dat die druk niet nóg wordt opgevoerd. Ik probeer mij daar niet door te laten beïnvloeden. Ik wil niet later terugblikken op mijn carrière en toegeven: Nafi, je hebt je niet geamuseerd tijdens je mooiste jaren, het was op elk kampioenschap ik tegen de immense druk. Ik doe geen atletiek om in de geschiedenisboekjes terecht te komen.”
Nafi Thiam ‘‘In het dagelijkse leven kan ik moeilijker met die aandacht om. Iedereen heeft recht op een privéleven, ik ook.’’ Nafi Thiam ‘‘Ik wil een diploma. Waarom moeten atleten zich opsluiten in een sportcocon?’’ Nafi Thiam ‘‘Ik doe geen atletiek om in de geschiedenisboekjes terecht te komen.’’